Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit het Zuiden  1920 (14)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit het Zuiden 1920 (14)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons Paaschfeest valt juist in den schoonsten tijd van het jaar. De lente is dan begonnen, en in de natuur komt zooveel werking en verandering, wat ons predikt, dat de zomer in aantocht is.
De winter was tot dusverre, dit jaar zoo zacht als nauwelijks iemand heugt, dat we zulk een winter hebben gehad. En wie heeft ooit een Februari en een Maart maand beleefd, met zooveel, uiterst mooie dagen!
Wat voor veel menschen moeielijk en onaangenaam is, dat van af 5 April weer een nieuwe tijdregeling komt. De klokken worden dan weder een uur vooruitgezet.
Als het dan volgens de zuivere tijdrekening 12 ure is, wordt dit één uur. Op vele plaatsen op het platte land stoort men zich echter hieraan niet.
Het is dan ook in menig bedrijf schier onmogelijk. Ook voor kerken en scholen ontstaat door die nieuwerwetsche tijdverdeeling, heel wat verwarring.
Maar de regeering zegt: het kan niet anders, en we gelooven gaarne, dat hierbij ook gerekend moet worden, met hetgeen in het Buitenland geschied.
De treurige berichten in het Buitenland houden nog maar aan. Reeds zijn in Duitschland eenige duizenden menschen door Communisten doodgeschoten, behalve de menigte, die verwond is geworden.
Dat deden nu geen Franschen of Engelschen, maar dat geschiedde, door eigen volk. En welke verwoestingen worden bij en onder dit alles aangericht! Met diezelfde weldaden wil men ook ons land bedeelen. Men doet, wat men kan om hier aan den gang te komen, 't Is maar raadzaam den vijand niet te onderschatten in zijn macht.
Alleen God de Heere kan ons bewaren en verschoonen.
Het is alsof we in een wereld leven van bijna enkel krankzinnigen. Want wat is nu dwazer dan zich uitsluitend maar bezig te houden met moord en rooverij op zijn medeburgers, en daarbij alles te verwoesten wat maar voorkomt, enkel en alleen omdat men zelf regeeren wil, ook al is men nog dommer dan een koe. Maar zegt men alle regeeringen moeten weg. Maar Rusland dan? daar heeft men nu het toppunt van het Communisme.
En daar is toch nu ook een regeering. Doch wat is dat voor een regeering?
Is er nu nog ongelukkiger toestand denkbaar dan daar!
We willen ditmaal over onzen binnenlandschen toestand maar niet meer zeggen. We zullen zien en afwachten, waar de heerschende spanning op uitloopt.
Als dezen brief onder de oogen onzer lezers komt, staan we, zoo de Heere ons het leven schenkt, vlak voor Paschen.
Het statig klokgelui, waar dit nog plaats heeft, roept ons thans tempelwaarts. We mogen het dan wel als wat groots achten als we mogen hooren de verkondiging van den levenden Christus. De maaschappelijke en staatkundige toestanden waren ten tijde van de opstanding des Heeren anders dan de tegenwoordige, maar de haat en vijandschap tegen Gods gezalfden Koning was niet minder groot dan tegenwoordig het geval is.
Toen Jezus aan het kruis gestorven en in Jozefs hof was begraven, scheen het voor de vrienden en vriendinnen des Heeren een hopelooze zaak te zijn, om langer heil te verwachten van hun Herder.
Maar op den derden morgen kwam het Licht, dat alle duisternis opklaarde. De droeve gang van de vrouwen naar het graf in den vroegen morgen, eindigde aan den avond van dienzelfden dag, met een onbeschrijfelijke blijdschap. Zoo doet de Heere, die ons neg altijd zingen doet:
d' Allerhoogste maakt het goed.
Na het zure geeft Hij 't zoet.

Boven al het aardsch gewoel en tegenover al het rumoer en de ellende op dit benedenrond, klinkt het zoo heerlijke Paaschevangelie, dat ons verzekert, dat Jezus leeft. Ja Hij leeft, nu verheerlijkt aan de rechterhand des; Vaders, vanwaar Hij zal wederkomen om te oordeelen, de levenden en de dooden.
Dan zal er voor altijd een eind komen aan al het twisten en aan al de tweedracht onder de menschen; dan zal het gedaan zijn met al dat lasteren en schelden; dan zal het uit zijn met al de vijandschap en haat tegen Christus, want dan. zal ieder vergelding ontvangen naardat zijn werk is geweest, hetzij goed of kwaad. Dan zal alle knie voor Sions Koning zich buigen en alle tong zal Hem belijden.
De opstanding van Christus waarborgt de zalige opstanding van allen die in Hem gelooven. Hunne oogen zullen den Koning in heerlijkheid aanschouwen, maar zijne vijanden zullen hun welverdiende straf niet ontgaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Brieven uit het Zuiden  1920 (14)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's