Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering (4)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 8 der Kerkorde

De weg tot het ambt.
Niet alleen bepaalt art. 8 D. K. O. dat mannen met singuliere gaven, doch zonder studie genoten te hebben, tot het ambt van Dienaar des woords zullen worden toegelaten, maar dit artikel wijst ook den weg aan in het tweede gedeelte, dat aldus luidt:
„Zoo wanneer dan zoodanige personen zich tot den dienst praseuteeren, zal de classe hen (indien het de Synode goedvindt) eerst examineeren, en naardat zij hen in het examen bevindt, hen een tijdlang laten in 't privé proponeeren en dan voorts met hen handelen, zooals zij oordeelen zal stichtelijk te wezen.”
De lijn door Art. 8 uitgestippeld, is dus de volgende:
Eerstens dat de adspirant zelf zich aanmeldt bij de classis met het verzoek om onderricht te worden.
Vervolgens dat de beslissing of een onderzoek zal worden ingesteld, niet door de classis maar door de Synode, n.l. de particuliere Synode, zal worden gegeven.
Dit was zeer voorzichtig, daar er vele classes waren, tijdens de Synode van Dordrecht. Dit was zeer voorzichtig, daar er vele classes waren, tijdens de Synode van Dordrecht, waarin weinige predikanten waren, daar er in dien tijd niet minder dan 200 predikanten om hunne Remonstrantsche gevoelens waren afgezet. Er was toen ook predikanten nood en zoo lichtelijk zou de classis om in den nood te voorzien, onbekwame menschen toegelaten hebben.
Ten derde, zou de classis, na toestemming der particuliere Synode, zoodanig persoon eerst examineeren, en na gunstigen afloop hem een tijd lang laten proponeeren in het privé, dat is, predikatiën laten opstellen en, voordragen onder toezicht van predikanten om daarna te beslissen of zoo'n persoon tot het ambt kon worden toegelaten. Deze laatste beslissing was dan het praeparatoir examen, waarbij hij beroepbaar gesteld werd.
Toen de Christelijke Gereformeerde kerk in de jaren na 1892 geen particuliere Synode had, werd de generale Synode in de plaats der particuliere synode gesteld om de toestemming tot het examen te geven.
't Gevolg was, dat telkens op de synoden het verzoek kwam uit de verschillende classes om zekere personen op art. 8 te mogen examineeren.
De synode, die toch al zoo veel te doen had, moest dan zulke broeders onderzoeken, zou de beslissing tot al of met onderzoek kunnen geven. Daarom werd besloten dat de classis zelf dit onderzoek zou uitstellen, waarmede eigenlijk van art. 8 werd afgeweken, en de uitdrukking:
Indien het de Synode goedvindt” daardoor verviel,
't Was aisof de Synode van 1910, welke dit besluit nam, zelf gevoelde, dat zij zich op gevaarlijk terrein begaf, want zij bepaalde tevens, dat, waar nu de Synode van het examen afzag, de classis bij het praeparatoir examen zou worden bijgestaan door de Deputaten Synodi naar Art. 49 D. K. O. en „dat indien mocht blijken, dat in die classis slechts drie predikanten zijn, als dan de hulp van de predikanten der genabuurde classis zal worden ingeroepen.”
Sedert 1910 berust dus zoowel het voorloopig examen als het praeparatoir bij de classis. Waar thans weer particuliere Synoden worden gehouden sedert 1919, zou de toestemming tot het examen weer naar de particuliere Synode teruggebracht kunnen worden.
Thans is dan de weg aldus:
De classis zal tot de examinatie van den adspirant niet overgaan voor zij zich overtuigd heeft, dat deze voor art. 8:
1.bekwaam is om anderen te leeren, volgens 2. Tim. 2 : 2.
2.bekwaam is om eene gemeente op den duur te stichten. Om hiervan overtuigd te worden, zal de adspirant beginnen zich bij de classis te presenteeren, waaronder hij ressorteert, die een voorloopig onderzoek instelt naar genade, roeping, singuliere gaven, geloofsleer en Ned. taal. De classis geve den adspirant (n.l. zoo het voorloopig onderzoek gunstig is geweest) den noodigen tijd om zich, zoo noodig verder te bekwamen.
De classis wijze den adspirant in haar ressort gemeenten aan, waar hij, om in het privé te proponeeren, onder toezicht van een predikant, een weekbeurt vervulle, telkens over een anderen tekst.
De kerkeraad van iedere gemeente, waar de adspirant opgetreden is, geve op eene volgende classis haar oordeel te kennen over diens arbeid en indien dit oordeel gunstig is, zal de classis tot examinatie (dat is: het praeparatoir of be-roepbaar stellend examen) kunnen besluiten.
Dit laatste examen wordt door de classis, bijgestaan door de Deputaten naar Art. 49 D. K O. afgenomen.
Neemt de alsdan beroepbaar gestelde candidaat naar Art. 8 in dezelfde classis een beroep aan, dan zal hij vrijgesteld zijn van het peremptoir examen, dat candidaten van de Theol. School altijd moeten afleggen, en voor den volgens art. 8 beroepbaar gestelde alleen noodig is, wanneer hij in eene andere classis een beroep aanneemt.

A.(Apeldoorn)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's