Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lente

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat al schoonheid en heerlijkheid zien we in dit jaargetijde in Gods schepping verspreid. Het plantenrijk verrezen uit zijn winterslaap, al dat jeugdig groen rondom ons, al die kudden, grazende in weeldige landouwen.
Het gevogelte zingt zijn Schepper een nieuw lied, en bij aandachtige beschouwing van dat alles, zingt Gods kind den gewijden dichter na:
Hoe groot zijn Uwe werken o Heere ! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt. De hemelen vertellen Gods eer, en bet uitspansel verkondigd Zijner handen werk.
Ook in de wisseling der jaargetijden, zien we de hooge Godsregeering.
Alles gehoorzaamt den grooten Schepper op Zijn wenken. De lente is ook een treffend beeld van den mensch, die door den Heiligen Geest wordt vernieuwd, en die tengevolge daarvan zulk een groote en heerlijke verandering openbaart. Al wat de Heere wrocht zal juichen tot Zijn eer. Herschapen in Christus wordt de zondaar, dood door de zonden en misdaden, levend gemaakt met Christus, en daardoor in staat gesteld om vrucht te dragen, Gode tot eer.
Blijft de lente in de natuur geen lente, ook in het geestelijke leven van Gods kinderen, ontbreekt het aan afwisseling niet.
Gelijk in de schepping storm en hagelbuien, wel eens spoedig het allerschoonste van de lente doen verdwijnen, zoo ook kunnen in het geestelijke leven zware beproevingen komen, die in onze gemoedstoestand groote verandering te weeg kan brengen. Het leven is dan wel niet weg, dat blijft.
Want Gods werk is onvernietigbaar. Maar dat leven kan een bloeiende, doch ook een kwijnende openbaring hebben. Oude en welgeoefende vromen hebben op de vraag: hoe gaat het u, wel eens geantwoord: „ 't Is geen lente, maar winter”. En wie die taal verstaat weet het dan wel, hoe laat het is.
't Heeft mijn aandacht wel eens getrokken in het voorjaar als het nog erg koud was, soms ook nog sneeuw viel, dat in die koude en in die sneeuw ook nog bloemen zijn. Dat kan men ook toepassen op de geloovigen, al zijn deze in beproeving, en dat het inderdaad, wat hun geestelijk leven betreft, meer op winter, dan op lentetijd gelijkt, er toch altijd nog van die kennelijke bewijzen zijn van Gods gunst en goedertierenheid, waarin het woord wordt bevestigd, dat de Heere voor Zijn volk geen land van donkerheid of duisternis is.
Eerst hiernamaals wacht Gods volk een eeuwigdurende lente
Dan geen verwoestende stormen meer, maar ongestoord genieten van 't liefelijke licht van de Zon der Gerechtigheid.

„Daar zal ons 't goede van Uw woning, Verzaden reis op reis.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Lente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1920

De Wekker | 4 Pagina's