Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

Art. 17 Gelijkheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 17 der Dordtsche Kerkorde luidt aldus: „Onder de Dienaren des Woords zal gelijkheid gehouden worden aangaande de lasten van hunnen dienst; mitsgaders ook in andere dingen, zooveel mogelijk is, volgens het oordeel des kerkeraads, en desnoods der classis, hetwelk ook bij de ouderlingen en diakenen te onderhouden is.”
Dit artikel is voor een ieder duidelijk. Alle hierarchie moet geweerd uit de gemeente des Heeren. „Eén is uw Meester, en gij zijt allen broeders,” zoo heeft de Heiland gesproken en daarom mag geen Dienaar zich verheffen boven zijn ambtsbroeder of heerschappij over hem voeren. Doch hoe duidelijk dit is, het is niettemin noodzakelijk het ook in de Kerkorde uit te spreken. Do Apostelen des Heeren, die dagelijks in de nabijheid huns Meesters waren, twistten reeds onder elkander, wie van hen de meeste ware en 't was voor hen een beschamende vraag, toen de Heiland hen vroeg: „Waarover hadt gij twist op den weg?” En zij zijn de eenigen niet, die het beschamende voorbeeld van een Kindeke noodig hebben om goed te verstaan dat de eene dienaar niet over den ander mag heerschen. Predikanten zijn ook menschen en inzonderheid wanneer zij meer dan gewone gaven van God hebben ontvangen, is er bijzondere genade toe noodig em zich niet hooger te achten dan een met minder gaven bedeelde ambtsbroeder.
Een ander uitnemender te achten is zoo'n moeilijke taak. Het duiveltje van zelfverheffing doet zoo menige aanval op het hart van den Dienaar des Heeren. De Kerkgeschiedenis toont het dan ook hoe in den loop der eeuwen, dat verheffen van den eenen Dienaar boven den ander geleid heeft tot een verderflijke hierarchie in de Kerk der Middeleeuwen met een Paus aan het hoofd.
Hiertegen gevoelden de Gereformeerden zich van weet af te moeten verzetten. Reeds de Kerkorde van Embden 1571 begon dan ook in Artikel 1: „Geen Kerk zal over eene andere Kerk, geen Dienaar des Woords, geen ouderling noch diaken zal de een over den ander heerschappij voeren, maar een iegelijk zal zich voor alle suspiecien en aanlokking om te heerschappen wachten.” Dit artikel is in de Dordtsche Kerkorde overgenomen in Art. 84, doch daarbenevens nam de Synode van Middelburg 1581 een artikel op, gelijkluidend aan het artikel bij den aanvang genoemd, hetwelk dan ook in de D. K. O. voorkomt als Art. 17.
Toch is er nog wel verschil tusschen Art. 17 en Art. 84, al gelijken zij wat op elkander. In art. 17 gaat het over gelijkheid der Dienaren wat „de lasten van hun Dienst” betreft, dat wil zeggen, wat hun werk aangaat, en in Art. 84 over de gelijkheid der Dienaren wat hun gezag betreft. Art. 17 dringt dus aan en eischt gelijkheid der Dienaren inzake hun werk. Zij hebben hetzelfde werk te verrichten in de gemeente. Voor een ieder van hen geldt: „Weid de kudde Gods” en niet één mag heerschappij voeren over het erfdeel des Heeren of over zijn medeambtsdragers. Hier wordt dus terstond afgesneden de hierarchie van Rome met zijne bisschoppen en hoogere geestelijkheid, die over de lagere regeert. Maar ook de heerschappij die in de Luthersche Kerk optrad, wordt hier veroordeeld. De macht van den Paus over de Kerk, ging aldaar over op den Vorst des lands, die door een Consistorie of Opperkerkeraad de Kerk regeert en door dit lichaam generaal-super intendenten en superintenden en aanstelt, welke het gezag uitoefenen over de predikanten.
Zelfs in de Gereformeerde vluchtelingengemeente in Londen werd Johannis à Laseo door Eduard VI tot superintendent aangesteld. Ook op de Synode van Middelburg 1581 kwam de vraag: „Of het niet goed ware nevens de Classicale vergaderingen ook eenige jaarlijksche bezoekingen der kerken aan te stellen; of inspectores of superintendenten te maken, doch met behoorlijke limitatie. De Synode antwoordde echter: „Het is onnoodig en zorgelijk”.
De Synode vond het dus niet alleen overbodig om superintendenten aan te stellen, maar ook zorgelijk. Zij zag er bezwaar in en gevoelde zich bezorgd, dat alzoo de hierarchie weder in de kerk zou komen. Daarom stelde zij in hare kerkorde Art. 9: „Onder de Dienaren des Woords zal gelijkheid gehouden worden” enz. als een getuigenis tegen alle heerschappij van den eenen Dienaar over den ander. Deze gelijkheid geldt niet alleen van de Dienaren eener zelfde plaatselijke kerk, maar ook van de Dienaren van verschiliende gemeenten, zoodat een stadspredikant geen heerschappij mag uitoefenen over een dorpspredikant, noch de predikant van de hoofdstad des lands over die van provinciesteden. Het werk van den één moet gelijk zijn aan dat van den ander.
Apeldoorn
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1921

De Wekker | 4 Pagina's