Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij ontkomen dus niet aan een coalitie-regeering, dat is aan een samengaan met partijen om alzoo een regeering te vormen. Van dit feit dienen wij ons ernstig rekenschap te geven, want dit niet te doen leidt tot een zeer onbillijke en vaak ook zeer onrechtvaardige beoordeeling van de handelingen van een partij. Men beoordeelt een partij vaak alsof zij alleen aan de regeering was, en als gevolg daarvan bij machte haar beginsel alleen in de wetgeving uittedragen, en dit is onbillijk en onrechtvaardig. Wanneer zij alleen door samengaan met een of meer andere partijen bij machte is de regeering te aanvaarden, heeft zij niet alleen met de wenschen en verlangens, maar wat meer zegt, ook met het beginsel van die andere partijen rekening te houden, gelijk die andere partijen op haar beurt weer rekening te houden hebben met het beginsel van de partij of partijen, waarmede zij samengaan. Om dus te kunnen samengaan, moet er een gemeenschappelijk beginsel zijn, dat aan alle partijen gemeen is. Zoo is een samengaan van de antirevolutionairen en communisten absoluut uitgesloten, om de eenvoudige reden, dat dat gemeenschappelijk beginsel ontbreekt. Maar een samengaan van de antirevolutionaire partij met de Roomsche partij is wel mogelijk, omdat hier dat gemeenschappelijk beginsel aanwezig is.
Dat beginsel ligt voer ons in de opvatting van het gezag. Rome verwerpt met ons het beginsel der volkssouvereiniteit, dat revolutionair in zijn oorsprong en communistisch in zijn consequenties is, zoodat, waar het socialisme en communisme den kop oprichten om de volkssouvereiniteit in ons volksleven tot doorvoering te brengen, wij daar Rome aan onze zijde vinden, om dat met alle kracht te beletten. Rome erkent met ons, dat de bron van alle gezag ligt in God en op dien grond zeggen wij, dat er onzerzijds een samengaan met Rome mogelijk en in onze dagen zelfs noodzakelijk is. Velen willen dat blijkbaar niet inzien. Uit brieven, die ik over dit punt ontvang, blijkt mij dit duidelijk, maar ik moet al die schrijvers en schrijfsters die het stellig heel goed bedoelen ernstig op het hart binden, grondig studie te maken van de tegenwoordige politieke verhoudingen en niet voorbij te zien, dat de toestand op dit oogenblik geheel anders is als voor 1914 De wereldoorlog heeft ons zulk een geweldige doorbraak van de volkssouvereiniteit doen zien in het volksleven, dat wij in ons eigen vaderland in Nov. 1918 als aan den rand van een afgrond hebben gestaan. Nog één stap voorwaarts en wij hadden ook hier een doorbraak gehad zoo vreeselijk, dat wij in geen jaren de gevolgen daarvan te boven waren gekomen.
Ik vrees, dat velen onder ons dat òf te spoedig vergeten zijn, òf dat niet voldoende doorzien en daarom wil ik nog eens ernstig op deze dingen wijzen; misschien kan dit een oorzaak zijn, dat men met meer voorzichtigheid en bedachtzaamheid gaat oordeelen.
„Dus met Rome samengaan” hoor ik mij van verschillende zijden toevoegen. Wie deze conclusie trekken zou, is wat voorbarig. Over dat samengaan met andere partijen en de wijze waarop dat m. i. alleen geschieden kan en mag, zullen wij het later wel eens hebben. Mijn doel is nu om het beginsel aan te wijzen, waarop alleen een samengaan mogelijk is. Van tweeën een, óf wij gaan niet samen met anderen, en dan volgt daaruit wat ik in mijn vorig artikel heb aangewezen, en dat mag niet onderschat worden, óf samengaan met al de gevolgen, die er aan dat samengaan verbonden zijn. Want ik aarzel geen oogenblik met uit te spreken, dat ook dat samengaan zijn bezwaren heeft. Als men alleen op reis gaat, schikt men zich naar zichzelven, m. a. w. men gaat en staat, en men doet en laat, wat men wil. Maar zoodra men met zijn tweeën op reis gaat, boet men een groot deel van zijn persoonlijke bewegingsvrijheid in, want de een moet zich schikken naar den ander. Zoo is het ook, als twee of drie partijen te samen moeten regeeren, dan moet ieder wat inschikken, ieder moet wat laten vallen, om de eenvoudige reden, dat de eene partij de andere niet mag overheerschen en de andere zich die overheersching niet zouden laten welgevallen.
Nu moet hier dadelijk worden vastgesteld, dat er principieele en bijkomstige dingen voor iedere partij bestaan. Onder principieele dingen versta ik hier zoodanige dingen, die met het beginsel van de partij onafscheidelijk samenhangen en wier prijsgeven een krenking of verzwakking, ja een opheffing van het beginsel tengevolge zoude hebben. Onder bijkomstige dingen versta ik hier zoodanige dingen, die niet rechtstreeks, maar zijdelings met het beginsel van de partij in verband staan, zoodat de partij daarin gerustelijk een andere partij, voor wie dit bijkomstige soms iets principieels wezen kan, mag ter wille zijn. Ik denk hier bijv. aan den persoonlijken dienstplicht, die voor de roomschen onaannemelijk zou zijn, wanneer hij insloot, dat ook hun toekomstige geestelijken de wapenen zouden moeten dragen. Uit het anti-revolutionaire beginsel vloeit echter deze persoonlijke dienstplicht wel degelijk voort, en ik zie niet in, waarom toekomstige predikanten van dezen plicht jegens het vaderland moeten worden vrijgesteld. Maar anderzijds is het m. i. absoluut geen krenking van het anti-revolutionaire beginsel, dat wij de roomschen op dat punt ter wille zijn. Een ander voorbeeld: wat is anti-revolutionair? Vrijhandel of protectie?
Dr. Kuyper heeft indertijd een poging gewaagd om een van deze beiden als specifiek antirevolutionair voor te stellen, maar niemand heeft zijn betoog beaamd, en niemand zal het beamen. Dat zijn vraagstukken van wisselende beteekenis. In het eene tijdperk zullen misschien beschermende rechten, in het andere tijds perk zal de vrijhandel voor een volk het meest profijtelijke zijn en het zou dwaas zijn, daarom een van beiden als specifiek antirevolutionair te bestempelen. Wanneer wij dus de onderscheiding tusschen wezenlijke on afgeleide beginselen maar goed voor oogen houden kunnen wij in oen volgend artikel over de samenwerking met andere partijen, die met ons, het eene groote beginsel van de absolute souvereiniteit Gods handhaven, verder nader spreken.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1922

De Wekker | 4 Pagina's