Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Matig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Matig

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „de Wekker” van 13 October l.l. schreven wij, dat Paulus als vereischte voor een onderling ook matigheid noemt. Wij schreven: „het oorspronkelijke woord beteekent matig of sober, zich onthoudende van alle overmaat, vooral in het gebruik van wijn. Ascese of geheelonthouding wordt niet geeïscht, maar wel matigheid.”
Hieraan heeft W. te H. zich gestooten en daarom schrijft hij:
„Toen ik dit las, dacht ik: Is een mensch werkelijk in staat om matig van dat satanische vocht (ik kan het voor mij niet anders noemen) te drinken en niet tot verslaving over te gaan? Mijn gedachten zijn, dat het niet kan en men evenmin voor 25 glaasjes dan voor één de kracht heeft om het te weigeren. Ik wil niet zeggen, dat een geheelonthouder boven een matigen drinker staat, maar mij dunkt, Gods Woord verbiedt ons duidelijk dronkenschap en als ik dan lees, dat die zijn broeder haat een doodslager is, dan denk ik, dat hij, die één glaasje drinkt een dronkaard is. Ik meen recht op die gedachte te hebben op grond van Gods Woord. Als ik niet te veel eisch, dan zou ik gaarne een breedvoerig antwoord in „de Wekker” willen hebben.”
Wij willen br. W. niet weigeren een antwoord te geven, maar moeten vooraf zeggen dat wij geen lust hebben over het geheelonthouders-vraagstuk te gaan debatteeren. Nog niet zóó lang geleden is hierover in „de Wekker” geschreven in de „Vragenbus” en door twee onzer leeraren hierover van gedachten gewisseld. Wij achten het onvruchtbaar hierover weder twistgeschrijf uit te lokken, en dit zou zeer zeker plaats hebben, daar sommige leden der kerk vurige geheelonthouders zijn en anderen weer niet, hoezeer deze ook op grond van Gods Woord de dronkenschap verfoeien.
Ik wil dus alleen blijven bij mijn schrijven, dat Paulus matigheid eischt in spijs en drank, zich onthoudende van alle overmaat, vooral in het gebruik van wijn en geen ascese of geheelonthouding eischt. Eischte de Apostel wèl geheelonthouding dan zouden alleen geheelonthouders ouderling of leeraar mogen zijn. Dan zou het absoluut iu Gods Woord verboden zijn, wijn te gebruiken. Op uw standpunt staande, zou ik niemand mogen stemmen voor onderling, die ooit of te immer een druppel wijn gebruikt. Ja, dan moet ik het gebruik van wijn zonde noemen en dat satanisch vocht, zooals u het noemt, ook niet mogen gebruiken, aan den Heiligen Disch des Verbonds en zou ik aan dat Heilig Avondmaal den drinkbeker der dankzegging moeten afwijzen. Dan zou ik in Gods Woord een beslist verbod van wijn moeten kunnen vinden en dat heb ik nooit gevonden, wel het tegendeel, als Paulus Timotheüs aanbeveelt om de zwakheid zijner maag wijn met water te drinken. Maar ik heb echter niet bedoeld den klemtoon te leggen op het geoorloofd gebruik van wijn, maar op matigheid in alles, tegenover het gevoelen van hen, die daar ascese staan. Reeds in den tijd van Paulus waren er ascetische neigingen, die er toe drongen om zich geheel te onthouden van 't huwelijk, van geoorloofde spijs en drank en van saamleven in de maatschappij, waaruit later het kluizenaarsleven en weer later het kloosterleven voortkwam, en dat de Apostel deze richting niet goedkeurt, bedoelden wij met de uitdrukking: „Ascese of geheelonthouding wordt niet geëischt, maar wel matigheid.”
Dat Gods Woord duidelijk dronkenschap verbiedt, hierover zijn wij het geheel eens, ja, ik lees zelfs in den Bijbel, dat geen dronkaard het koninkrijk der hemelen zal binnengaan. Dat hij die zijn broeder haat een doodslager is, is ook volgens Gods Woord, maar hoe u nu daaruit de conclusie trekt, dat iemand die een glaasje (per dag, per week per maand, per jaar of eens in zijn leven?) drinkt, een dronkaard is, zie, dat is toch wat ver getrokken. Ik wil daarmede echter de gewoonte van hen, die één glaasje per dag drinken, niet verdedigen. Neen, de Apostel zegt, dat geen ouderling „genegen tot den wijn” mag zijn, zijn lust mag er niet heengaan, dat is niet matig, maar leidt tot overdaad, maar de eisch van geheelonthouding kan ik er onmogelijk in lezen. Wij hebben getracht te voldoen aan de begeerte van br. W. om hem breedvoerig te antwoorden, maar wij moeten ook matig zijn in het gebruik van het papier van ons blad en daarom wensch ik geen woord meer te schrijven over het pro of contra der geheelonthouding. Onze lezers honden ons dit ten goede. Onze rubriek is: de regeering onzer kerk te bespreken aan de hand onzer Dordtsche Kerkorde, en daarom gaan wij hiermede de volgende maal voort, hopende zoo min mogelijk van de behandeling onzer kerkregeering afgeleid te worden.

Apeld. DE BR.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Matig

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1922

De Wekker | 4 Pagina's