Vereeniging van Diaconiën tot oprichting en instandhouding van een Weeshuis voor de Weezenverzorging der Chr. Geref. Kerk in Nederland

De voorzitter opent de vergadering door te laten zingen Psalm 127 vers 1, gaat daarna voor in gebed en leest vervolgens Prediker 3 van vers 1 tot en met vers 15.
Hierna volgt het gebruikelijke openingswoord van den voorzitter.
De Secretaris leest daarna de notulen der vorige vergadering welke onder dankzegging goedgekeurd en geteekent worden.
Naar aanleiding daarvan worden enkele vragen gesteld die tot aller genoegen beantwoord worden.
Het jaarverslag van den Secretaris, dat daarna naar voren wordt gebracht, gaf geen aanleiding tot bijzonderheden.
Vervolgens beluisterden wij den Penningmeester, die ons een overzicht leverde van den toestand der kas.

Saldo 1922                                       ƒ 7659.47½ 
Aan     Contributien                           -     260.—
„           Giften                                   -    547.31
„           Collecten                             -       63.30
„           Gevonden in Collecte         -       57.80
„           Huisbusjes                          -     546.93½
„           Rente                                  -     229.50

                                                            f 9364.02
Aan uitgaven                                 -         110.65

                                                            ƒ 9253.37

De voorzitter zegt Br. Landaal dank voor zijn accuraat beheer der gelden en knoopt er deze gedachte aan vast dat het uit deze cijfers bij vernieuwing blijkt dat er in onze Kerk meer en meer gevoeld wordt voor de totstandkoming van een Weeshuis.
Een Commissie, bestaande uit de Brs. J. van Beveren van Dordrecht en P. Lijster van Almelo zullen in de pauze de boeken van den Penningmeester nazien..
Er waren geen ingekomen stukken, zoodat overgegaan werd tot verkiezing van Bestuursleden.
Aan de beurt van aftreding waren de Brs. P. A. Beket en G. Kuperus, welke bij acclamatie herbenoemd werden.
Dankbaar voor het in hen gestelde vertrouwen, verzochten zij de belangstelling in hunnen arbeid en aller voorbede.
Verschillende afgevaardigden dragen de Contributie af, anderen brengen den inhoud der busjes mee, terwijl ook tevens nieuwe busjes gevraagd worden.
Als een en ander naar genoegen geregeld is, sluit de voorzitter de morgenvergadering en eindigt Br. B. Besterveld van Dordrecht met dankgebed.
Ten ruim 1 uur opent de voorzitter de middagsamenkomst door te laten zingen Psalm 146 vers 5, gaat voor in gebed en leest Psalm 146 onberijmd.
De voorzitter zegt dat we nu gekomen zijn tot het gewichtige punt van onze agenda.
Ons besluit ten vorige jare was, om voorzichtiglijk voort te gaan.
Van verschillende zijden was ons de vraag gedaan of het ook bekend was hoeveel weezen er en onze Kerk zijn.
Om deze vraag beantwoord te zien zonden wij aan alle Kerkeraden, totaal 104, een vragenlijst, niet alleen met het doel of er weezen waren en zoo ja, hoeveel, maar ook of eventueel opname in een Weeshuis gewenscht werd.
Van 37 kerkeraden ontvingen wij bericht; van de overige 67 ontvingen wij niet het minste bewijs van medewerking ten dien opzichte.
Voor een klein aantal Weezen wordt inmiddels opname in een Weeshuis verzocht, en wordt in verband hiermede, na hoor en wederhoor, het volgende voorstel met algemeene stemmen aangenomen.
De vergadering, gehoord dat in de „Kerk een aanvankelijk klein aantal weezen „ter opname in een Weeshuis is, geeft „het Bestuur blanco mandaat tot het koopen „van een geschikt pand en de inrichting „daarvan tot verzorging der Weezen.”
Vervolgens heeft bijwerking van het register van verzamelaars plaats.
Gewezen wordt op de obligatie-leening, waarvan nog steeds aandeelen over zijn ad ƒ100.—, ƒ50.— en ƒ25.— tegen 4% lente. Echter zagen wij ze liever renteloos geplaatst. Ieder der Brs. wordt dit op het hart gebonden en zal af en toe onder de maandelijksche verantwoording van den Penningmeester in de Wekker, hier nog eens op gewezen worden.
Br. Kanis van Zwolle vraagt of er van het Bestuur ook een opwekking aan de Kerkeraden gericht kan worden om de Contributiën te verhoogen.
Zoodra wij een geschikte gelegenheid gevonden hebben, zegt de voorzitter, zullen wij op deze zaak nog wel eens terugkomen.
Voor alles is geld noodig, óók voor de oprichting en instandhouding van een Weeshuis. En als we nu letten op hetgeen de Kerkeraden, door zoovele Broeders en Zusters gedaan wordt, nu er nog geen Weeshuis is, zouden wij dan nu gaan twijfelen aan de offervaardigheid, als er werkelijk een Weeshuis is? Dat zij verre. Dat zou een slag in het aangezicht zijn voor zooveel liefde en toewijding, ons tot hiertoe betoond.
Wij houden ons overtuigd dat dàn eerst de offers in meerdere mate gaan vloeien, omdat men dan kan zeggen, „dàt is ons „Weeshuis en dààr worden onze Weezen „verpleegd, welnu, ook dààr onze offers „en gebed voor,”
Br. Achterberg van Veenendaal gaat de verantwoording van den Penningmeester in „de Wekker” geregeld na en ziet dat er zoo weinig in de andere Gemeenten voor dit doel gecollecteerd wordt. Broeders! zoo zegt hij, laten wij op onze Kerkeraads-vergaderingen daarvoor een lans breken. Elk middel worde beproefd.
Br. de Haan van Utrecht houdt zich ten stelligste overtuigd, dat, als het Weeshuis er is, de Collecten niet zullen uitblijven.
Zoo zijn wij dan weder aan het einde van onze werkzaamheden gekomen voor dezen dag, zegt de voorzitter, en is de bestemde tijd om te vertrekken aangebroken. In broederzin waren wij bij elkander en kunnen wij met dank aan den Heers op dezen dag en op onzen arbeid terug zien.
In het bijzonder een woord van hartelijken dank aan Ds. Berkhoff voor zijn adviezen en raadgevingen. Ook de Brs. Besterveld en Stempvoort en voorts alle Broeders hartelijk dank voor de wenken die werden gegeven.
Ook de Utrechtsche Kerkeraad wordt dank gebracht voor de gastvrijheid die ons verleend werd, en voorts Broeders zij het onzen wensch en bede, dat weldra de gelegenheid moge verrijzen waar onze Weezen zouden kunnen worden opgenomen en onderwezen in de leer die naar de godzaligheid is.
Na het zingen van Psalm 68 vers 3 gaat op verzoek Ds. Berkhoff in dankgebed voor,

P.A. Beket, Voorzitter.
P.J. v.d. Burg, Secretaris.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen