Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Religie en Christendom (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Religie en Christendom (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ware religie omvat twee zaken of elementen: openbaring en geloof. Het eerste, openbaring Gods aan ons, is religio objectiva te noemen; d. w. z. de religie naar haar objectieven (voorwerpelijken) kant beschouwd.
Gelijk God zich aan ons bekend maakt, en ook door zijn H. G. in ons doet gelden. Ook zonder val en zonde blijkt dit de eene, eerste zijde der religie. Gods openbaring aan ons, en werking in ons gaat altijd vóóraf aan onze beantwoording aan deze openbaring en inwerking Gods.
Deze beantwoording nu is het tweede bestanddeel, de religio subjectiva; de religie gelijk die door ons (subjectief) wordt beoefend. — Onze beantwoording aan deze openbaring Gods heeft vele manieren en vormen; maar deze alle vallen saâm in het ééne woord: de vreeze Gods, of ook wel het geloof ; geloof dan naar zijn breedsten zin opgevat, niet slechts als geloof dat Christus omhelst, maar als geloof, zooals het altijd in ons aanwezig is, ook zonder val en zonde; en ook in de hemel; n.l geloof in den zin van waarnemen, doorvoelen, bevinden, beleven en uitleven van wat God ons openbaart.
Naar deze schriftuurlijken voorstelling van zaken is religie derhalve : gemeenschapsoefening der ziel centraal (in haar kernpunt) met God tot een beleving universeel (alzijdig) tot God, krachtens en op den grondslag van openbaring, mededeeling uit God, Uit Hem; door Hem en tot Hem zijn, ook hier, alle dingen.
Nu is religie en christendom niet precies hetzelfde. Wij moeten natuurlijk niet uit het oog verliezen, dat christendom, christelijke religie, christelijk geloof enz., het feit der zonde onderst ellen. Dit is dus de religie, gegeven het feit der zonde, en der bijzondere genade. In het Paradijs, vóór den val, was dit niet alzoo. Daar ware voor christendom, voor christelijke religie geen plaats. En als eenmaal in da volheid aller tijden, Christus het Koninkrijk aan God en den Vader zal hebben overgegeven, opdat God alles in allen zal zijn, en christendom ten volle is overgegaan in Koninkrijk Gods, dan is christelijke religie daarmede overgegaan in de ware ten volle ontplooide religie als zoodanig.
Naar dien trant verstaan, is christelijke religie en christendom feitelijk een intermezzo (een tusschengebeurtenis) tusschen Paradijs en Heerlijkheid.
Inmiddels, de christelijke religie is daarmede geteekend als een specifiek verschijnsel, of wilt ge als een specifieke vorm van de religie als zoodanig; uit de genadebron van Gods eeuwige on ferming. Een verdiepte openbaring Gods; openbaring, God als opengebaard, om uit Zijn Goddelijke volheid ons den Christus te schenken; de religio objectiva (van Gods zijde, zie boven) dus naar inbond en rijkdom vermeerderd, met wat geen oog heeft gezien, geen oor gehoord heeft, en in geen menschenhart ooit opklimmen kon; uit de verborgenheden Gods, de geopenbaarde, uitgebaarde Christus Gods. En daarmede in overeenstemming de religio subjectiva (van onze zijde, zie boven) verdiept, vermeerderd met een geloofsdaad, welke zich speciaal op dien Christus richt.
De religie zelve is alzoo specifiek onderscheiden van wetenschap, kunst en dergelijke. Want ze is in haar wezen een bovennatuurlijk verschijnsel. Wij kannen haar niet kennen, laat staan bezitten en beoefenen zonder een speciale openbaring Gods aan ons, en inwerking door Zijn Geest in ons.
Zeker, in wetenschap, kunst enz. vinden wel als een analogie (een zekere gelijkenis) er van. In zooverre n.l., dat we ook op die terreinen moeten leven van geschonken goed; we zijn altijd levende van genade; naakt zijn we in de wereld gekomen, niemand bracht kennis van wiskunde, talen, of diergelijke in de wieg mede. Niemand kan iets, of doet iets, zonder hulp van anderen, zonder vóóroefening, zonder onderricht, zonder hulpbronnen. Maar in de religie ontvangen we den inhoud uit een hoogere wereld; en hare beoefening is alleen mogelijk door een bijzondere inwerking van God den H. Geest.
Door wijsgeerige speculatie (bespiegeling) en redeneering zonder meer kan nimmer de religie, en vooral niet de christelijke religie, worden ontworpen; worden, laat ik maar zeggen, geconstrueerd (saamgesteld). Want dan moest God het object (het voorwerp) toch in de religie, een menschelijke geest of zaak zijn; aangezien de philosophische speculatie niet anders dan met en naar menschelijke maatstaven werken kar.
Is de betrekking, de verbonding van den goddelijken tot den menschelijken geest niet een gegevene, een ons ingeschapene, en uit openbaring door den H. Geest ons medegedeelde, dan kan deze verhouding niet op wijsgeerige, speculatieve (bespiegelende) wijze worden tot stand gebracht.
Openbaring wil bier dan zeggen, niet een openbaring van het wezen Gods, in den zin alsof God geheel en al zich totaal had uitgeopenbaard; men noemt dit adaequaat; maar een openbaring van de betrekking en verhouding waarin God ('s wezen) zich stelt tot ons.
De grondslag en ònder-stelling van alle religie dien naam waard, is alzoo openbaring; religio objectiva.
Evenmin als uit de anorganische (niet in leven georganiseerde) natuur, het leven; evenmin als uit de levende cel „geest” kan afgeleid en verklaard; evenmin uit „geest”, zonder meer, God. Als God niet bestaat in, uit en door zich zalf, en als God niet van zichzelf aan ons openbaring, bekendmaking, mededeeling geeft, is het onmogelijk, dat de mensch op de idee, op de de gedachte van het goddelijke komen kan. Wel kan de menschelijke fantasie, wanneer eenmaal het „denkbeeld” der godheid aanwezig is, voor dit „denkbeeld”, voor deze idee vormen gieten; d.w.z. de menschelijke geest kan wel „afgoden”, geen God echter uitdenken.
Aan deze openbaring, aan deze religio objectiva, zoo sagen we, moet nu de religio subjectiva, het geloofsleven, beantwoorden. Geloof zooals dit aanneemt en uitleeft; als een zielswerkzaamheid waarbij denken en willen, kennen en vertrouwen geheel gevuld worden met een geestelijken inhoud.
Nu is christelijke religie in dit licht te beschrijven, als de religie in het teeken van zonde en genade; gelijk zij Christus heeft tot inhoud, en Christus zelf uit de genade Gods is. Niet dus slechts „genade” (als geschenk, als daad Gods in ons) vloeit uit Christus voort; maar Christus komt op en uit, uit de genade (als deugd, zelfbewogenheid van den wil Gods tot onze verlossing). De christelijke religie is die der genade en van den Geest. In haar is het begrip van religie als gemeenschapsoefening met God, van „geest met Geest.”: tot de hoogste verwezenlijking gekomen.
„Het is een door den geest den Geest aanschouwen (Clemens Alex); nog liever zouden we zeggen: een door den Geest met den geest der Geest aanschouwen (let op de hoofdletters).
En dat wel in de sfeer van genade.
Christelijke religie is derhalve: gemeenschapsoefening met God, op den grondslag in den weg van verzoening door voldoening. Christus heeft aan Gods recht voldaan; zóó zijn wij met God verzoend ; en alzóó is ons wêer de weg ontsloten tot het Vaderhart Gods. Hier is alzoo een verdiepte kennis, een verrijkt genieten ; een verhoogd verheerlijken geboren van den Vader, den Zoon en den H. Geest. Christelijke religie is: de objectieve Christus subjectief in ons toegepast en verheerlijkt.
Christendom nu noem ik van deze christelijke religie de uitbeelding op alle terrein. De gestaltenisse der christelijke religie treedt voor mij uit in het christen, dom; n.l. niet in naam- en vorm christendom ; maar in het wezenlijke, levende. Hetwelk, ik voeg het er helaas gaarne aan toe, niet zooveel gevonden wordt, als men blijkt te meenen.

(Slot volgt).
Arnhem. Wisse.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1924

De Wekker | 4 Pagina's

Religie en Christendom (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1924

De Wekker | 4 Pagina's