Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 82 D. K. O.
Formuliergebeden.
De Formuliergebeden voor de kerkelijke samenkomsten zijn:
1. Het gebed voor de handeling des kerkeraads,
2. Het gebed na de handeling des kerkeraads,
3. Het gebed voor de vergadering der Diakenen. De eerste twee zijn opgesteld op last van de particuliere synode van Zeeland van 1610,
Deze formuliergebeden waren niet verplicht. Ds. Koelman geeft op de vraag: „Of de leeraars de formulieren van eenigheid ondertekenende, uit kracht daarvan gehouden zijn de formulieren van gebeden en onderrichting, staande achter de Belijdenis en Catechismus te lezen?” het volgende antwoord:
„Geenszins, want uit het gezegde blijkt, dat door de Formulieren van Eenigheid die Formulieren, van de liturgie niet verstaan worden; gelijk ook geen leeraar zich verbonden houdt, om die formuliergebeden in den openbaren dienst te gebruiken, hoewel sommige leeraars te veel daartoe genegen zijn, en gaarne anderen zouden binden, om immers voor de predikatie die gebeden te gebruiken; daar zij ten hoogste maar voor onervaren, en tot voorbeelden van hetgene in de openbare gebeden moet invloeien, moesten gebruikt worden.”
Hieruit blijkt duidelijk, dat Ds. Koelman een tegenstander was van de formulier gebeden, maar toch ook, dat de kerk ze niet verplichtend had gesteld en ze niet, zooals de formulieren van eenheid door de predikanten behoefden onderteekend te worden.
Het gebed vóór de vergadering der diakenen behoort zelfs niet eens tot de liturgie. De opsteller er van is zelfs onbekend, en het is eerst na de vergadering der synode van Dordrecht 1618/19 vervaardigd, en eigenmachtig door den een of anderen drukker er bijgevoegd. Voetius was dan ook tegen deze formuliergebeden. Hij wil een vrij gebed en zegt, dat Dienaren des Woords, die geen vrij gebed kunnen doen, niet moeten toegelaten of getolereerd worden. Hij zegt: „Hij, die niet bij elke gelegenheid uit de Schrift weet te putten en haar voor de conscientiën door vermaan, vertroosting en verbetering weet toe te passen, en insgelijks niet weet in het openbaar en bijzonder gebeden uit te storten, is den naam van voorganger in woord en gebed niet waardig”. Voetius oordeelt formuliergebeden alleen dan noodzakelijk, wanneer de onbekwaamheid van den leeraar ze eischt.
De Dordtsche Synode van 1618 heeft dan ook de formuliergebeden niet verplichtend willen stellen. Zij had dat kunnen doen, want van de provinciën Gelderland, Zuid-Holland en Overijsel was de vraag ingekomen, of er geen eenparigheid moest zijn in de gebeden, m. a. w. dat altijd en overal hetzelfde formuliergebed zou worden gebruikt, maar de vraag is niet in behandeling genomen. Een bewijs dus, dat de Synode deze eenvormigheid niet wilde vaststellen.
Er is dan ook meer tegen dan voor. Allereerst zijn ze niet aanbevelenswaardig, wat hun vorm betreft. De zinnen zijn over 't algemeen veel te lang. Soms zijn de zinnen zóó ingewikkeld, dat ze moeilijk te begrijpen zijn, terwijl toch bij het gebed een allereerste eisch is, dat het verstaanbaar en duidelijk is, zoodat iedereen kan meebidden. Daarbij komt, dat zij niet op alle gelegenheden van toepassing zijn. Dit kunnen ze ook niet, en daarom zijn ze te algemeen. En eindelijk zijn ze ook niet altijd in overeenstemming met het voorgevallene op de kerkelijke samenkomsten, In de eerste jaren der doleantie, weiden de kerkelijke vergaderingen der doleerenden meestal met deze formuliergebeden en dankzeggingen geopend en gesloten. Het formalisme vierde hooglij. Men meende in hat spoor der vaderen te treden door het verwisselen van het vrije gebed met het formuliergebed. Waar dit soms toe leidde? In eene zekere stad was eene Christelijke Gereformeerde en een doleerende Kerk. De beide kerkraden zouden eens gecombineerd vergaderen om dichter bij elkaar te komen, 't Was nog vóór 1892. De afgescheidene en doleerende broeders dachten lang niet éénstemmig. Ook de beide predikanten verschilden nog al in meening. Er viel menig schelr woord, helaas, en men gevoelde, dat er beginsel verschil was. 't Was lang niet een samen-spreken in éénen geest. Toen echter de doleerende predikant de vergadering zou sluiten met dankgebed, werd het gebed na de handeling des kerkeraads gelezen of wilt ge: gebeden, En na al het getwist, dankte de voorganger toch volgens het formuliergebed: „ Wij danken U van harte .… dat gij nu met uwen Heiligen Geest in 't midden van deze onze vergadering geweest zijt onze raadslagen naar uwen wil stierende, en onze harten in onderlingen vrede en eendrachtigheid verbindende.”
Er was geen overeenstemming tusschen het besprokene es gebedene en sommigen der broeders gevoelden het pijnlijke van deze zinsnede uit het formuliergebed. Wij zijn dan ook dankbaar, dat in onze kerkelijke vergaderingen, 't zij kerkeraad, classis of synode het vrije gebed alleen gebruikt wordt. Zoo kan dan ook naar persoonlijke en gemeentelijke nooden het gebed worden ingericht,
Apeldoorn
P.J.M. de Bruin
 

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1925

De Wekker | 4 Pagina's