Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een brief van Ds. H. Janssen 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een brief van Ds. H. Janssen 3

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Vriend en Broeder!
Maar hier werken ook nog invloeden van binnen uit en die invloeden zijn niet minder funest dan de Westersche. De Inlandsche wereld is niet meer de slapende en gedachtelooze wereld van een dertigtal jaren terug. Zij is wakker geworden en men is aan het denken gegaan. Het Westen heeft feitelijk die Oostersche wereld wakker gemaakt en m.i. het meest door de tegenstelling tusschen haar en de Oostersche wereld als het ware op de spits te drijven. De Inlandsche bevolking, vooral in de steden, heeft gezien, en ziet nog dagelijks, welk een ontzaggelijke macht het geld in de wereld is. Met geld kan men alles doen en door geld alles krijgen; gevolg is: dat een Inlander over niets anders praat als over geld. Wanneer men de gesprekken van deze menschen beluistert, gaat het altijd over geld en men hunkert naar geld, om daarvoor al die mooie dingen te kunnen aanschaffen, die in de toko's worden aangeboden. Goud en zilver zijn de meest begeerlijke dingen voor een inlander. Ik heb nergens zooveel gouden knoopen, gouden en zilveren armbanden, valsche en echte juweelen zien dragen als hier in Indië. Een Inlandsch meisje of vrouw kan zich met deze dingen echt „opdirken” En zij hebben er nooit genoeg van. Stééds meer ringen en armbanden en oorknoppen en knoopen en broches. Sommige dragen „trossen knoopen” op hun borst en men ziet het duidelijk, men steekt elkander de oogen uit en het is een ijveren, wie de meeste hebben zal.
Met de jonge mannen gaat het precies denzelfden kant uit. Zij worden absoluut verwesterd. Hun kleeding wordt Westersch, hun publieke levenswijze Westersch, het bekende „strootje” is vervangen door de sigaret, zij gaan, als zij geld hebben, naar de bioscoop, die hen zelfs in de dessa's komt bezoeken en zij zien met afgunstige blikken naar de blanken, die het zooveel beter hebben dan zij. Ten gevolge van dit alles is er nu in de laatste jaren een klimmende ontevredenheid in de Oostersche wereld. Het Westen heeft zonder het te willen of te vermoeden het Oosten tot een zeer gevaarlijke overtuiging gebracht: de overtuiging n.l. dat Azië is voor de Aziaten en niet voor de Europeanen. Er is op dit oogenblik door geheel Azië een geweldige nationalistische spanning. China worstelt om zijn nationale vrijmaking en zelfstandigheid. Geheel Engelsch-Indië worstelt om zijn vrijmaking van Engeland. Egypte worstelt om zijn vrijmaking en ook in onze Oost gaat het om datzelfde vraagstuk: „Indië voor de Indonesiërs”. Van die geweldige nationalistische strooming tracht het Communisme nu partij te trekken en de Sjoviet is een geweldige en niets ontziende propaganda in het Oosten begonnen. Het Communisme dient zich hier als de eenige weg en het eenige middel aan om aan de Oostersche volken te schenken, wat zij begeeren: nationale vrijheid en zelfstandigheid. Het Communisme predikt op dit oogenblik op allerlei wijzen en door allerlei middelen „het evangelie van de nationale vrijheid”. Hierin ligt nu juist het gevaar voor het Oostersche christendom.
Want het Oostersche christendom is heel anders als het Westersche. Het is nog niet zoo principiëeel gefundeerd in het volksleven, het heeft nog geen historie gemaakt, het is veel minder dogmatisch dan het Westersche, men denkt hier minder dan in het Westen, maar voelt vermoedelijk veel dieper. Het mystieke en niet het intellectueele in het Christendom is hier overwegend. Daarbij komt nog iets. Uiteindelijk stemmen Christendom en communisme precies overeen, omdat ook het Christendom moet opkomen en arbeiden voor de nationale vrijheid en zelfstandigheid, en het is juist op dit punt, dat het communisme en het Christendom elkander in de Oostersche wereld ontmoeten en een bondgenootschap met elkander sluiten, maar een bondgenootschap, waarin niet het Christendom maar het communisme de leiding heeft. Christendom en communisme komen beide te staan in dienst van het nationalisme en ieder gevoelt, wat er in dat bondgenootschap van het Christendom terecht komen moet.
Een sterk bewijs daarvan vind ik in den grooten Chineeschen generaal Sun Yat Sen, die tijdens mijn verblijf hier, in China gestorven is en wiens overlijden een geweldigen indruk op de Chineezen over de geheele wereld, maar vooral hier in Indië gemaakt heeft. Ik geef hier een klein stukje terug van uit een lezing van Ds. Tiemersma over Sun Yat Sen en de huidige ommekeer in China.
Den 12den Maart j.l. — aldus Ds. Tiemersma — is er in den persoon van Sun Yat Sen een man van groote beteekenis gestorven. Hij was geboren te Canton uit Christen-ouders. Zijn vader was n l. een der eerste predikanten in China. Sun Yat Sen zelf heeft gestudeerd in Europa en Amerika in de medicijnen. Al spoedig voelde hij zich aangetrokken tot de politiek. Ook Sun Yat Sen was Christen. 't Was zijn innige begeerte, dat het Evangelie in zijn arme land verbreid zou worden en hij was er van overtuigd, dat slechts de Christelijke godsdienst redding aan zijn arme volk zou kunnen brengen.
Later kwam Sun Yat Sen onder de bekoring van het communisme. Veel trouwe volgelingen hebben hem toen verlaten. Men heeft hem gescholden voor een tweeden Lenin. Maar daar was geen sprake van, Sun Yat Sen is Christen gebleven en in zijn testament eischte hij. dat hij op Christelijke wijze en niet als Lenin zou begraven worden. Dit is geschied en aan de groeve werden door tal van aanwezigen, waaronder vooral studenten, in de Chineesche en Engelsche taal, liederen gezongen als:

„Jezus, die mijn ziel bemint,
's Levens stormen loeien, Heer!
O, beveilig mij, Uw kind,
Leg mij aan Uw boezem neer.”

Ook de bekende Christen-generaal-maarschalk Feng in China, schijnt in den laatsten tijd sterk door het communisme beïnvloed te worden. Wat hij pas aan het adres van de zending gezegd heeft en de profetie over den ondergang van het Christendom in China, door hem kort geleden gedaan, bewijzen duidelijk, dat ook hij meent, dat Christendom en communisme heel goed kunnen samen gaan.
Met hartelijken groeten,
Uw broeder in Christus,
Ds. H. JANSSEN.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Een brief van Ds. H. Janssen 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Wekker | 4 Pagina's