Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze onsterfelijkheid 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze onsterfelijkheid 51

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze satansgeest drijft voor een niet gering gedeelte het spiritisme aan. Ik beslis hier nog niet of dit spiritisme ook als bewijs voor de onsterfelijkheid kan gelden, ook niet of hier alles aan satans macht moet worden toegeschreven, maar wel mag worden aangenomen, dat satan in het spiritisme zijn handlanger heeft, om de menschheid al verder van Christus en Zijn Evangelie af te leiden. Op zichzelf klinkt dit vreemd. Wij zouden eerder meenen, dat de leuze: „dood is dood” er is geen God, geen eeuwigheid meer, op de lijn van satans toeleg te vinden was, dan dat de sprake van een leven nà dit leven nog een strik des duivels zou wezen. Immers het spiritisme staat sterk in zijn geloof aan het hiernamaals. Het meent zelfs den meest driesten ongeloovige te kunnen overtuigen, dat met den dood niet alles uit is. De tijd, toen men zoo gemakkelijk redeneerde: alles is stof en alles keert tot stof weer, toen men zeide: al dat gepraat over een leven ná dit leven is de boeman van de dominees, om de kapitalistische maatschappij in bedwang te houden, begint uit te slijten.
En nu laat het spiritisme er zich op voorstaan, dat het duidelijk heeft aangetoond, dat er is een voortbestaan der ziel Wat aan de religie niet gelukt is, wat al de boeken van geleerden niet hebben kunnen aantoonen, wat zelfs de Bijbel niet kan, en wat geen preeken vermogen dat heeft thans het spiritisme gedaan. De religie, die preeken, de Bijbel vragen geloof, maar bewijzen niets, doch het spiritisme wint het van die allen, want het komt met bewijzen (?) en nu moet iedereen daarvoor buigen. Of deze „bewijzen” de proef kunnen doorstaan, en als afdoende kunnen gerekend worden, kan niet zoo aanstonds door ons worden toegestemd. Maar hoe kan satan zoo'n beweging tot orgaan kiezen, als men in dien kring toch zoo sterk pleit voor een leven hiernamaals. Dan dient opgemerkt, dat bet spiritisme, hoezeer het ook de overzijde des grafs afzoekt, niets wil weten van het woord van Christus, „deze zullen gaan in de eeuwige pijn, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” Een dergelijke beslissing kent men daar niet. Van een rechtsgeding, dat den zondaar wacht, van een God, die rekenschap afeischt, van een oordeel, dat geveld zal worden, wil men niet hooren. Naar spiritistische zienswijze is er wel onderscheid onder de geesten der afgestorvenen. Niet allen komen aanstonds in het rijk des lichts. De meeste geesten hebben nog te veel van dit aardsche, zijn nog te zeer verkleefd aan het stof en kunnen daarom nog niet tot het hoogere geestelijke leven ingaan. Zij zijn het, die altijd nog de betrekking met de aarde onderhouden. Deze, nog te sterk aardsch-gezinde, geesten zweven door de lagere sferen, wachtend op het oogenblik om zich aan de levenden te openbaren, 't Is dus niet 't beste soort, van wie de berichten tot ons komen. Dat stemt niet erg moedgevend en wekt al heel weinig vertrouwen. Wanneer de antwoorden — stel dat dit feit is — moeten getaxeerd worden naar deze mindere kwaliteit geesten, dan blijft het toch zeker altijd gewaagd, op zulk een antwoord iets, neen, veel meer, een eeuwigheid te bouwen Maar hoe dit zij, dit staat vast, dat er van een eeuwig wel en wee geen sprake is in deze lijn. Want, zoo leeraart het spiritisme, al moge er onderscheid zijn in de geesten der afgestorvenen, het komt toch met allen goed terecht. Niemand behoeft bevreesd te zijn vóór den dood. Nà den dood komt alles in orde, Men moge hier op aarde zoo geheel voor de wereld in de begeerlijkheid des vleesches geleefd hebben, men moge hier zijn geest met allerlei vuil hebben bevlekt, geen nood, het komt toch in orde. Straks in de lagere sferen aan de andere zijde van het graf is er wel een geleigeest, die den ontslapene den weg wijst om over een pad van deugd hooger te stijgen naar de gewesten van het eeuwig licht. Het lichaam, het grof stoffelijk lichaam, dat bij het sterven achterblijft en nederdaalt in 't graf, heeft geen waarde en ook geen toekomst, want naar spiritistische voorstelling is het geloof aan de opstanding des vleesches een hersenschim.
Maar nu begrijpt ieder, hoeveel er satan hier in zijn wargaren verstrikt. Hier wordt de prediking ijdel, die met zoo hoogen nadruk zegt, dat er slechts is een heden der genade en dat zoo de boom valt, zoo blijft hij liggen. Dan is de roepstem tot bekeering onnoodig en wordt heel het Evangelie van Christus een klinkend metaal en een luidende schel. Ja, waarlijk, satan heeft in 't spiritisme zijn bondgenoot gevonden om de menschheid van den Christus en Zijn Woord te vervreemden. Te vervreemden niet op brusk goddelooze manier, maar op quasi religieuse wijze. Maar het is ten slotte satan precies hetzelfde, hoe hij den mensch naar de eeuwige rampzaligheid leidt, of dat is met den Bijbel onder den arm of met een vloekwoord op de lippen, of dat is bij den uitroep „dood is dood” of bij de inbeelding „het komt hiernamaals alles terecht”.
Waarlijk, wij leven wel in een tijd, die ons herinnert aan het woord der Heilige Schrift: „Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten en leeringen des duivels.” (I Tim. 4 : 1.)
Apeldoorn
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Onze onsterfelijkheid 51

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1925

De Wekker | 4 Pagina's