1909-11 November-1925

Woensdag 11 November mocht Docent A. van der Heijden den dag herdenken, waarop hij vóór 25 jaren de bediening des Woords aanvaardde.
Een talrijke vriendenschaar vond in dit zilveren jubileum een dankbare gelegenheid om op ondubbelzinnige wijze van liefde en hoogachting voor den jubelaris blijken te geven. Door den praetor der studenten werd Z.Eerw. en familie per auto naar de Theol. School gevoerd, voor deze ure met vlaggetooi en bloemen en palmen versierd. Bij het binnentreden der aula verhieven alle aanwezigen zich .van hun zetel en zongen Ds. A. v.d. Heijden, de zegenbede van Ps. 134 : 3 toe.
Docent P.J.M. de Bruin, aan wien als Rector de leiding van het feestelijk saamzijn was toevertrouwd, heette den jubelaris en familie hartelijk welkom en riep daarna den zegen des Heeren in voor dezen feestdag. Docent P.J.M. de Bruin die voor 25 jaren Ds. A. v.d. Heijden: in zijn ambt bevestigd had, las het schriftgedeelte voor, dat in de ure der bevestiging ook was voorgelezen. Hierna sprak hij als Rector namens het college van Docenten woorden van hartelijke gelukwensching, en wees op het groote voorrecht, dat de jubelaris thans geniet. Als oudste vriend bracht hij herinneringen van voor.36 jaren naar voren; herdacht de ernstige krankheid, die den jubelaris als student dreigde grafwaarts te voeren, maar waarin de Heere zich een gebedsverhoorend God toonde. Met groote nauwkeurigheid ging spreker de 25 jaren na, waaruit bleek, dat de Heere Zijn knecht met zorgvolle liefde had geleid en hij als een Jacob wel mocht betuigen : „Ik ben geringer dan alle deze weldadigheden en dan al deze trouw, die Gij aan Uwen knecht gedaan hebt.” (Gren. 32 : 10).
Hierop vereenigden zich allen in het zingen van Ps. 119 : 9 (gewijzigd).
Namens het Curatorium sprak Ds. R.E. Sluiter, die als oudste lid van dit college de gevoelens van blijdschap en de beste wenschen van Curatoren vertolkte.
Achtereenvolgens feliciteerden de afgevaardigden (Ven en Kloosterboer) van den kerkeraad der Gemeente Broek-op-Langendijk den jubelaris, die aldaar zijn ambtelijken loopbaan had aangevangen. Ds. L.H. v.d Meiden namens den kerkeraad van Dordt's Gemeente, die in 1909 haar Leeraar aan de Theol. School moest afstaan. Ds. J.W. Geels namens Apeldoorns kerkeraad, die met den predikant de broeders Hofmeijer en Luttikhuizen had gezonden. Ds. G. Wisse als lector, de heer W. Kramer als praetor namens de studenten. Ds. C. v.d. Zaal, die meende de tolk van alle oud-studenten te zijn met zijn oud leeraar hartelijk geluk te wenschen.
Al deze toespraken, door psalmgezang afgewisseld, getuigden welk een plaats Ds. A. v.d. Heijden inneemt in het hart der Kerk en School. Daaraan spraken ook de stoffelijke blijken van belangstelling. Het Curatorium en de Kerkeraad van Apeldoorn boden den jubilaris bloemen aan. De Kerkeraden van Broek-op-Langendijk en van Dordrecht hadden met de studenten de handen in elkander gelegd en schonken een prachtige eikenhouten boekenkast. Docenten, lector en pastor loei verblijdden hun collega met een lamp en voetenzak voor de studeerkamer.
Onder den diepen indruk van Gods goed, geheel verrast door deze liefdesuiting van zijn vroegere gemeenten, collega's, studenten en vrienden dankte Doc. A. v.d. Heijden mede namens zijn familie voor al het goede hem in dezen dag geschonken en noodigde allen als zijn gasten in de avondure uit. Nog een vers van Psalm 72 : 11, werd gezongen en eindigde Ds. J.W. Geels deze welgeslaag te feesture.
's Avonds om 8 uur was weer hetzelfde feestgezelschap bijeen, maar thans als gast van den jubelaris, die voor deze ure de leiding gaf aan de goede handen van Doc. De Bruin.
Allergenoegelijkst was dit saamzijn, waarbij goede woorden gesproken, schoone liederen gezongen werden. Een schoone sluitsteen vond het zilveren jubeleum in de mededeeling van den secretaris van bet Curatorium, dat het H. M. de Koningin behaagd had den jubelaris te benoenen tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Het zilver der genade van den Koning, der Kerk en het zilver der eere van Neêrland's Vorstin. Inderdaad het was voor den jubelaris een goede, een schoone, en onvergetelijke dag. Het was al zeer laat in den avond, toen allen zich schaarden rondom den disch, 't was middernacht toen allen zich konden en mochten vereenigen in dankgebed, waarin Doc. F. Lengkeek den Heere dank en eere bracht.
J.W. Geels

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen