Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Slang in het Paradijs. (18)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Slang in het Paradijs. (18)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zeer merkwaardig verschijnsel, naar aanleiding van de jongste gebeurtenissen in het kerkelijk Nederland, is, dat aan het licht is getreden, hoe rondom deze bekende gebeurtenissen, geesten openbaar werden van zucht naar vernieuwing der gansche (Christelijke) religie. Ik bedoel hier niet mede Dr. Geelkerken en de zich rond hem scharende gemeente van Amsterdam Zuid, als zoodanig. Dit zou onbillijk zijn Maar wel, dat naar aanleiding van wat daar plaats vond zeer kennelijk symptonen openbaar werden van neo-religiezucht, zoo bij velen der „jongeren” blijkt geworteld” zijn. De „jongeren”, zooals we die kennen uit de nieuwe acties, die zichzelf uitgeven voor „religieus”, „geestelijk” enz. Te vinden bij de nieuwe modernistische stroomingen, in allerlei kerken en organisaties; zelfs bij de socialisten en vrijzinnigen. En welke onderstroomingen waarlijk ook de rechtzinnige kerken (geene uitgezonderd) niet voorbijgaan. Zij grepen de kwestie-Geelkerken aan, om van zich te laten hooren; om er wat „uit te slaan”; om hopelijk er een bondgenoot in te vinden. Des neen. Bezien we het van wat meer nabij.
Er gaat thans een crisis door heel de religieuse menschheid. Een der kenmerken op religieus gebied onzer twintigste eeuw. Bij alle volken, bij 't heidendom zelfs, ook bij den Islam; en voorts zoowel bij Roomsch als Protestant, bij Orthodox en Vrijzinnig; maar door de geheele wereld is een crisis op godsdienstig gebied waar te nemen. Welke? Men wil het oude vernieuwen. Er is niet alleen een algemeenen tegenstand eenerzijds tegen alle religie, maar er is ook anderzijds een algemeene zucht naar religie-om werking. Men spreekt van nieuw-mohammedanisme, nieuw-buddhisme, nieuw-christendom, enz. enz. Het „neo” is het kenmerkende. In elken godsdienst waar te nemen, zelfs in de onderafdeelingen. Men wil zijn god(en) en religie behouden, mits in nieuweren vorm. De oude symbolen laten blijven, maar hun wezensinhoud vaak totaal omscheppen. Een nieuwen God, een nieuwen Christus, een nieuwen mensch zelfs (te onderscheiden van een vernieuwden!), zoekt men daar te stellen. Het kenmerkende daarin is weer, dat het alles moet aanpassen meer bij de mentaliteit van onzen modernen mensch. Of het met die mentaliteit (geestesgesteldheid, denkmanier) zelf wel in orde is; of niet liever deze omgeschapen diende te worden, is een vraag die men liever op den achtergrond dringt. Het is de mensch, die God verklaren wil; de mensch de maatstaf aller dingen, tot in zijn god en godsdienst toe. Openbaring wordt almeer verlaagd tot oprijzing uit de diepten van mijn ik. De mensch zelf een god in 't diepst van zijn gedachten. Het is één der universeele trekken van de aanbidding van het Beeld van het Beest. Geen gevaarlijker vijand voor de ware religie dan zulke neoreligie. Religie met religie bestreden, dit is echt een (en nu spreek ik figuurlijk!) spreken van de slang. De slang in 't paradijs heeft ook verleid door religieuse voorstellingen: „als God te zijn”. Deze neo-religie (strooming) beroert nu zelfs in haar uiterste deining de kerken van vaste, zuivere, rechtzinnige belijdenis. Het is, ik herhaal, niet welbewust en opzettelijk de bedoeling van allen, die tot de „jongeren” behooren, maar deze idee is toch o.i. wel terdege in de diepste onderstrooming vaak aanwezig. Zie maar, hoe tal, tal van deze „nieuwere” menschen de beweging, die in Dr. Geelkerken aan de orde kwam, (ik geloof geheel tegen diens eigen bedoelen in) aangrepen als een „verlossings”-gedachte voor hun ziels-onderstrooming, van zucht naar „vrij making” van het oude juk eener in hun oogen verouderde …. religie zelf. Al wat „vrijer” denken, al wat „vrijer” leven wil, en toch godsdienstig wezen wil, zag den kant van 't Zuiden van Amsterdam uit! Natuurlijk ontnuchterend zou 't worden. Want och, het was dáár heusch niet wat die lui zochten. Dit zeg ik openlijk en ronduit.
Dit begreep Kees Boeke b.v. ook wel, dat dit daar maar „half werk” was; men hield daar nog vast aan den bijbel als zoodanig als aan Gods Woord, en dat was voor die „neo's” contrabande; maar het bewijst dan toch welke verlangens er sluimeren. En al ware er nu geen conflict in Amsterdam, en al bestond daar geen leeraar, wiens naam op zooveler lippen is gekomen; dan nòg bemerken we die zucht, waarbij velen o zoo gaarne een met hun rede-overeen-komenden bijbel zouden willen hebben. — De beweging zulker „jongeren” is er ook: ook in ons land, en dat stemt tot ernstig indenken. Neen ik zeg niet, dat ook daar geen elementen, in zijn die ons terdege iets ernstigs hebben te zeggen. Dit kan men toegeven. Maar het principe, de diepste onderstrooming er in, zou dit nu waarlijk enkel zielsworstelende begeerte, behoefte, nood voor God zijn, om toch maar godzalig naar denken en beleven te mogen zijn?
Ik wil zooveel toegeven als kan, ik wil aannemen, dat hier verschillende factoren tezamen komen, maar daar is er dan toch ook één onder, die ik noem: de zucht, de moderne zucht, om God en religie om te scheppen naar eigen idee en inzicht. Want als 't eens werkelijk het bedoelen was, om tot God te komen, om vrede met Hem te mogen maken, om het leven Gods in de ziel te ervaren, om tot doorbreken, tot volle ruimte van binnen te komen, en dat men daarom dan sprak van hinderpalen en bezwaren, die in den weg stonden, en die men wilde weggeruimd zien; — dan zou er meer een worstelen omtrent het centrum, het middelpunt, de innige zielszaak voor Gods aangezicht zijn. Wien dit nu niet geldt, hij behoeft zich dit niet aan te trekken, maar dat toch een ieder zich ten deze wel onderzoeke, van welke partij ook.
o, 't Klinkt zoo voornaam: verdieping der religie. Maar kwam het maar eens tot verdieping, ja tot verbrijzeling van eigen hart en ziel voor God, dan zou heel wat ware echte verdieping van allerlei, der stukken meteen gegeven zijn, waarvan menigeen thans nog 't a,b,c niet verstaat. Voor velen zou 't beter zijn te spreken van vereenvoudiging van 't onderricht, dan van verdieping. Velen jagen, hijgen, schreeuwen, heel philosophisch, om verdieping van de religie, terwijl ze niet eens de gewone eerste beginselen van de leer der zaligheid en der godzaligheid kennen; zelfs niet eens theoretisch. Wat een diepten heeft zulk een eenvoudig kind van God bereikt, die b.v. iets heeft doorleefd van het in de ruimte gebracht zijn zijner ziel, en waarvan menig „neo”-man geen syllabe blijkt te verstaan. Weet ge, wat ge soms hoort in persoonlijk gesprek daarover? Dit: „Ik zèg het anders, ik bedoel het wel zoo, maar met ander accent; ik gebruik daar andere bewoordingen voor; enz. enz.” Zoo heet het dan, maar ik ben zoo vrij er van op te merken, dat het zaak is, ter dege te onderzoeken, of hier dan ook geen andere zaken onder bedoeld worden. Want waarom anders andere woorden? Te meer daar telkens blijkt, dat dit anders benoemen voortkomt uit wijsgeerige beschouwingen, meer dan uit innerlijke bijbelsche doorleving in de ziel. Als men in een of andere kerk aan zulke methode voet geeft, vergeten wij het niet, dan helpt men in 't wezen, tenslotte zulke „neo's” voortbrengen, die noch aan slang, noch aan…. Bethlehem in 't eind gelooven. —
Ik herhaal, bewust doen allen 't niet, gelukkig, maar de idee die er aan ten grondslag ligt, is die der neo-religiebeweging (ook in haar soms orthodoxen en Gereformeerden vorm) een Aufklärung's uitvloeisel, in zijn consequenties Hegel-Bollandistisch van aard. En loopt uit op een totale omschepping van de religie, waarbij we een religie zonder levenden God, een christendom, zonder Borg-Christus, een zieleleven, hoe „verdiept” ook, zonder den H. Geest en zijn wederbarend werk zouden krijgen.
(Wordt vervolgd).

Utrecht. WISSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1926

De Wekker | 4 Pagina's

De Slang in het Paradijs. (18)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1926

De Wekker | 4 Pagina's