Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dienst der Gebeden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dienst der Gebeden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij spreken van den dienst des Woords en der gebeden. Der gebeden. Ja, dit ook. Het wordt, vrees ik, maar al te vaak vergeten. Als we in Gods Huis vergaderen, om ons voor 's Heeren aangezicht te stellen, is dit niet slechts om in Woord en Sacrament te vernemen, wat de Heere tot ons zegt, maar eveneens, opdat de Heere hoore, wat onze ziel tot Hem te zeggen heeft; met name in het gebed. Ik geloof, dat velen meenen, dat het gebed in de samenkomst der gemeenten een plechtig, stichtelijk, min of meer noodzakelijk toevoegsel is; maar zij verstaan niet, dat het een wezenlijk bestanddeel vormt van den dienst. En dit dan wederom niet, uitsluitend met oog op den leeraar zelf, maar met oog op de gansche gemeente. Zulk een gebed, ja, dat heeft de leeraar noodig, zoo meent men. Hij moet vragen, of de Heere hem verwaardigen, bekwamen, verlevendigen wil enz. Zeker dit is alles goed en noodig, maar de leeraar gaat in 't gebed voor, als namens de gemeente; hij is daarin de mond des volks tot God. Niet alleen om een zegen in te roepen over het bedienen van Woord en Sacrament. Dit ook. Maar toch nog anders; toch nog iets meer. Het gebed in de samenkomst der gemeente bedoelt, om namens de gemeente de zonden te belijden, genade in te roepen, de nooden bekend te maken, Gods naam te verheerlijken in aanbidding en dankzegging; kortom om daar met de gemeente gemeenschap met een Drie-eenig God te oefenen; waarbij de Bruid des Lams haar aangezicht opheft tot haar komenden, verwacht wordenden Koning. Als we deze zaak nu eens wat beter gaan verstaan, dan zal er meer beteekenis aan dat bidden in de verzamelde gemeente worden gehecht.
Zoo vormt het een wezenlijk stuk van den dienst.
Laten we ook als voorgangers daar wel aan denken. Zoo menigmaal kan het lijken, alsof de taak van ons bidden op den kansel „slechts” daarin bestond, dat we vragen, of God de onbekeerden wil bekeeren, de valsch gegronden ontdekken, de bekommerden vertroosten, enz, enz. Maar hoezeer dit alles kostelijk is, onze eigenlijke gebedstaak is daarmede niet beëindigd. Neen, we hebben niet slechts te smeeken om den zegen over de predicatie, maar we dienen den nood der gansche christenheid Gode op te dragen. Ja, ook in ons gebed aldoor, namens de Kerk Gods, Zijn naam uit te roepen als heerlijk, aanbiddelijk en vol van zaligheid, in de gemeenschapsoefening met Hem. Als de leeraar in 't gebed gaat op den kansel, dan gaat daar de gansche ware gemeente in 't gebed.
Hoe moet voor zulk bidden eerbied zijn, hoogachting en liefde. Dan behooren de mannen te verrijzen van hun zitplaats; in elk geval, dan behoort een ieder een eerbiedige houding aan te nemen, en zijn hart te stellen tot een waardige gestalte. Hoe afschuwelijk, als dan menigeen zich zet eer tot slapen dan tot bidden; of het hoofd op den arm neêrvleit; en men allerlei oneerbiedige houdingen aanneemt. — Hier geldt ook: schik u o Israël, om uw God te ontmoeten.
Nu weet ik wel, dat van de zijde des predikers hier de noodige wijsheid dient betracht te worden. Want wie al te lang bidt, ontsticht. Trouwens in 't openbaar bidden, aan tafel, in vergaderingen, in Gods Huis enz., dient men altijd zakelijk beknopt te zijn. Spurgeon heeft er eens heel ter snede het volgende van opgemerkt: de voorganger bidde nooit opvallend lang, want òf hij is niet bij zijn hart, maar dan is lang bidden uiterst vervelend voor den hoorder (meêbidder?); dan voelt men het, het gaat niet van harte; dit schaadt den ernst en de wijding. Of de bidder is wel bij zijn hart; maar doe het dan toch ook niet te lang; want anders zullen de hoorders niet kunnen volgen; dan is de vlucht te hoog. Tot zoover Spurgeon. Veel waars bevatten deze woorden. Nu zijn er wel zooveel nooden en zaken, waar het gebed meê te maken heeft, dat kort bidden haast niet mogelijk is in de gemeente, maar dit kan ondervangen worden m.i. door de eene maal op deze, een andere maal op die zaak de aandacht te vestigen. Gelijk de prediker niet de gansche leer in één preek heeft te verwerken, zoo behoeft hij ook niet alle nooden en zaken in één gebed neer te leggen.
Zij er ten deze bij allen maar veel geheiligde oefening. De gebedsgave bij den voorganger en de rechte gestalte daaronder bij de gemeente, zijn beide vruchten van God den H. Geest. Zij Hij maar de vóórbidder in ons, die ons „vóór” bidt, die ons in de ziel dicteert, opgeeft, wat we bidden zullen; die het request voor ons opstelt, en die ons tevens onderwijst, hoe we het in de troonzaal hebben nêer te leggen.

Utrecht. WISSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1926

De Wekker | 4 Pagina's

De Dienst der Gebeden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1926

De Wekker | 4 Pagina's