Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (VII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (VII)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet alleen de notulen der kerkeraadsvergaderingen, ook de andere boeken omtrent! belijdende en doopleden, doopsbediening en huwelijksinzegening, alsmede die van de finantieële administratie van kerk en armen behooren ter inzage aanwezig te zijn.
Dat het inzien van het doopboek wel eens tot wonderlijke ontdekkingen heeft geleid, vertelde mij eens een eerwaardig leeraar, die thans reeds de ruste is ingegaan, die er overblijft voor het volk van God. Als merkwaardig feit in de geschiedenis van de kerken uit de Afscheiding geboren, deelen wij het hier mede. ’t Geschiedde in de Gereformeerde kerk onder het kruis, die later (in 1869) met de Kerk der scheiding vereenigde tot „Christelijke Gereformeerde kerk in Nederland.”
Die leeraar der kruisgemeente moest met een anderen broeder kerkvisitatie houden in Embden, in de oude spelonk van Adullam, waarheen in den tijd der Reformatie vele Nederlanders heenvluchten om aan Alva’s wreedheid te ontkomen. Aldaar leefde de Gereformeerde kerk voort en alzoo was ook daar in de dagen der scheiding eene Geref. gemeente, die, hoewel op Duitsch grondgebied, in kerkelijk verband leefde met de Geref. kerk onder het kruis. De vragen, die gedaan werden bij de visitatie gaven geen moeilijkheid, maar bij het inzien van het doopboek, bleek den visitatoren, dat in de laatste jaren geen enkel kind gedoopt was. Natuurlijk werd door de visitatoren naar de oorzaak hiervan onderzoek gedaan. Die oorzaak kon niet zijn, dat er geen gelegenheid was tot doopsbediening, want de gemeente te Embden had een eigen leeraar, die in October 1865 nog als afgevaardigde der gemeente de Algemeene Vergadering of Synode der Gereformeerde kerk in Nederland te Amsterstam had bijgewoond, gelijk blijkt uit de notulen, waar als afgevaardigde van Embden wordt genoemd Ds. S. C. de Haan.
Eindelijk kwam de predikant met zijn Kerkeraad er voor uit, dat men besloten had voortaan geen kinderen te doopen, maar te wachten tot zij als volwassenen blijk gaven van hunne wedergeboorte. Immers de doop rustte niet op het Verbond der genade, waarin de kinderen begrepen zijn volgens Zondag 27 van onzen Catechismus, maar op de wedergeboorte. Nu was die Kerkeraad nog niet zoo geavanceerd als tegenwoordig in „de Geref. Kerken”, die van onderstelde wedergeboorte bij den doop spreken, maar hij besloot eenvoudig met den doop te wachten.
De visitatoren der „Classis Groningen”, waartoe Embden behoorde, brachten van hunne ervaring verslag uit op de Classis, welke dit anabaptistisch standpunt veroordeelde. Het gevolg er van was, dat Embden zich nu onttrok aan het kerkverband en een baptistengemeente werd.
In de notulen van de Algemeene Vergadering der Gereformeerde kerk (onder het kruis), gehouden van 26 Juni tot 4 Juli 1866 te Zwolle, lezen wij in Art. 126: „De correspondent der Classis Groningen geeft kennis, dat Ds. de Haan te Embden onze kerkgemeenschap heeft verlaten.” Dit eenvoudig artikel is dus de slotsom van een stukje kerkgeschiedenis, dat zijn aanvang nam in eene kerkvisitatie. Wij meenden dit weinig bekende stukje historie aan het tegenwoordig geslacht niet te mogen onthouden.

Postscriptum. Naar aanleiding van onze behandeling van Art. 44, dat zegt „de kerkvisitatie zal jaarlijksch geschieden”, kregen wij uit twee onderscheidene Classes bericht, dat in gemeenten van die Classes in geen drie jaar visitatie is gehouden. Wij gaan daar niet op in, maar achten toch noodig, indien het zoo is, wat broeders ons schreven en zeiden, op te merken, dat zoo iets in strijd is met onze kerkorde. Nu kunnen er bij die Classes redenen zijn, die tot uitstel hebben geleid, maar wij veroorloven ons toch te wijzen op getrouwe naleving onzer kerkorde, als noodzakelijk voor ons kerkelijk leven Ook hier geldt: Beter geen wet, dan een wet, die niet wordt nageleefd. Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (VII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's