Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 45 D.K.O. Acten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 45 D.K.O. Acten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 45 D. K. O. over de Acten of Acta luidt aldus:
„De Kerk, in welke de Classis, en desgelijks de particuliere of generale Synode samenkomt zal zorg dragen, dat zij de Acten der voorgaande vergadering op de naastkomende bestelle”.
Even breedvoerig, als wij het voorgaand artikel over de kerkvisitatie besproken hebben, even kort kunnen wij zijn over bovengenoemd artikel. Niet omdat de zaak van minder belang is, maar omdat het artikel voor zichzelf duidelijk spreekt en weinig toelichting noodig heeft. Het handelt over de acta of handelingen der kerkelijke samenkomsten, n.l. der meerdere vergaderingen in classes en particuliere en Generale Synoden. In Art. 34 was reeds bepaald, dat bij den Praeses een Scriba zal gevoegd worden, om naarstiglijk op te schrijven, hetgeen waardig is opgeteekend te worden. Dit opgeteekende nu, dat vóór het scheiden der meerdere vergadering, als „kladnotulen”, wordt voorgelezen en goedgekeurd, wordt meestal later gedrukt uitgegeven, onder den naam van „Acta”, en is dan nauwkeuriger uitgewerkt en door praeses en Scriba of door het Moderamen der Synode onderteekend.
Voor de Acta der Generale Synoden is het regel, dat ze gedrukt worden, als zijnde van algemeen belang voor heel de kerk, doch de acta der particuliere Synoden verschijnen niet altijd in druk, althans voor zoover ik weet, geschiedt dit alleen met de acta der particuliere Synoden van het Zuiden. Deze acta zijn mij altijd toegezonden, waarvoor ik die Synode zeer erkentelijk ben. Van die van het Midden en Noorden zag ik nooit een gedrukt exemplaar. Nu zegt Art. 45 niet, dat zij bepaald in druk moeten verschijnen, doch wel, dat de kerk of gemeente, waar de Classe of Synode vergadert, er voor moet zorgen, dat de acta der voorgaande Classe of Synode op de volgende vergadering tegenwoordig zijn. De acta dier vergaderingen moeten daarom dan ook zorgvuldig worden bewaard. Zij geven voor het nageslacht licht over de geschiedenis der plaatselijke kerken, zoowel als over de kerken in ’t algemeen. Zulk een bewaarplaats der acta wordt kerkelijk archief genoemd. Men kan dus spreken van het archief der plaatselijke gemeente, der Classis, der particuliere en generale Synode.
’t Is wel jammer, dat de archieven der plaatselijke gemeenten soms zoo veel te wenschen over laten. Alle papieren, koopacten, eigendomsbewijzen, schuldbrieven, kennisgevingen der Overheid, dat zij kennis draagt van het bestaan der gemeente, enz. moeten daarin zijn saamgebracbt en bewaard. En hoe staat het met het archief der classis? Meestal is er een scriba, die de notulen-boeken de Classicale correspondenties en ingekomen stukken bewaart. Bij benoeming van een anderen scriba moet deze al die stukken in ontvangst nemen. Zijn al die stukken echter veilig bewaard? Gaat er soms niet een stuk te loor? Daarom is zoo noodig, dat er voor iedere classe een archiefbewarende kerk wordt aangewezen, waar al die stukken bewaard worden. En de particuliere synoden? Voor de Synode van het Zuiden is de zaak in orde. Zij bepaalde reeds op 26 Juni 1919: „Rotterdam wordt aangewezen als archiefbewarende kerk van de Part. Syn. van het Zuiden.” Daar ik de acta der andere part. Synoden niet bezit, weet ik niet, hoe het daar gesteld is. Wat de acta der Generale Synoden betreft, deze worden bewaard in de kluis der archiefbewarende kerk van Rotterdam. Op elke Generale Synode geeft deze gemeente verslag van den staat van het archief Op de eerstvolgende Synode zal deze gemeente die thans gesplitst is in drie gemeenten, wel kennis geven bij welke gemeente thans het archief bewaard wordt, om alzoo officieel de Kerk in ’t algemeen daarvan kennis te geven. Sedert 1922, wordt op iedere generale Synode eene commissie van twee personen benoemd, welke is opgedragen de stukken van het archief te controleeren. Voor de komende Synode, welke in 1928 D. V. te Apeldoorn staat gehouden te worden, zijn als leden der Archief commissie benoemd de predikanten D. Driessen en J. W. van Ree. Zij moeten volgens Synodebesluit het Archief controleeren en daarvan bij de a.s. Generale Synode een schriftelijk verslag inzenden. Ten slotte willen wij nog wijzen op eene bepaling van de Synode van 1879, luidende: „Indien iemand van een of ander stuk uit het archief wenscht gebruik te maken, heeft hij zich te wenden tot de Synodale commissie, die met den archivarius over dit verzoek zal beraadslagen.” Daar wij geen Syn. Commissie meer hebben, zou de komende Synode hiervoor in de plaats moeten stellen „de Kerkeraad de Archief bewarende Kerk,” want deze is het verantwoordelijk lichaam voor de bewaring en in plaats van „Archivarius,” dien wij niet hebben, „de commissie ter controleering van het Archief.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 45 D.K.O. Acten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's