Correspondentie
N. N. te W. Op ongeteekende vragen wordt niet geantwoord.
P. W. te L. Het is zeker indroevig, dat men maar over iemand schrijft en oordeelt, zonder hem in de gelegenheid te stellen, kennis van de beschuldiging te nemen.
Meer schrijven wij er niet over; we zouden anders licht vervallen in de onstichtelijke partij-politieke Reden, waarom wij uw ingezonden, hoewel wij het er van harte mede eens zijn, niet plaatsen.
J. v. d. N. te P. Ik heb het door U bedoelde artikel niet gelezen (zie corr. aan P. W. te L.) Zoo ik in de V. Br. schreef, is het. Of dat goed is n.l. dat het zoo is, is een vraag, waarover in de Kamers maar eens gesproken moet worden. Indien de Redactie van „de Banier” mij het nummer, waarin het artikel „Staatsrechterlijke Voorlichting”, wil toezenden, kan ik zien, of ik mis ben geweest, ja of neen. Het zal in dat artikel toch zeker wel niet ontbreken aan een voorlichting, die staatsrechterlijk juist is; van een staatkundig blad moeten wij dat kunnen verwachten.
Is mijn voorlichting onjuist geweest, dan beloof ik U eerlijk schuld te zullen belijden.
L.
Wegens plaatsgebrek zijn enkele advertentiěn verschoven tot een volgend nummer.
Red.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1927
De Wekker | 4 Pagina's