Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Hemelsche Jeruzalem (XXII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Hemelsche Jeruzalem (XXII)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(VIERDE HOOFDSTUK).

De Gouden Lichtstad.

(Openb. 21 : 14—21).

Eenige jaren geleden verscheen in ons vaderland een boek, hetwelk wel in staat was de opmerkzame belangstelling te wekken van velen. Geschreven door een man, die niet onvermaard is in de geschiedenis der letterkunde, en wiens geschriften zoovele ontboezemingen mogen heelen van zijn veelszins vragensmoede ziel; geschriften welke meerendeels getuigen van aangegrepen te zijn door 't gevoel van wereldtwijfel en wereldsmart, zonder den waren troost te kennen.
Ook dit boek getuigde daarvan. Immers die schrijver is de bekende Frederik van Eeden; het boek heet : De Lichtstad.
Een fantasie, waarin we beluisteren het heimwee naar een smettelooze hoogere sfeer te midden van een gebrokene donkere wereld. — In dit boek toch teekent v. Eeden ons een prachtstad, gebouwd op een eiland in zuivere reine sfeer; zonder de wanklanken, en smetten van de moderne beschaving. In deze stad kunstig opgebouwd zouden de edelsten der menschheid verzameld samen wonen, om er te beleven een samenleving van kunstenaars, edelen, wijzen, dichters, denkers, kortom van de bloem der menschheid, omgeven van al de pracht en grootheid eener cultuur, die doordrongen zou zijn van de meest verhevene gedachten van godsdienst en wijsbegeerte.
Van Eeden is de éénige niet, die droomt van zulk een stad, In allen ernst hebben in ons vaderland, in Amerika, in andere landen, van de meest vermaarde architecten reeds plannen voor zulk een lichtstad ontworpen; met een tempel voor den eenheidsgodsdienst in het midden. — Dichters hebben het thema in bun verzen bezongen. Fantasie zegt ge? 't Zij zoo; maar dan toch een fantasie met diepen ondergrond. De vertolking van een in da ziel der menschenkinderen sluimerend heimwee naar verlossing uit deze besmette wereld, tot bereiking van een ideale sfeer. —
Alleen maar voor zulk een verwachting geeft de wereldbeschouwing des ongeloofs, der evolutie, geen grond. Vanwaar zou herschepping en verlossing zijn, als er geen levende God als Schepper wordt erkend. Voorwaar dit ware te noemen een stad zonder fundament.
Ik stel hiertegenover Abraham. Van Eeden—Abraham. Wonderlijke combinatie. Ja, dat is het. Toch in 't oog te vatten Zij lijken iets gemeen te hebben. Van Abraham lezen we (Hebr. II: 10), dat „hij verwachtte de stad die fundamenten heeft welker kunstenaar en bouwmeester God is.” Beiden dus spreken van een stad der toe, komst. Maar merk nu op het onderscheid. Bij v. Eeden c. s, een fantasie uit het gevoel van onvoldaanheid en zielemoeheid in de woestijn dezes levens. — Uit het vreemdelingschap dus de verwachting (der fantasie). Bij Abraham precies andersom; hij gevoelde zich vreemdeling omdat (lees er niet overheen) omdat hij een stad verwachtte. —
De verwachting ging voorop, was de grond, de reden van zijn vreemdelingschap. Voor die verwachting was grond in de openbaring Gods. In Jeruzalem het type. In het hemelsche Jeruzalem op Patmos geopenbaard, zien we de ware bevredigende vervulling.
Van deze heerlijke lichtstad wordt ons dan in vs. 14—21 allerlei heerlijks en schoons nader beschreven.
Wij zullen de hoofdzaken er van nader bezien. Eerstelijk dan treft ons de omvang dier stad. De stad zelf lag vierkant, naar schoone evenredigheid. Vier is het getal der schepping, gelijk drie het is van God.
Het nieuwe Jeruzalem bedoelt niet vernietiging maar herstelling te aanschouwen te geven van Gods heerlijk scheppingswerk Overeenkomstig den aard der heerlijkheid wordt met den gouden rietstok de stad opgemeten. Met een gouden rietstok. Hier zal een zuivere goddelijke maatverhouding gevonden worden. Twaalf duizend stadiën mat de engel. En haar lengte, breedte en hoogte waren evengelijk. Sommige meenen, dat hier kan gelezen worden „gelijkmatig”.
Dus dan zou de bedoeling zijn, dat de verhoudingen symmetrisch waren. De omvang was 12 duidend stadiën, dat is 600 uren gaans. Het is om aan te duiden, dat geen stad in grootte haar gelijk zal zijn. De muur was 144 ellen hoog. De stad vierkant en symmetrisch opgebouwd. Er is dus orde in dezen bouw. Ja het herstelde werk Gods zal groot maar ook symmetrisch, ordelijk zijn. Waar God inkomt, wordt de orde hersteld. Hier beleven we de scheefgetrokken wanordelijkheid, binnen in ons en rondom ons, maar waar de genade heerschappij krijgt, zal het alles weer orde, harmonie, overeenstemming in God vertoonen. Zaligheid is orde en harmonie; evenwichtigheid in God.

Utrecht. Wisse.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Het Hemelsche Jeruzalem (XXII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1927

De Wekker | 4 Pagina's