Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd is voorbij, dat er met spanning werd uitgezien, wat er op Nieuwjaarsmorgen door Keizers en Koningen op de Nieuwjaarsreceptie ten hove zou worden gezegd. Een woord van Wilhelm II of Frans Joseph kon dadelijk in de geheele wereld sensatie en beroering brengen en het jaar in een zeker teeken plaatsen. Maar nu hebben die nieuwjaarsrecepties weinig beteekenis meer. Of Mussolini al zegt, dat wij een jaar van toenadering zullen hebben, niemand gelooft er veel van, en of de kroonprins van Italië den paus al toewenscht, dat hij opnieuw de katholieke wereld in onafhankelijkheid zou mogen besturen, niemand schenkt er veel aandacht aan. Maar een schitterende toespraak heeft de oude Hindenburg gehouden tot den Nuntius, die hem op nieuwjaarsmorgen namens het geheele corps diplomatique de gelukwenschen kwam aanbieden. Mijnheer de Nuntius! zeide hij. Onbaatzuchtige toewijding aan het vaderland sluit arbeiden in het belang der menschheid volstrekt niet uit. De volken echter zullen zooveel te eerder hun krachten wijden aan het verkrijgen van een waarachtige internationale gemeenschap met den Vrede als grondslag, naarmate deze Vrede beteekent de heerschappij van de Rechtvaardigheid en van de hoogste bezitting der menschen, de Vrijheid. Hoezeer het Duitsche volk ook gebukt gaat onder zijn eigen zware zorgen, die het noch kan vergeten noch kan achterstellen bij andere zaken, het is toch vast besloten oprecht deel te nemen aan alle pogingen om een echten vrede te verkrijgen in de verwachting, dat langs dezen weg het best bereikbaar is ons aller ideaal: Rechtvaardigheid in de betrekkingen der volken onder elkaar. Moge het nieuwe jaar, Mijnheer de Nuntius, onzen wensch in vervulling brengen dat het Goddelijk gebod van liefde en vrede in steeds sterkere mate ook voor de volken zal gelden; moge uit het zaad de oogst groeien, waarop onze hoop gevestigd is. In deze verwachting hied ik U, Mijnheer de Nuntius, en U Mijneheeren Ambassadeurs, Gezanten en Zaakgelastigden mitsgaders Uw Staatshoofden, Regeeringen en Volken mijn meest oprechte en hartelijke gelukwenschen aan uit naam van het Duitsche volk en namens mij zelf.”

Dat is korte krachtige taal, ontbloot van alle diplomatieke dubbelzinnigheid. Rechtvaardigheid in de betrekkingen der volken onder elkaar. Ja, die oude heer in Berlijn weet precies den vinger op de wondeplek der hedendaagsche internationale politiek te leggen: „rechtvaardigheid” en geen draaierij: want de vrucht der rechtvaardigheid is vrede en vertrouwen, maar die van politieke draaierij, onverschillig of zij op natiouaal of internationaal terrein geoefend wordt, is oorlog en revolutie. Rechtvaardigheid onder de volken! Maar dan zal eerst het egoisme en de landhonger en de expansiezucht en het imperialisme aan banden gelegd moeten worden; dan zal men in deze wereld den moed moeten hebben, om den verdrukten recht te doen en het recht in plaats van de macht moeten stellen. Dan zal men geen Volkenbond moeten hebben, die door woorden de internationale ongerechtigheden tracht optelossen en die de verdrukten door zachten dwang tot toegeven noopt, zooals men dat in de kwestie Polen-Lithauen gedaan heeft Want dan verblijdt men zich in Géneve met een doode musch en waaneer men goed en wel thuis is begint het spel opnieuw, gelijk te voorzien was. Want het loopt weer mis tusschen Polen en Luhauen.

Uit een correspondentie in de Vossische Zeiting blijkt, dat de datum, waarop de Poolsch-Lithausche onderhandelingen zullen beginnen, nog in het geheel niet vaststaat. Vermoedelijk zullen ze niet in Januari, maar eerst tegen het eind van de lente beginnen. Woldemaras wil klaarblijkelijk eerst de nieuwe grondwet aanvaard zien. Zooals bekend, bevatte deze een artikel, dat Wilna de hoofdstad van Lithauen noemt Door aanvaarding van dit verdrag, zou demonstratief worden aangetoond, dat Lithauen in geen geval afstand van Wilna kan doen en dat de toekomst der stad ook voortaan het voornaamste vraagstuk van de Lithausche politiek zal zijn.

In de Lithausche politieke kringen schijnt men zeer somber gestemd over de kansen der onderhandelingen. Men wijst er op, aldus weet de correspondent van de Vossische Zeitung verder te melden, dat Polen het optreden van benden aan de grenzen blijft dulden en verklaart, dat Polen de besluiten van Geneve schendt. In een pas gepubliceerd officieel communiqué werd beweerd, dat de bevolking van een grensdorp alweer door een bende is geterroriseerd. Voorts wordt verklaard, dat de beweging van emigranten in het gebied van Wilna nog steeds van Poolsche zijde wordt gesteund. Polen zou nog niet het minste hennen ondernomen om de besluiten van Genève ten uitvoer te brengen. Zoo is b.v. nog niet een van de 48 Lithausche scholen, die de Polen hebben gesloten, heropend. Van de tien gearresteerde geestelijken zijn er nog slechts twee weer in vrijheid gesteld.

Nu moet men met berichten uit de Duitsche pers inzake deze kwestie altijd een weinig voorzichtig zijn, want Duitschland en Polen zijn antipoden, zoodat Duitschland wel op de hand van Littauen is. Maar Duitschland kan op 'toogenblik tegen Polen niets ondernemen, om reden het dan onmiddellijk met Frankrijk in conflict komen zou. Wat echter in de toekomst kan en zal gebeuren weet niemand, maar vast staat, dat wij in 1928 nog wel eens van deze kwestie zullen hooren. Hier ligt ongerechtigheid en als de Volkenbond over de ongerechtigheid heen de vertegenwoordigers der volken elkander de hand laat reiken, dan keurt die Volkenbond toch feitelijk de ongerechtigheid goed en wordt mede schuldig aan de ongerechtigheid.

Ja, die oude Hindenburg heeft niet ten onrechte gesproken van „rechtvaardigheid in de betrekkingen van de volken onder elkander.” Kon hij daarbij niet allereerst aan Polen en Lithauen hebben gedacht? En op de verhoudingen op den Balkan, waar het nog maar niet botert, waar zich elk oogenblik weer nieuwe complicaties voordoen?— Ja, omdat de machthebbers dan weer eensklaps tot het inzicht komen, dat zij den weg dien zij zich afgebakend hebben niet tot het voorgestelde doel leidt en daarom plotseling een paar pionnen op het schaakboord van hun politiek moeten verzetten, dan beeft men weer complicaties. Maar zoolang zij rustig elk zijn spel doorspelen dan heeft men geen complicaties, alleen loopt men dan gevaar dat men ongewaarschuwd en onvoorbereid voor geweldige dingen komt te staan.

Die al die politieke schaakspelers zoo eens in gedachte aan 't werk ziet, ieder met zijn eigen egoistisch doel, die krijgt toch een heele andere gedachte van al die zoogenaamde groote mannen, en die verheugt er zich kinderlijk in, dat wij in onzen ouden bijbel lezen:


Maar d'Opperheer, die zijn geduchten stoel
Op starren sticht en grondvest op de wolken,
Zal lachen om dit vruchteloos gewoel
En spotten met den waan der dwaze volken.


En dan volgt er zoo aangrijpend:


O vorsten, wil de wet der wijsheid hooren. Eer gij God zelv' en Zijn Gezalfde hoont.
O richters, tot den stoel der eer verkoren, Verdraagt Zijn tucht, die u Zijn liefde toont.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1928

De Wekker | 4 Pagina's