Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 53 D.K.O.

Onderteekeningsformulieren.

I.

De wijziging van „Belijdenis des Geloofa” in „de drie Formulieren van Eenigheid” in Art. 53, noemden wij eene groote verbetering, doch wij zouden het nog beter kunnen noemen: een herstelling van het geen de Synode van Dordrecht verzuimd heeft. Op een ingediend bezwaar van de Particuliere Synode van Zuid-Holland, dat Remonstrantsche predikanten wel de Ge loof sbel jdenis en den Catechismus onderteekenden en. toch afweken van de leer, daarin geleerd, besloot de Synode van Dordrecht tot het opstellen van „een accuraat formulier van onderteekening van de confessie der Catechismus en de Synodale verklaring van de vijf artikelen der Remonstranten om daarmede haar gezond gevoelen duidelijk te betuigen en de verkeerde uitvluchten van sommigen, omtrent de onderteekening te voorkomen”.

Eene commissie werd benoemd om zulk een formulier op te stellen. In de 164ste Sessie, gehouden Vrijdagmiddag 17 Mei 1619, werd een concept-formulier door die commissie ingediend en door de Synode aangenomen. Dit onderteekeningsformulier is in ons handboekje onder Art. 53 D K.O. opgenomen. Plechtig luidt de verklaring:

„Wij, ondergeschreven Bedienaren des Goddelijken Woords, resorteerende onder de Classis N. N., verklaren oprechtelijk en in goede conscientie voor den Heere, met deze onze onderteekening, dat wij van harte gevoelen en gelooven, dat alle de artikelen en stukken der leer, in de Belijdenis en den Catechismus der Gereformeerde Nederlandsche kerken begrepen, mitgaders de verklaring over eenige punten der voorzeide leer in de Nationale Synode anno 1619 te Dordrecht gedaan, in alles met Gods Woord overeenkomen”. Door onderteekening wordt dus de instemming betuigd met onze drie Formulieren van Eenigheid, omdat zij met Gods Woord overeenstemmen. Vervolgens belooft de Dienaar deze leer te zullen leeren en alle dwalingen, die er tegen strijden te verwerpen en te weren.

In de derde plaats verklaart de onderteekenaar, zoo hij later bezwaren heeft, ze voor het oordeel van Kerkeraad, Classe of Synode te brengen, op straffe van dadelijke schorsing. De Dienaar, die dit onderteekent, legt hier dus de plechtige belofte af, bezwaren tegen de kerk of de leer in den kerkelijken weg naar de kerkelijke vergaderingen te brengen en zich niet op lichtvaardige wijze aan de kerk te onttrekken. De Synode van Dordrecht acht dit zelfs der schorsing waardig. Eene voor de kerk afgelegde verbindingsbelofte is geen kleine zaak, zij is tevens eene heilige belofte voor Gods oogen afgelegd. Toen Jozua zich onvoorzichtig aan de Gibeonieten verbonden had, en dit later ontdekte, verbrak hij zijne belofte niet.

Daarenboven verbindt de onderteekenaar zich aan het recht van onderzoek naar zijn leer behoudens het recht van appèl. Kerkeraad, Classe of Synode, zoo erkent hij, hebben het recht een onderzoek in te stellen naar de zuiverheid in de leer. De Synode van Dordt verklaarde hierbij nadrukkelijk, dat zulk een onderzoek niet naar ieders believen, maar bij rechtvaardige reden tot wantreuwen alleen mag ingesteld worden.

Dit formulier moet door ieder predikant bij zijne indiensttreding onderteekend worden. Daarom moeten Kerkeraden dit formulier in het notulenboek des kerkeraads opnemen, opdat de Dienaar op de eerste kerkeraadsvergadering, die hij bijwoont het onderteekene. Ook in het classicaal notulenboek behoort dit formulier geschreven te zijn, voor onderteekening door de predikanten der classis.

Dit formulier is in gebruik geweest tot 1816. Toen greep eene geweldige en gewelddadige verandering plaats in de kerkregeering. In plaats van de D. K. O werd het Algemeen Reglement op het bestuur der Nederl. Hervormde kerk ingevoerd. De kerk werd veranderd in een kerkgenootschap met leervrijheid, zij werd, zooals Groen van Prinsterer haar later noemde: „eene kerkelijke maatschappij tot nut van 't Algemeen.” De Synode der Herv. Kerk voerde in 1817 een nieuw onderteekenings-formulier in, waarbij niet meer geëischt werd onderteekening van de formulieren van Eenigheid, omdat, maar voor zoover zij overeenkwamen met Gods Woord. Dit formulier was zoo listiglijk opgesteld, dat niet ieder begreep, dat het quia (omdat) plaats gemaakt had voor het quatenus (voor zoo ver). Men beloofde de leer van Gods Woord, vervat in de formulieren, te leeren, maar voor hoever dat Woord in de formulieren te vinden was, werd niet gezegd, ieder kon dit zelf beslissen en leeren wat hij wilde. Zoo werd de Hervormde Kerk eene belijdenislooze kerk. De band aan de belijdenis werd los gemaakt en ieder leeraar is slechts gebonden te verkondigen het Evangelie naar zijn eigen meening, het zij dan modern, ethisch, gereformeerd of welke leer ook. Doch in 1836, op de eerste Synode van de kerk der scheiding, door den Heere uit het synodaal genootschap uitgeleid, werd de band aan de formulieren van Eenigheid weer hersteld,

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's