Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apologie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen wij kort geleden een stukje schreven, dat tot titel droeg: „Is dit de weg?” hadden wij niet gedacht, dat wij tengevolge van ons schrijven, geroepen zouden worden een apologie of verdediging van het werk des Heeren in 1834 te geven. Wij wezen op W. à Brakel, die het ongeoorloofd achtte, de Kerk. n.l. de ware of zuivere Gereformeerde Kerk te verlaten om de verdorvenheid, welke in haar gevonden werd Dit werd overgenomen in „de Waarheidsvriend”, het blad van den Geref. Bond in de Herv. Kerk, door Ds. Beekenkamp, Herv. predikant te Leiden, die vervolgens vroeg hoe Docent de Bruin met dat woord van Vader Brakel zich verdedigen kon tegenover een Gereformeerd Hervormde. Op 't standpunt van Ds B. toch is de Herv. Kerk nog altijd de Gereformeerde Kerk, al is ze ook zeer verdorven, en mag men das volgens het woord van Brakel, die kerk niet verlaten. Brakel heeft dus volgens Ds. B, de afscheiding van 1834 veroordeeld en als Doc. de Bruin met Brakel instemt, dan zou hij dus tot die Herv Kerk met haar verdorvenheden, waaruit hij door 's Heeren genade in 1888 werd uitgeleid, moeten terugkeeren. Dr. Beekenkamp heeft hiermede het oude praatje, dat reeds in 1888 door eenige Herv. predikanten in eene circulaire tegen de Doleantie werd uitgestrooid met een beroep op Brakel weder opgewarmd.

Hoe Doc. do B. zich nu tegen een Hervormde verdedigen kan? Heel eenvoudig, n.l door nogmaals te verwijzen naar Brakel, die niet alleen afkeurt het verlaten van de ware kerk, die hoe verdorven ook, toch de reine bediening des Evangelies oefent en vasthoudt, maar ook eischt het afscheiden van eene kerk, waar in allerlei wind van leer geduld wordt. In Brakel's tijd was er nog geen Ned. Herv. Kerkgenootschap. Dit werd opgericht in 1816. Brakel bedoelde de Geref. Kerk in zijn tijd en schreef tegenover de Labadisten. Echter verdedigt Brakel de afscheiding van een kerk, waarin zooals in de Hervormde, de leugen naast de waarheid, ja meer de leugen boven de waarheid gehandhaafd wordt. Brakel toch zegt:

„Als in eene vergadering, overstroom en de fundamenteel dwalingen komen, en aldaar maar eenige waarheden, die niet zaligmakend zijn, blijven, gelijk in alle kettersche vergaderingen nog wel eenige waarheid is, zoo houdt die particuliere kerk op eene kerk te zijn en alle ware geloovigen zijn dan gehouden en verplicht, zich van die vergadering af te scheiden en God trekt er de Zijnen alsdan ook uit.”

Zoo Ds. B. eens lezen wil wat een goed Hervormd Geref. broeder van de afscheiding van de Herv. Kerk zegt, laat hij dan eens onderzoeken „het adres aan al mijn Hervormde geloofsgenooten” van Ds. D. Molenaar, die van de Herv. Kerk schreef: „zoodat deze liberale Kerk, zoo immer een Kerk kan gezegd worden, afgevallen te zijn van het geloof, deze in vollen nadruk kan gezegd worden van hetzelve afgevallen te zijn. Hieruit volgt nu van zelve de volstrekte noodzakelijkheid van eene wettige scheiding, noodig voor het behoud der Geref. Kerk”.

En de Hervormde Groen van Prinsterer schreef in zijn „Maatregelen tegen de Afgescheidenen”: „Het (Herv.) Kerkgenootschap is, wat geloofseenheid betreft, de facto (inderdaad) opgelost geworden… het heeft zich afgescheiden van de Geref Kerk; zij daarentegen, die men Atgeschei. denen noemt, hebben….zich buiten het genootschap begeven om te kunnen blijven in de Kerk”. En op grond van deze merkwaardige woorden van den Hervormden Gr. v. Pr. voegde de Hervormd Geref. broeder Mr. van der Kemp er nog aan toe, sprekende van de Christ. Geref. Kerk: „zij is oud, het Kerkgenootschap (der Hervormden) nieuw, eerst in 1816 uit de leden der Gereformeerde Kerk (die toen gesloopt werd) gesticht.”

En wat ten slotte dat „verlaten” van het Herv. Genootschap betreft, Ds Beekenkamp zal toch wel weten, dat de eerste Afgescheidenen niet het genootschap verlaten hebben, maar dat zij zijn uitgeworpen. Dr. S. D. van Veen, alweer een Hervormde, zelfs hoogleeraar, zegt in zijn „Eeuw van worsteling” van Ds. H. de Cock: „Afscheiding had hij nooit bedoeld” en daarbij verklaart hij: „Het blijkt duidelijk, dat men de afzetting van de Cock wilde en het betreurt zou hebben, indien men zich niet van hem. had kunnen ontdoen.” Eerst wierp de Synode der Herv. Kerk de Christ. Gereformeerden uit en nu roepen Hervormd Gereformeerden: Gij mocht de kerk niet verlaten ! Dat is niet eerlijk, niet overeenkomstig de historie, dat is erkentenis van de zwakte van hun standpunt. D. B.

RAPPORTEN..

Uit Amerika ontvingen wij het eerste deel der Agenda, n.l. het boek met rapporten, die op de a.s. Synode in Juni zullen behandeld worden. Wij hopen ze nader te bespreken, maar betuigen hiermee onzen dank aan den Stated Clerk. Ook onze Synode zal in Juli 1928 te Apeldoorn saamkomen. Onze Synode besloot in 1925 „dat voortaan alle rapporten vóór 1 Januari van het Synodejaar in handen van de kerkeraden moeten zijn.” Wij ontvingen er nog geen enkele, ook niet dat over de Emer. pred. W. en W.-kas. Hoe zullen docenten dan praeadvies geven?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Apologie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's