Uitwendige Zending
De Indische Tentoonstelling
I.
Geheel tegenovergesteld aan wat het Stadion te Amsterdam ons volk biedt, is datgene, wat thans in Gelderlands hoofdstad ten toon wordt gesteld.
De lezer weet toch wel, dat den 11 Juni in Gelre's hoofdstad op zeer plechtige wijze is geopend de tweede Indische Tentoonstelling in ons land, kortweg aangeduid door de drie beginletters I.T.A? In 1883 is in ons land ook een Indische tentoonstelling gehouden. Sinds dien tijd is Nederland op koloniaal gebied zeer sterk vooruitgegaan; vandaar, dat deze tentoonstelling een treffende uitdrukking is van de beteekenis, die Indie voor Nederland beeft. Het is begrijpelijk, dat duizenden en nog eens duizenden dezen zomer het landgoed Zijpendaal met zijn kasteel bezoeken om te bewonderen al het bezienswaardige uit Oost en West, dat hier uitgestald is. Wil iemand de dingen met eenig blijvend nut beschouwen, dan doet bij verstandig niet één, maar op zijn minst twee dagen de tentoonstelling te bezoeken. Ook is het raadzaam den officieelen catalogus, te koop aan den ingang, zich vooraf aan te schaffen en die grondig te bestudeeren.
Wat er te zien is? Veel en velerlei, wat u, al is 't dan maar in flauwe lijnen, een voorstelling geeft van wat Indie is. Wel merkte een zendeling, met wie ik een gesprek aanknoopte, bij een der „stands” op, dat Celebes en Java en Nieuw-Guinea, er toch nog zoo heel anders uitzagen dan het beeld, dat de tentoonstelling er van kon geven. Dit neemt echter niet weg, dat menschen, die toch wel nooit de kans zullen krijgen Indie te bereizen, al heel blij zijn, met wat ze er van op deze tentoonstelling te zien krijgen. Zoo'n man moest dat niet al te dikwerf tegen de tentoonstellingbezoekers zeggen, dat tempert hun blije stemming „van toch iets van Indie gezien te hebben”. Maar wellicht doet bij dat ook niet.
Ik ga u geen beschrijving geven van wat er in bet oude Kasteel te zien is. Dan moest ik melding maken van de zeldzame verzameling waardevolle batikdoeken van de Kleine Soenda-eilanden, door onze Koningin tenbehoeve dezer tentoonstelling afgestaan. Ik zou u moeten vertellen van de vertooning van het Javaansche schimmenspel, de z.g. wajang. Zij, die zendingslectuur lezen hebben van de zendelingen wel eens iets gelezen over dit schimmenspel. In het kasteel is een kamer, waar een uitstalling te zien is van dit en verschillende andere spelen van oud-Hindoeschen herkomst.
Ook is bijzonder schoon in het gebouw achter bet kasteel het zestal geschilderde voorstellingen van Sumatra's Oostkust. Inzonderheid de afbeeldingen van een theeplantage en van 't Toba-meer, maakten een diepen indruk op mij. Al bevindt onze zendeling zich weer in een heel andere streek, toch kunnen we, als we dit gezien hebben, ons eenigszins voorstellen welk een verbeven indruk des Scheppers werk op bet gemoed van onzen broeder moet maken, waar hij omgeven wordt door een natuur zoo schilderachtig als majestueus beide. Ook is op deze tentoonstelling goed te zien, wat voor den Indiër in den loop der jaren op sociaal gebied gedaan is. We zien er een oorspronkelijk Batakhuis, op palen, met een gevel van prachtig houtsnijwerk, maar dat op hygienisch gebied heel wat te wenschen overlaat. Dicht in de buurt daarvan staat het moderne „kolonisatiehuis” of koeliewoning. Die kleine, eenvoudige koeliewoning moge uit aestetisch oogpunt bezien van minder waarde zijn, hygienisch en geriefelijkshalve is ze ver te verkiezen boven het Batakhuis der oudheid.
Zoo krijgen we dus een kijkje in den vooruitgang der woningtoestanden, daar waar westersche beschaving en zending hun intrede doen. Aardig is het ook om te zien, boe in drie paviljoentjes, echte Oosterlingen hun handwerk uitoefenen. Het batikken en weven, het vlechten en vervaardigen van gouden en zilveren snuisterijen verraadt de kunstzinnige ziel van den Inlander. Als ge die mannen en vrouwtjes aanziet, en ge peilt dieper dan de ietwat onnoozelheid hunner gelaatsuitdrukking, dan raakt ge aan hun onsterfelijken geest, die toch ook voor hooger leven is geschapen. Daar zitten ze, de beelddragers Gods! Zulten zij bun ziel verliezen, of zullen ze baar behouden ?
Welk een heerlijke taak voor de zending !! Voorts bevindt zich in een der bijgebouwen een z. g. Moluksche Zeetuin. Een verzameling van 12000 visschen, bloemsterren en zeebloemen. Het is werkelijk iets zeldzaams. Het is wel een aquarium met dood materiaal, maar men krijgt er een zeer levendig beeld van wat daar leeft in de tropische zee. De wondere hand Gods in de Schepping valt hier zoo duidelijk in het oog. Wie dan ook goed gezien heeft moet dit schouwspel der oostersche natuur wel verlaten met de taal der verbaziug in 't hart: Hoe groot zijn, Heere, uwe werken. Hoe heerlijk is uw Naam over de gansche aarde!
Amersfoort.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928
De Wekker | 4 Pagina's