Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Inwendige Zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Inwendige Zending

Verwaarloosde en misdadige Jeugd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het lijdt geen twijfel, dat onze huidige samenleving een veelszins droeven aanblik biedt. De zedelijke verwildering grijpt hoe langs zoo meer om zich heen. De eerbied voor het gezag gaat teloor en naar 't Woord des Heeren wordt sinds lang niet meer gevraagd. Inzonderheid bij de rijpere jeugd zien we de teekenen van verval in verbijsterende mate. Toch doen wij goed, niet direct op de jeugd af te geven, vooraleer wij geluisterd hebben naar 't woord van den profeet Ezechiel Hoofdst. 18:2: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden. Wel bezigde Israël dit woord in een verkeerden zin, door God den Heere te beschuldigen, dat Hij de zonden der schuldige vaders bezocht aan onschuldige kinderen. Maar in goeden zin genomen, kan hier gewezen op de organische voortzetting van de zedelijke richting door de vaderen ingeslagen. We denken hier aan het spreekwoord: de appel valt niet ver van den boom. Zoo is ook de huidige ontaarding der jeugd een zeker gevolg van de ontaarding der ouders. Zoo levert de maatschappij ons een aanblik van dingen, die in het huisgezin hun oorsprong vinden. De bron van onze samenleving moet immers in het huisgezin gezocht? Het huisgezin is de kweekerij, waar allerlei gewassen worden gezaaid, die later bij 't opgroeien worden uitgeplant in de ruime wereld.

Zooals dan ook het huisgezin is, zoo zal 't beeld van onze samenleving zijn. De grondslagen nu van het huiselijk leven zijn aangetast. De vreeze des Heeren, die de pijlers van onze samenleving formeert, is zoek geraakt, allereerst in de huisgezinnen.

Hoevele gezinnen zijn er niet, waar men met God en zijn Woord voorgoed heeft afgerekend. Daar kan men de ouders dus niet meer wijzen op de verantwoordelijkheid, die zij tegenover God hebben, maar evenmin kan men de kinderen daar voorhouden het gebod des Heeren, dat gehoorzaamheid aan de ouders eischt. Werd in vroeger tijd eerbied voor het gezag, van God, van zijn Woord, van ouders en overheden als met de moedermelk ingezogen, thans is in tallooze gezinnen dat alles voorbij. Alle eerbied voor 't gezag wordt opzettelijk of onopzettelijk van de jeugd af in de harten der kinderen ondermijnd. Geen wonder, dat de ouders steen en been klagen, dat hunne kinderen hun zoo spoedig ontgroeid zijn en eigen weg gaan.

Wij kunnen wel heel gauw foeteren: bandelooze jeugd! Misschien ware 't verstandiger te spreken van: slechte ouders! Hoe kunnen we nu verwachten van een gezin, waar de vreeze des Heeren zoek is, dat daar nog eerbied en gehoorzaamheid zou zijn overgebleven? In dergelijke gezinnen ademen de kinderen van hun geboorte af in een bedorven atmosfeer.

Afgedacht echter van die gezinnen, waar men radicaal gebroken heeft met God en Zijn Woord, zijn er ook nog zoo vele, die als fatsoenlijke, zelfs christelijke gezinnen bekend staan, maar waar toch de tucht naar den eisch van Gods Woord zoek is. Wat al een onverschilligheid, onbegrijpelijke slapheid en toegevendheid van vele ouders, die toch billijk onze ergernis wekken! Ook leert de omgang met menschen, dat er op aarde toch maar weinig gelukkige huwelijken zijn. Als nu de verhouding van man en vrouw zoo goed als alles te wenschen overlaat, wat voor zedelijke invloed ten goede kan er dan van zulke opvoeders op de kinderen worden uitgeoefend ?

Als vader en moeder voortdurend met elkander „ruzie hebben”, of stug en koel naast elkander voortleven; als de man slechts een klein deel van zijn weekloon thuis brengt, maar de rest in het proeflokaal en bij vrienden en vriendinnen laat; als de vrouw steeds tegen haar man partij kiest en de kinderen ver boven hem stelt, als de ouders weigeren om hun kinderen te leeren begrijpen en in overdreven gestrengheid optreden, dan moet er van zulk een gezinsleven toch wel een vloek, inplaats van een zegen uitgaan.

En als ik dan eens een boekje opendeed van die ouders, wien alle natuurlijke liefde ontbreekt, die hunne kinderen als een groote hinderpaal op den weg naar zingenot beschouwen! Er zijn in de groote steden zelfs ouders (veel meer dan ge wellicht u kunt indenken) die hunne kinderen als een winstgevend artikel exploiteeren. Vaders, die de kinderen aanzetten tot en bedreven maken in de kunst van stelen en rooven, moeders, die zich verlagen tot verkoopster van of handelaarster in mooie dochters!

Zulke zedelooze gezinnen zijn wel het ergste kwaad in de maatschappij. Zij leveren jaarlijks een groot percentage af aan tuchthuis en gevangenis. Ze bevolken bepaalde rijksinrichtingen! Moet het bekend worden met zulke droeve toestanden in het huidig gezinsleven ons niet met afschuw, maar ook met diepe deernis vervullen? Moeten we, als we deze dingen lezen niet uitroepen: wat verschrikkelijke gevolgen heeft toch onzen afval van God?

Want de diepste oorzaak van al die ellende is toch het hart van den mensch, waaruit al deze ongerechtigheid, naar Jezus eigen woord, voortkomt.

Amersfoort.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Inwendige Zending

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1928

De Wekker | 4 Pagina's