Veluwsche Brieven 3

Waarde Broeder!
We zijn in onzen kring weer een blad rijker geworden; nu geen gemeentelijke of classicale kerkbode, maar een politiek blad „Ons Richtsnoer”. De Commissie van Redactie bestaat uit Ds. J.W. Geels, Ds. H. Janssen en Ds. J. Jongeleen; de laatste is hoofdredacteur. Medewerkenden zijn: Prof. J.J. v.d. Schuit, Ds. J.L. de Vries, Ds. C. v.d. Zaal, Mr. H.A. Dambrink, e.a. Uitgever is A. Grootendorst te Woerden. Een heele onderneming, waarmede heel wat geld gemoeid is. Misschien zijt ge van oordeel, dat dat geld beter besteed ware aan iets anders, aan de Zending b.v., of aan de ondersteuning van een ander politiek blad, zooals „De Banier”, het orgaan der Staatkundig Gereformeerde Partij. Als dat zoo is, zal ik er u niet op aanzien. Doe gij het mij niet, als ik hier even melding maak van „Ons Richtsnoer”. Er is nu eenmaal onder ons, Christelijke Gereformeerden ‚een verschil in aanvoelen, wat het politieke betreft. Aan beide zijden is — laat ons dat van elkander gelooven! — een streven om de eere Gods te zoeken ook op het terrein van het staatkundig leven. De een meent dit te moeten doen door zich te stellen tegenover de Antirevolutionaire Partij (hetgeen niet zegt: tegenover de antirevolutionaire beginselen); hij acht, dat deze partij de antirevolutionaire beginselen heeft verloochend en eigenlijk nog voortgaat dat te doen door hare houding ingenomen tegenover een samenwerken met Rome en hare houding inzake de verzekeringswetten. Mogelijk is er nog meer, vergeef mij het niet noemen dan; ik weet het niet. Aangezien ik geen politicus ben en „de Wekker” geen politiek orgaan, treed ik in geen beoordeeling van dat standpunt. Van dat andere, dat bezet wordt door de mannen van „Ons Richtsnoer”, ziet men de zaken eenigszins anders. Zeker, voor hen is de Antirevolutionaire partij niet vlekkeloos, maar zij achten daarom niet, dat de partij zou opgehouden hebben de antirevolutionaire beginselen te vertegenwoordigen en voor te staan. Daarom stellen zij zich niet tegenover ‚maar naast en bij en in de antirevolutionaire partij. Wat zij zien als den vijand is niet Rome, hoewel dit in zijn pretenties onveranderd hetzelfde is als vroeger, maar de partijen levende uit het „Ni Dieu, ni Maitre!” — het beginsel der revolutie, waarin de mensch God, de mensch meester is, en waarvoor geen gezag bindend is, dan het gezag der altijdvoortgaande ontbinding; de partijen, die spotten met God en Zijn heilig Woord, voor welke er tenslotte geen moraal overblijft dan de moraal der zelfzucht. Zij achten tegenover het woelen dier partijen samenwerking der „Christelijke” partijen voor geboden, opdat het terrein van den Staat — het gaat in de politiek niet om de Kerk of voor de Kerk — zal geregeerd worden naar de ordinantiën Gods.
Indien „Ons Richtsnoer” dienen mag tot „verbreiding der Antirevolutionaire Beginselen”, gelijk de kop aangeeft, dan zal het een aanwinst blijken voor ons volk. Wij willen het hopen. De toon blijve waardig, ook al is het, dat de verleiding sterk wordt — het politieke terrein is netelig en maakt ook wel netelig — om uit den band te springen. Indien het critiek heeft te maken, zij deze broederlijk en opbouwend. Voorop staat de thetische ontwikkeling der beginselen. Werke het mede om waarlijk richting te geven, op maatschappelijk en politiek gebied. Wij hebben daarop eene roeping!
Al geabonneerd? Nog niet? Moet ge er nog eens over denken?
Of moet ge van de richting van „Ons Richtsnoer” niets hebben? Het kan wezen.
Hoe het zij, als het dan maar in de vreeze Gods mag zijn! Dat moet toch zeker, is het niet?
Met vr. br. gr. en heilbede
t.t.
F. Lengkeek
18-1-'29.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen