Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 41

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

6 : 46-56. Christus biddende op den berg — wandelende op de zee — genezende allen, die tot Hem komen.
En als Hij denzelven hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden. Zijne discipelen heeft de Heere gedwongen, in het schip te gaan en heen te varen naar Bethsaida. Terstond na het wonder der brood vermenigvuldiging moesten zij heen. Vergelijking met Joh. 6 : 15 leert ons, dat er wel reden was voor den Heiland om haast met den aftocht Zijner discipelen te maken. Wij lezen daar, dat Jezus wist, dat zij, de schare, zouden komen en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem koning maakten. Aan den invloed dier volksbeweging moesten de Zijnen onttrokken worden; zij mochten den Heere niet in den weg staan, om den wil Zijns Vaders te volgen. De verzoeking heeft de Heere alleen het hoofd geboden. Als Hij de schare haar afscheid geeft, doet Hij dit door zich aan haar te onttrekken en te ontwijken naar den berg. Daar ging Hij heen om te bidden. Het gebed was voor Jezus eene levensbehoefte; het gebed had Hij noodig tot Zijne versterking en rust. Wat Hem wedervoer is maar niet langs Hem henen gegaan; Hij heeft den invloed daarvan ondervonden. Hoe moet de verzoeking Hem aangegrepen hebben, die tot Hem kwam in de begeerte der schare om Hem tot koning te maken! Was Hij dan niet de Zoon van David? Was Hij niet de beloofde Koning? Zeker, dat was Hij! Maar anders, dan Israël zich den Beloofde dacht. Israël verwachtte een aardsch Koninkrijk, de herstelling van de wereldlijke macht van den huize Davids. Christus' Koninkrijk is echter niet van hier; onder „de vele dingen”, die Hij leerde, behoorde zeker ook dat van de geestelijkheid des Koninkrijks. Maar de schare heeft het niet verstaan. Zij riep den Mensch Christus Jezus toe: Grijp naar het Koninkrijk! Een herhaling van de verzoeking in de woestijn! Zou die verzoeking, al is het ook, dat zij werd afgewezen, de ziel van Christus niet vermoeid hebben? Doch al ware dit niet het geval geweest, het behoeft niet te verwonderen, dan bij ons is het bidden van Heilands. Minder dan bij ons is het bidden van Hem geweest een bidden om geholpen en gered te worden; meer dan bij ons is het geweest gemeenschap oefenen met God. In dat gemeenschaps oefenen lag Zijne sterkte als Mensch; daarin had Hij Zijne vreugde en blijdschap. En ook nu heeft Hij Zich afgezonderd en het grootste gedeelte van den stillen nacht heeft Hij overgebracht in gebed tot God. Daar is de Knecht des Heeren getroost en gesterkt tot het loopen van de baan, Hem voorgesteld.
Intusschen zijn de discipelen heengevaren. En als het nu avond geworden was, zoo was het schip in 't midden van de zee, en Hij was alleen op het land. De discipelen hebben verwacht, dat Hij langs de kust tot hen komen zou, gelijk zij ook een niet te langen weg langs de kust hadden af te leggen. Maar de wind heeft hen afgedreven van de kust en met moeite gaat het voorwaarts; inplaats van naar Bethsaida worden zij naar het midden van het meer gedreven. Zorg begint de harten der discipelen te vervullen; hoe zullen zij op tijd op de plaats van bestemming zijn? Jezus echter kent hunne moeite. Al is Hij op den berg, toch ziet Zijn oog hunne moeite. Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden — wat geeft dit woord uitnemend weer het vruchtelooze hunner pogingen! — om het schip voort te krijgen (want de wind was hun tegen). Alles deden zij, wat zij konden, roeien en laveeren, maar niets hielp; de wind was te sterk! Was Jezus nu maar bij hen! Had Hij tevoren den wind niet gestild en de zee bestraft? Maar de Heere was achter gebleven! Omtrent de vierde nachtwake — tusschen drie en zes uur — kwam Hij tot hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan. Voor Hem, den Machtige, zijn de golven der zee geen beletsel; voor Hem bestaat geen wet van soortelijk gewicht; Hij betreedt de wateren, zonder dat zij zich scheiden en Hem in zich opnemen. Dat is voorzeker een wonder. Wonderlijk is, dat Hij hen wil voorbijgaan. Waarom doet de Heere alzoo? Waarom komt Hij niet terstond tot hen in het scheepje? Een verklaring van dit waarom vinden wij in het Evangelie niet. Vergissen wij ons niet, dan heeft de Heiland dit gedaan, om hen in het geloof in en op Hem verder gevaar te doen trotseeren, om hen door Zijne nabijheid te bemoedigen en als 't ware toe te roepen: De golven zullen u niet overstroom en; gelooft alleenlijk! Maar hoewel zij vóór enkele uren getuige zijn geweest van 's Heeren macht over de natuur, zij zitten zoozeer onder de machten der natuur, dat zij de sprake van Zijn wandelen op zee en Zijn willen voorbijgaan niet verstaan. In plaats, dat zij eene bemoediging zien in Zijn verschijnen, zien zij er een gevaar in. Zij, toch, ziende Hem wandelen op de zee, meenden dat het een spooksel was, en schreeuwden zeer. Een spooksel, een niet nader te omschrijven iets. Is het een geest, een wezen, of wat is het? Dat het niet veel goeds beteekent, als men zoo iets meent te zien, is het algemeen gevoelen. En hier meende men iets te zien; wat men zag, was werkelijkheid. De schrik slaat hun om het hart, want zij zagen Hem allen en werden verbaasd. Wat zal hun nu overkomen, of wat zal er met Jezus gebeurd zijn? Dat het Jezus werkelijk is, kunnen zij niet gelooven. Hoe zou het ook kunnen, dat een mensch zonder te zinken, zich voortbewoog over de baren der zee? En terstond, toen Jezus zag, dat zij Hém niet herkenden, sprak Hij met hen en zeide tot hen: Zijt welgemoed, Ik ben het, vreest niet! De stem des Heilands breekt den ban, waarin de discipelen zich bevonden. Neen, het was geen spooksel, geen geestverschijning, 't was Jezus zelf. Daarmede wijkt ook hunne vrees. En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde. Met Jezus' komst in het schip keert ook de rust op zee terug en wordt een einde gemaakt aan hun vruchteloos zwoegen. Is het wonder, dat wij lezen: En zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelve, en waren verwonderd? Neen, het is geen wonder, en toch, die ontzetting en verwondering had een ander karakter moeten dragen. De Evangelist voegt er aan toe: Want zij hadden niet gelet op het wonder der brooden; want hun hart was verhard. Zij hadden het kunnen en moeten weten en verstaan, dat niets voor den Heere te wonderlijk was.
En als Zij overgevaren waren, kwamen zij in 't land Gennésareth, en havenden aldaar. En als zij uit het schip gegaan waren, werden zij — de lieden van die streek — terstond Hem kennende.
Dat was voor die lieden een aangename zaak. Jezus in hunne omgeving. Hij, wiens machtwoord kranken genas. Het geheele omliggende land doorloopende, begonnen zij op beddekens degenen, die kwalijk gesteld waren, om te dragen ter plaatse waar zij hoorden, dat Hij was. En zoo waar Hij kwam, in vlekken of steden of dorpen, daar leiden zij de kranken op de markten, en baden Hem, dat zij maar den zoom Zijns kleeds aanraken mochten: en zoovelen als er Hem aanraakten, werden gezond.
Men zie over dit aanraken het stuk van wijlen Doc. Van Lingen in een paar nummers terug. Er was wel geloof, daar in Gennésareth, geloof, om genezen te worden. En de Heere heeft het niet afgewezen, maar beantwoord door wonderen. Mochten zij leeren vragen naar nog noodzakelijker genezing dan die des lichaams!
F. Lengkeek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1929

De Wekker | 4 Pagina's