Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bondszegelen 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bondszegelen 48

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds wezen wij er op, hoe de groote fout van Zwingli altijd was, dat hij de zaken te veel van menschelijk standpunt bezag; zoo ook hier.
Niet wat God, de God des Verbonds, zegt en verzegelt, maar wat de mensch doet staat in de sacramentsleer bij Zwingli vooraan. Het is hierom, dat Zwingli liever niet van bondszegelen, maar van bondsteekenen spreekt. Daar is verschil tusschen teeken en zegel. Wel bezigt onze Catechismus in Zondag 25 beide benamingen, en zegt, dat sacramenten zijn heilige, zichtbare waarteekenen en zegelen, van God ingezet, maar wij worden geroepen deze twee benamingen wel van elkander te onderscheiden. Juist, nu onze Gereformeerde Confessie zoowel van teeken als van zegel spreekt, doet zij dit niet zonder groote oorzaak, en wil de belijdenis, dat wij hier den regel: „wie goed onderscheid, leert goed” zullen toepassen.
Een teeken is veel, maar een zegel is meer. Een teeken roept meer den menschelijken, een zegel roept meer den goddelijken factor op. Juist dit laatste was Zwingli vreemd. Wel omschrijft Zwingli telkens, dat sacramenten zijn zichtbare teekenen van onzichtbare genade; we] wijst hij voortdurend op de oefening des geloofs, waardoor het sacrament zijn waarde heeft, maar dat God in het sacrament den Persoon van Christus met al Zijne weldaden verzegelt, dat de drieëenige God Zichzelf om Zijns Zelfswil in het sacrament wegschenkt en de verzegeling van Zijne belofte stelt, ontglipt aan Zwingli.
Voor Zwingli is niet de eerste vraag; wat doet, wat zegt, wat verzegelt de God des verbonds in het sacrament? maar: wat doe ik, wat belijdenis spreek ik uit, als het sacrament tot mij komt.
Wij begrijpen, dat dit geen gering onderscheid is, en het beslist over de principieele vraag, of aan God of aan den mensch het eerste en het laatste woord moet gegeven en gelaten worden.
Toch heeft Zwingli's leer veel wat aantrekt, tot zelfs in de kringen van ons eigen kerkelijk leven. Wanneer wij b.v. aan onze avondmaalsviering denken, dan zou het mij niet verbazen, wanneer vele avondmaalgangers meer heenneigden naar de leer van Zwingli, dan dat de rijke, diepe gereformeerde verbondsleer hun voor oogen stond.
Men hoort toch meestal ten tijde des avondmaals, hoe onze ziel gelegerd was, hoe wij daar hebben aangezeten, hoe wij daar geloovig werkzaam zijn geweest en het in het midden der wereld hebben uitgesproken, dat wij geen anderen Heiland kennen dan den Gekruiste van Golgotha.
Natuurlijk, dat zijn alleen heerlijke getuigenissen, maar zij moeten ook als onmisbaar gesteld worden bij elke sacramenteele handeling. Wie deze geloofswerkzaamheden zou negeeren, zou een saacramentsleer voorstaan, waarbij de mensch innerlijk bevriest. Wie bij dit kardinale leerstuk, gelijk bij elk ander dogma, den band zou doorsnijden met het bevindelijke leven, zou daarmede het dogma hebben verlaagd tot een abstract begrip. Op deze manier zou de dogmatiek niet veel verschillen van de formules, die in de wiskunde moeten gevolgd om de logische oplossing te vinden.
Het moet een eerste eisch zijn voor den gereformeerden dogmaticus, dat hij weet te vinden den band aan het bevindelijke leven, en zoodra deze band gemist wordt of hem geweld wordt aangedaan, viert de verstandsrichting hoogtij en bewegen wij ons in een begrippenleer, zoo koud als een ijsberg, zoo dor als een woestijn, zoo kil als het graf. Dat men dus de belijdenisactie, de oefening des geloofs ten tijde des avondmaals ook stelt, is niet alleen nuttig, maar is tevens voorwaarde voor een schriftuurlijke sacramentsleer. Alleen — deze geloofsoefening bij het sacrament is niet het eerste en dus ook niet het voornaamste.
Het allervoornaamste is niet, wat wij beoefenen of wat wij genieten, maar wat God, de trouwe God des verbonds, bij het sacrament zegt en verzegelt. Wij moeten al meer en al dieper er van doordrongen worden, dat de vastheid en de blijdschap onzer zaligheid niet ligt wat wij doen voor of genieten van den Heere, maar dat hier Gods verhouding tegenover ons beslist. Gelukkig, niet wij hebben den weg naar boven moeten vinden, want dan zou het altijd gebleven zijn het tasten naar den onbekenden God. Niet in eenig menschenhart is het opgekomen, wat God gedaan heeft ter zaligheid van een verloren Adamskind. En daarom sprak de Kerk van alle eeuwen van een heilgeheim, dat aan Gods vrienden naar Zijn vreêverbond wordt getoond. Zie, dat God in het sacrament Zijn verbond en belofte verzegelt, dat er bij elk sacrament een handeling Gods is waarvan de waarde en de beslissing niet gelegd wordt in de handen des menschen, was aan de leer van Zwingli vreemd.
Hierom is Zwingli, zij het ook onbedoeld, oorzaak geworden van veruitwendiging der bondszegelen. Wat b.v. de Remonstranten leeren omtrent de sacramenten is geheel naar Zwingliaanschen geest, als zij in hun Confessie en Apologie zeggen, dat de sacramenten zijn teekenen van het verbond tusschen God en menschen, waardoor de mensch zich verplicht tot den dienst des Heeren en God Zijn genade hun zichtbaar voor oogen stelt. Hoever blijft dit af van wat onze Gereformeerde belijdenis in Art. 33 zegt. „Zoo zijn dan de saramenten niet ijdel noch ledig om ons te bedriegen, want Jezus Christus is de waarheid van die, zonder Wien zij niet met al zouden zijn.”
Wie de sacramenten alleen kent als teekenen, heeft daarin wel iets om den Christus af te beelden, een schilderij, die het ook kan bekoren, die de herinnering kan oproepen, maar mist met dat al den levenden Christus Zelf, waar het toch eigenlijk om gaat in het sacrament.
Apeldoorn
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1929

De Wekker | 4 Pagina's

De Bondszegelen 48

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1929

De Wekker | 4 Pagina's