Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons pleidooi voor, de invoering van de doodstraf heeft instemming gevonden, maar ook tegenspraak uitgelokt en met die tegenspraak, die mij in den vorm van brief gewerd, moeten wij ons even bezig houden. De schrijver is een lid van een onzer plaatselijke kerken en heeft tegen een herstelling van de doodstraf zeer ernstige bedenkingen, die hij aan de Heilige Schrift ontleent en in vraagvorm onder mijn aandacht heeft gebracht.
Vooraf ga echter een opmerking. Onze broeder meent blijkbaar, dat de doodstraf een politiek vraagstuk is en dat wij haar gepropageerd hebben met het oog op de een of andere partij. Zoo is het niet, De doodstraf is een vraagstuk èn voor de overheid èn voor de kerk. Want de overheid is Gods dienaresse in deze wereld en door Hem gesteld als een wreekster tot straf desgenen, die kwaad doet. Paulus zegt, dat zij het zwaard niet te vergeefs draagt. Zij draagt dit om het te gebruiken, daar waar de gerechtigheid dit vordert.
De kerk is de pilaar en vastigheid der waarheid in deze wereld en als zoodanig is het haar taak de waarheid, zooals God ons die in zijn woord geopenbaard heeft, in te denken en de overheid te wijzen, wat op grond van de waarheid haar taak en roeping is.
Nu is het wel zeer merkwaardig, dat de kerk zich nog nimmer tegen, maar wel vóór de doodstraf heeft uitgesproken. 't Is ook wel merkwaardig, dat de afschaffing van de doodstraf nog heden ten dage terdege wordt voorgestaan door hen, die aan de Heilige Schrift geen absoluut gezag toekennen, maar haar gezag en uitleg onderwerpen aan het gezag der menschelijke rede.
Dit moge onzen broeder tot voorzichtigheid manen in zijn bestrijding van de doodstraf. Want hij staat daarin niet op den grondslag der Heilige Schrift, maar zonder dat hij het misschien zelf vermoedt, op den bodem van het christelijke humanisme, dat in onze dagen in en buiten de kerk hoogtij viert en dat den mensch zoo geweldig in het gevlei komt, dat het niet te verwonderen is, dat duizenden christenen het overbrengen.
Het christelijk humanisme bestrijdt de doodstraf met dezelfde wapenen, waarmede onze broeder het bestrijdt. Het ontkent niet, dat zij in de Heilige Schrift geleerd wordt. Want dat ware ontkenning. Niemand, die eenige beteekenis aan het Schriftwoord toekent, kan ontkennen, dat in Gen, 9 : 6 duidelijk de doodstraf geëischt wordt voor ieder, die des menschen bloed vergiet. Maar dat goldt, zegt het christelijk humanisme, voor die tijden, en zelfs in die tijden heeft God zelf er de hand niet aangehouden. Want Hij heeft in tal van gevallen, waarin de doodstraf op grond van zijn eigen ordonnantie geeischt werd, ze niet toegepast.
Beginnen wij maar met Kaïn, zegt onze broeder. Kaïn sloeg Abel dood en God liet hem leven, ja Hij stelde zelfs een teeken aan Kaïn, dat niemand de hand aan hem leggen zou. Hoe moet dat nu worden verstaan? Heel eenvoudig. De overheid was nog niet ingesteld, zoodat de bevoegde autoriteit om dit vonnis ten uitvoer te leggen, ontbrak. God Zelf heeft nergens gezegd, dat Hij den doodslager vonnissen zou, maar heeft dit nadrukkelijk aan de bevoegde macht, daartoe door Hem Zelven verordend en ingesteld, opgedragen en overgelaten. Daarmede is echter niet gezegd, dat God Kaïn om den moord op Abel niet gestraft heeft. Wij lezen uitdrukkelijk, dat God tot hem zegt: „En nu zijt gij vervloekt van den aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan om uws broeders bloed van uwe hand te ontvangen.
Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven, gij zult zwervende en dolende zijn op de aarde.”
En dat Kaïn zelf gevoeld heeft, dat hij om hetgeen hij aan zijn broeder gedaan heeft, den dood heeft verdiend, blijkt uit het woord: „En het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.” Ik geloof, dat niet een moordenaar zoo zwaar reeds aan deze zijde des grafs heeft geboet als Kaïn.
Wat nu Mozes betreft, die den Egyptenaar doodsloeg en deswege niet gedood werd; deze vraag is heel eenvoudig. Mozes vluchte, omdat hij zeer goed begreep, dat wanneer deze zaak bekend werd, zijn leven in gevaar kwam.
Ook de opmerkingen in zake David, die een moordenaar was en niet gedood werd.
Manasse, die zeer veel onschuldig bloed vergoten heeft en zich nog bekeerde.
Saulus die de gemeente van Jezus Christus vervolgd heeft en ter verantwoording geroepen werd, bewijzen niet, dat de doodstraf niet zou moet worden ingevoerd. Zij bewijzen alleen, dat, waar de overheid in gebreke blijft of niet in staat is den doodslager te straffen, de Heere zelf bezoeking doet voor deze ongerechtigheid, gelijk Hij dat gedaan heeft in het leven van David en van Manasse en van Saulus. Want tot aan den avond van zijn leven heeft Saulus van die vervolgingen uit zijn jeugd, de smarten in zijn ziel gevoeld.
Verder bewijzen deze voorbeelden, dat de doodstraf geen onvergefelijke zonde is, want reeds in het leven van Manasse openbaar wordt en op Golgotha zoo'n heerlijke bevestiging vindt.
Wat nu de opmerking betreft, dat wij alleen opkomen voor de doodstraf in geval van moord en doodslag en niet voor de andere overtredingen, waarop de doodstraf door God is geëischt, dat geschiedt omdat wij in Gen. 9 : 6 een gebod voor de geheele menschheid hebben, terwijl de Mozaïsche wetgeving uitsluitend voor Israël gold. De Mozaïsche wetgeving is ons ten voorbeeld, maar niet tot navolging gegeven, en als zoodanig heeft ze nog haar beteekenis voor de christenheid.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1929

De Wekker | 4 Pagina's