Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Agendum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Agendum

voor de vergadering van Christelijke Gereformeerde Predikanten, D.V. te houden op Woensdag 11 Juni, in de Aula der Theol. School.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Aanvang half elf.)

1. Opening.
2. Notulen.
3. Bestuursverkiezing. Aftredend zijn Prof. F. Lengkeek en Ds. R. E. Sluiter.
4. Verdere huishoudelijke zaken.
5. Ingekomen stukken.
6. Referaat van Ds. Hoogendoorn over Het Beeld Gods.
a. In oorsprong, wezen en bestemming staat de mensch verre boven zijne medecreaturen.
b. Zijne schepping is eene bijzondere scheppingsdaad, contra de voorstelling van het evolutionisme.
c. Het wezen van den mensch is te zoeken in zijne schepping naar het beeld en de gelijkenis van den drieëenigen God.
d. Aan een beeld in of buiten God mogen wij niet denken. De voorstelling er van bij Neo-Kohlbruggianen, Pelagianen, Lutherscben en Roomschen moet als onbijbelsch worden afgewezen.
e. „Beeld” en „gelijkenis” hebben in samenvoeging een versterking van het begrip. Het Roomsche supranaturalisme, dat tot formalisme leidt, verzwakt de verantwoordelijkheid van den mensch.
f. De gereformeerde onderscheiding van het beeld Gods in algemeenen en bijzonderen zin is van groote beteekenis.
g. De verscheidenheid van gaven in het menschelijk geslacht openbaart ons den rijkdom van het beeld Gods. De eerste mensch was drager der potenties, die in het zich ontwikkelend geslacht tot ontplooiing moeten komen. Bij den voortduur van den status integritatis zou de menschheid zich tot één organisch wezen ontwikkeld hebben. De status corruptionis maakt die ontwikkeling onmogelijk.
h. De val is eene verwoesting van het beeld Gods, niet een verloren-gaan er van. De mensch is en blijft naar Gods beeld geschapen. Gods beeld behoort tot zijn wezen; in zijne natuur is verandering gekomen. De oorspronkelijke gerechtigheid drukt niet het wezen, maar den staat en toestand uit, waarin God den mensch, schiep.
j . Door Zijne algemeene genade in verband met Zijn bijzondere genade bewaart God het wezen van mensch en schepping. De gemeene gratie effent het terrein, waarop de particuliere genade haar zaligmakend werk kan verrichten ter herstelling van het beeld Gods. Deze herstelling komt in beginsel tot stand door den overgang in den status gratiae.
k. Daarin begint mensch en schepping weer te beantwoorden aan het eens gestelde doel, de eere Gods. De herboren menschheid, hersteld naar het beeld Gods, is het lichaam van Christus. In de unio mystica heeft die menschheid gemeenschap met Christus en deel aan al Zijne gaven en krachten. Deze ontplooien zich in den mensch tot zijn uiteindelijke volkomenheid in den status gloriae, waarin hij verzadigd zal zijn met Gods beeld.

PAUZE

7. Bespreking van het referaat over Het Beeld Gods.
8. Referaat van Ds. L. de Bruijne over Zielszorg.
a. De speciale zielszorg bedoelt de bevordering van den geestelijken welstand van den enkele in de gemeente.
b. Als herder heeft de Leeraar niet alleen Gods Woord te brengen tot de schare, maar ook tot den enkele. (Jezus en de Samaritaansche.)
c. De geestelijke verzorging der gemeente is door den Heere toebetrouwd aan de Dienaren des Woords en de Ouderlingen.
d. Tot rechte oefening der zielszorg is noodig, dat men kennis neme van:
1. de Bijbelsche en Religieuse psychologie;
2. de hedendaagsche psychologische stroomingen (Freud);
3. de problemen, welke het cultuurleven opwerpt (Lectuur etc.).
e. Tusschen Leeraar en Ouderling zij een nauw contact.
f. De zielszorg moet gebonden zijn aan Gods Woord en de Confessie.
g. Hoewel in de prediking des Woords en in het onderricht der jeugd in de catechisatie wel degelijk zielszorg ligt, wordt ze toch bijzonder geoefend:
1. in het huisbezoek. — Voorwerpen: het geheele gezin. — Doel: met ieder der huisgenooten te spreken over zijn persoonlijke verhouding tot God, hen met geestelijken raad en voorlichting bij te staan, en hen te waarschuwen tegen verkeerde lectuur, tegen den itijdgeest, enz. Men ga daarbij uit van de sacramenten.
2. Bijzondere gevallen: hchaamskranken; gemoedsbezwaarden, zielskranken, twijfelenden enz. Het is een aanklacht tegen den Herder der gemeente, als lijdenden eerder naar een zenuwarts gaan, tegenover wien zij zich geheel uitspreken, dan naar hun dominé. Tusschen arts en prediker zij samenwerking.
h. Het stemme ons tot ootmoed, dat niet onze zorg aan de zielen maar de eeuwige liefde Gods in Christus Jezus, den grooten Herder, waarborg is der behoudenis der Zijnen.
9. Bespreking van het referaat over Zielszorg.
10. Rondvraag.
11. Sluiting.

Het Bestuur

P.S. Broeders Predikanten, die een vast adres voor logies hebben, gelieven hunne gastvrienden tijdig op de hoogte te stellen met hun komst. Zij, die nog logies verlangen, geven daarvan zoo spoedig mogelijk kennis aan den Pastor der Gemeente te Apeldoorn, Ds. J. W. Geels, Molleruslaan 21.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Agendum

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1930

De Wekker | 4 Pagina's