Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pantheïsme en schepping

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pantheïsme en schepping

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor een scheppingsleer, naar de gewone opvatting van dit woord, heeft, uit den aard der zaak, het pantheïsme geen plaats. Een scheppend God kan het niet leeren. Want God en wereld zijn vereenzelvigd. Het begrip „God” onderstelt meteen reeds de wereld bij het pantheïsme; al is het ,.slechts” als zijn belichaming, maar met dat al kan God dan toch niet zonder zijn wereld worden gedacht in dit stelsel. God en wereld zijn eeuwig met elkaar vereenigd, vereenzelvigd. Van schepping dus geen sprake mogelijk. Wie toch zou er scheppen? Want God zelf is er evenmin, als de wereld er niet is zoo leert het Pantheïsme toch.
Met dit al: er is een wereld.
Hoe is die er dan gekomen?
Bij het pantheïsme missen we ten eenenmale een grond, een basis van mogelijkheid voor het wereldontstaan.
Het noemt de wereld wel de zelfopenbaring van het „Eéne”, een uitstrooming van het „Eéne”, een emanatie, in den weg van evolutie of van involutie; maar dit Eéne kan er zelf al niet zijn zónder de wereld, zonder zijn uitstrooming; ‘t is of men zeggen zou: de moeder die het kind baart, is er zelve niet zonder dit kind; maar hoe kan zij het dan voortbrengen?
Daarenboven, hoe kan uit het zuiver absoluut enkelvoudige Eéne het veelvuldige heelal voortkomen? Door uitvloeiïng nog wel?
Hoe kan uit het enkelvoudige Eéne, het veelvuldige heelal voortkomen?
Dan is het dus niet het Eéne?
Hoe kan er voorts emanatie en involutie of evolutie zijn, als er niets is, hetwelk zich emaneert, hetwelk evolveert? Immers dat Eéne is zelf nog slechts wordende, in het wereldproces. Hier is dus het kind metéén ook de moeder.
Al deze bezwaren kan het pantheïsme slechts ontgaan door de theïstische beschouwing (heimelijk) voorop te plaatsen.
Het Godsbegrip als het Eéne heeft men geabstraheerd uit de bestaande wereld der veelheid, om dan daarna uit te roepen: het vele is uit het Eéne ontstaan. het worden uit het Zijn terwijl men nota bene dat zijn (de) zelf in z’n denkwereld door tegenstelling aan het worden had ontleend.
Toch tracht het pantheïsme zijn leer ten deze nog aannemelijk te maken, en wel door te spreken van de zelfbegrenzing Gods, om de mogelijkheden van zijn wezen te openbaren.”
Deze zelfbegrenzing zou dan zijn de verschenen wereld, de schepping. Zoo redeneerde destijds Campbell in zijn „de nieuwere theologie”. We merken daartegen echter het volgende op:
God zich zelf begrenzend, en dan God pantheïstisch gedacht, dan moet men weder God en wereld eeuwig als vereenzelvigd denken, want tot dit „zichzelf” behoort juist datgene, wat als begrenzing van zichzelf dienst zou moeten doen.
De openbaring in ‘het wereldproces is dan reeds een element in en van dit wezen Gods. Maar hoe kan het dan eene er van onderscheidene openbaring zijn?
Van tweeën één toch; of het wezen Gods zelf is iets aparts, dat is: theïsme, óf de openbaring er van vervalt; dat is acosmisme.
Evenzeer blijft de inconsequentie, als men, zooals Campbell zegt, dat „God zich voortdurend uit”. Maar hoe kan zich iets uiten, wat nog niet is, want God behoort, pantheïstisch gedacht, bij ‘t geuite zelf. Hij zelf is van dit geuite als ‘t ware weer afhankelijk, althans zonder dit geuite is Hij zelf er niet.
Men moet op deze lijn óf theïst worden, óf men moet verklaren, dat uit oogpunt van „redelijkheid” de pantheïstische voorstelling niets heeft te verwijten aan de christelijke religie.
‘t Is wel merkwaardig: telkens, als het pantheïsme een eenigszins aannemelijk of welluidend klinkende zaak naar voren brengt, zulks alleen dan iets zeggend is, als men . . . . niet pantheïstisch denkt; en is het feitelijk naar zijn voorstelling ontleend aan het theïsme.
In ‘t midden dan nog gelaten de reeds meermalen naar voren gebrachte kwestie van „eeuwig”, eeuwig proces, een eeuwige ontwikkeling of evolutie, een eeuwigheidswereld.
Wat is dat toch?
Is deze wereld, pantheïstisch gedacht, eigenlijk dus niet geschapen? Is ze, als God, eeuwig? Is God en wereld inééngedacht, dus zonder begin of voortzetting of einde? Hoe kan dit op de stoffelijke wereld worden toegepast?
‘t Is een onmogelijkheid. Want is alles eeuwig, dan rijst de vraag, is alles eeuwig zoo geweest gelijk het nu op een of ander oogenblik is? Maar dan is er geen verandering meer mogelijk of denkbaar, noch weleer geweest, noch daarna komende. Want eeuwig, denk even door: wanneer zou het dan begonnen moeten zijn? Wat we zien en beleven toch de verandering; dit onderstelt een begin; een aanvang van verandering, maar dn is ‘t begrip eeuwig daarmee ook tegelijk gebannen.
Daarbij: is de wereld eeuwig, van alle eeuwigheid af als bestaande te denken (?) dan is er eeuwig „gelegenheid” om niet te zeggen „tijd”, geweest, om ‘t proces ten „einde” te brengen. Hoe nu?
En is de wereld niet eeuwig, dan is ze niet Gods „keerzijde”, Gods „geronnenheid”, gelijk ‘t pantheïsme leert; want God is een eeuwigheids-begrip. Dan zou voorts God „nooit” en „altijd” in ons bewustzijn tot zichzelf zijn gekomen, al naar ge ‘t maar beziet. Maar hoe kan er dan sprake zijn van een God, die in ons bewustzijn tot bewustzijn „gewordt” ? !
‘t Is alles even duister, even inconsequent, even onlogisch.
Inderdaad het pantheïsme heeft geen basis om het aanzijn, noch het ontstaan eener wereld op te construeeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Pantheïsme en schepping

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1930

De Wekker | 4 Pagina's