Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche brieven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Broeder!
Op een paar zaken wenschten we U nog even te wijzen; beide houden zij verband met de houding dergenen, die de leiding der gemeente hebben, tegenover de gemeente. Gij zult mij toestemmen, dat die houding een aan de kerk bindenden, maar ook een van de kerk ontbindenden invloed hebben kan.
In de eerste plaats een woord over de wijze, waarop de kerkeraad optreedt in de Gemeente. Daar kan weleens wat aan ontbreken. Onze vaderen hebben dit reeds ingezien, immers zij spreken in het formulier tot bevestiging van Ouderlingen en Diakenen van Ouderiingen, die wel regeeren, hetgeen de mogelijkheid openlaat, dat er kunnen zijn, die niet wel regeeren, hetgeen, omdat dominé en ouderlingen één college vormen, ook van toepassing kan zijn op den predikant.
Volgens mijn — ik mag nu wel zeggen: langjarige — ervaring, moet menige quaestie, zoo niet in oorzaak dan toch in langdurigheid en diep ingrijpen, geweten worden aan het ontactisch optreden van hen, die van Gods wege geroepen zijn de Gemeente te leiden. Lees a.u.b., wat hier staat, en niet: alle quaesties, maar: menige quaestie. Dikwijls maakt men, het blijkt mij ook in deze dagen weer uit meer dan één schrijven, naar aanleiding der laatste Veluwsche brieven ontvangen, dikwijls maakt men zonder goed te lezen zijn gevolktrekkingen en meent men te moeten ageeren tegen voorstellingen, die ik heelemaal niet gegeven heb. Zoo is er een broeder, die vindt, dat ik van het standpunt uitga, dat er maar eene Kerk is, in deze beteekenis n.l, dat er maar eene geïnstitueerde kerk zou zijn, waarin de Geest des Heeren zou kunnen wonen en ook metterdaad woont. In welken mijner brieven ik dit beweerd moet hebben, is mij niet duidelijk. Eerder kan men het tegendeel uit mijn schrijven opmaken. Ook dit wordt mij voor de voeten geworpen, dat ik den leden het volle pond der verantwoordelijkheid laat dragen en de ambtsdragers zoo goed als vrij laat uitgaan. Wie den vorigen brief gelezen, zegge: gelezen, heeft, kan wel beter weten. Of had men liever gezien, dat de leden vrij gelaten waren en alle schuld maar werd geworpen op de ambtsdragers, inzonderheid de dominees? Ik hoop eerlijk te zijn en te blijven, en kan dit te beter doen, omdat ik in mijn oordeel een beetje minder beïnvloed wordt door bijzondere, plaatselijke omstandigheden. Maar genoeg hiervan! U wilt er dus wel op letten, dat ik niet geschreven heb: alle quaesties, maar: menige quaestie!
Is het eene eere, om de Kerk des Heeren te dienen, dan make men zich die eere ook waardig door — te dienen! Wie in den kerkeraad zitting ontvangt, verkrijgt daardoor een zekere machtspositie. Nu bestaat het gevaar, want wij zijn allen menschen, bij wien vleesch-en-bloed maar niet zoo gemakkelijk zwijgen, doch staan naar het hoogste woord, het gevaar bestaat, dat die machtspositie een hoogheidspositie wordt, waardoor vergeten wordt, dat de kerkeraad er is om de gemeente en haar welzijn, en niet de gemeente er is om den kerkeraad. Dit brengt niet met zich, dat de gemeente den kerkeraad zou voor te schrijven hebben, wat hij doen moet; wel, dat de kerkeraad uitzie, waar hij de gemeente mede dienen kan. Geen kerkeraad naast of boven de gemeente, maar in de gemeente! Ik stel mij die verhouding altijd voor als die van een ouder in een huisgezin met volwassen kinderen, die krachtens hun opgewassen zijn het vermogen en ook een zeker recht bezitten, om gekend te worden, al blijft tenslotte de beslissing aan den kant van den ouder. In zulk een huisgezin is een goede samenleving. Daar zal zijn een achten, een respecteeren van elkander; daar zal gevonden kunnen worden de rechte tucht, die het ontzag voor en gezag van den door God gestelden machtsbekleeder schraagt. De losheid in menig gezin vindt haar oorzaak juist daarin, dat dit gemist wordt; vader en moeder zijn dan maar vader en moeder, en de kinderen zijn maar kinderen. Daar is geen band! En als het in de gemeente nu zoo wordt, dat de kerkeraad de gemeente niet acht en de gemeente den kerkeraad niet, dan zal de grond vruchtbaar genoeg zijn om de zaden van bitterheid en verdeeldheid te ontvangen en te doen ontkiemen. M.a.w. de verhouding tusschen kerkeraad en gemeente worde bepaald door de liefde!
Nu is er geen ouder zonder gebreken, er is ook geen kind zonder gebreken. Zoo ook staat het met gemeente en kerkeraad. Zoo ieder daarvan diep doordrongen is, dan zullen wij geen enkel gebrek goed noemen, maar in de beoordeehng en in de behandeling dier gebreken zullen wij toch zeker anders handelen, dan wanneer wij als leden een revolutionaire houding aannemen tegenover den kerkeraad, of als kerkeraad met eenige wijziging het woord van Lodewijk XIV tot het onze zouden maken: L’eglise, c’est moi, d.i. de kerk ben ik! Vergeten wij het niet: die zonde ligt voor de deur, en wacht maar op het geschikte oogenblik om binnen te sluipen!
De kerkeraad, die in de zonde van hoogheidspositie vervalt, die dus voor zich zelf niet verstaat, dat God eischt, met ootmoedigheid bekleed te zijn, die kerkeraad vervreemd de gemeente van zich en is oorzaak, dat de gemeente straks vervreemdt van zichzelf.
D.V. tot de volgende week.
t.t.

L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's