Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paschen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paschen.

De Middelaar opgestaan

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Heere is waarlijk opgestaan!Lukas 24:34.

Wat tijding was het, die de jongeren des Heilands vernamen op den derden dag van Jezus’ dood! Welk eene ontroering zal zich van hen hebben meester gemaakt, toen zij, over wie naar het woord van Christus zoo groote droefheid gekomen was, nu verrast werden door het bijna ongeloofelijke, dat Jezus was opgestaan uit de dooden. Zij hadden zich dat nooit zoo voorgesteld, hadden ook eigenlijk nooit zoo bijzonder acht gegeven als de Heere Zijne opstanding voorzei, want ook hadden zij eigenlijk nooit goed geloofd, dat Hij zou moeten lijden en sterven. De vreeselijke scheiding was gekomen en Jezus was overgeleverd en gekruisigd en gestorven, en — alles was uit voor hen. Hun geloof had voor hen zijn basis verloren; hunne hoop was gekrenkt; alleen de liefde was gebleven. en — krachtig gebleven, maar alleen liefdesmart was het, geen vrede, geen blijdschap. En nu de boodschap, telkens weer versterkt, dat Jezus was opgestaan! Hoe konden zij het gelooven! „Vele gewisse kenteekenen” zijn noodig, voor zij het allen mogen aanvaarden.
Hunne droefheid is tot blijdschap geworden, tot blijdschap om Zijnentwil, dien zij zoo liefhadden en dien zij hadden moeten missen; tot blijdschap om huns zelfs wil, want hunne zielen werden door de opstanding, door het leven huns Heeren liefderijk vertroost. Of zij terstond de beteekenis van dit alles hebben doorzien? Ik stel mij voor, dat een Johannes, de zoon van Zebedeus, de fijngevoelige en diepdenkende, meer vermoed zal hebben dan een Petrus, die zoozeer in het tegenwoordige geschieden opging. Maar al heeft Johannes meer vermoed, toch heeft ook hij, met de andere discipelen, eerst het volle licht over de opstanding, evenals over hetgeen aan deze voorafging, verkregen, toen op den vijftigsten dag de Heilige Geest werd uitgestort over hen, de Heilige Geest, die hen in alle waarheid zou leiden.
De dag der opstanding des Heilands is voor de discipelen een dag geweest, vol van aandoeningen en verrassingen; het doel van lijden en sterven wordt eerst later voor hen opgeklaard.
Wanneer wij zeggen, dat Jezus is opgestaan uit de dooden, spreken wij natuurlijk de waarheid. Juister zeggen wij het echter, als wij zeggen, dat de Middelaar uit de dooden is opgewekt en opgestaan. Want als Middelaar kan Jezus slechts voor ons beteekenis hebben, gelijk Hij het ook alleen als Middelaar heeft voor God! Als Middelaar, dus als vertegenwoordigende in Zijn persoon geheel de Kerk des Heeren en ieder der Zijnen in het bijzonder.
Duidelijk spreekt de Apostel van deze beteekenis, als hij in Romeinen 4 vers 25 zegt: welke, n.l. Christus, overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking (beter: onze rechtvaardiging). Daarin wijst de Apostel er ons op, dat Jezus als Borg volkomen genoegdoening gegeven heeft aan het recht des Vaders. Ware dit niet het geval geweest, er zou van opstanding geen sprake hebben kunnen zijn; maar nu is de opstanding des Heilands een bewijs, dat de losprijs volkomen is betaald en niet het minste heeft ontbroken aan het rantsoen, door Christus betaald.
Dit is de reden der blijdschap op het Paaschfeest voor allen, die in waarheid te doen hebben gekregen met God en zich dies als schuldige, verdoemelijke schepselen hebben leeren kennen. Het Paaschfeest heeft, zonder dit, eigenlijk voor ons geen beteekenis. De wereld buiten de Kerk heeft geen Paaschfeest, evenmin de wereld in de Kerk! Of Jezus gestorven en opgewekt is of niet, heeft die werelden niets te zeggen. Maar het volk des Heeren, dat zijn zij, die arm en ellendig in zichzelf geen uitkomst hebben voor tijd en eeuwigheid; zij, die daar klagen vanwege hunne zonden; zij, die hebben leeren vragen, of er nog een weg ter redding en ter zaliging is voor zulken, als zij zijn, voor hen is het evangelie, het evangelie van het lijden en sterven, het evangelie der opstanding!
Paschen beteekent: voorbijgang. Gelijk de slaande Engel des Heeren in den laatsten nacht van Israels verblijf in Egypte voorbijging, waar hij het bloed van het lam zag, zoo gaat de Heere met de vergelding Zijns rechts voorbij, waar door het geloof de toevlucht genomen mag worden tot het bloed van het Lam, dat in de volheid des tijds door God zelf als offer is gegeven„ en dat Zichzelf heeft gegeven, en waarin God de wereld met Zichzelven verzoenende was!
De Heere is waarlijk opgestaan! Het beteekent: God, de Heilige, die met de zonde geen gemeenschap hebben kan, is in Christus voldaan en kan in Hem met zondaren in gemeenschap treden, om ze voor tijd en eeuwigheid te zaligen in genade!
Hoe is het, mijn lezer, mag het ook Paschen voor U zijn?
Of zijt ge geen zondaar, zondaar voor God, en heeft uwe ziel dus geen behoefte aan het plaatsbekleedende Lam? ’t Is mogelijk, al behoort ge ook uiterlijk tot het volk, dat leeft onder het geklank, dat ge het geklank niet kent. En ge kunt nu zoo maar voortleven, hoewel ge verstandelijk niet onbekend zijt met hetgeen tot zaligheid noodig is? Is ’t niet onverantwoordelijk? Zal niet eenmaal elk Paschen, hier in dit leven door U meegemaakt, tegen U getuigen? O, dat ge nog in dezen uwen dag mocht bekennen, het leerende door den Heiligen Geest, hoe groot uwe zonden en ellendigheid is, opdat ge nog mocht uitzien naar de verberging achter Christus’ bloed en de rechtvaardiging in Hem.
Zalig, voor wie het recht Paschen mag worden of wezen! Zoek, bekommerde vanwege uwe zonden, het niet in Uzelf! Blijf niet zien op uwe zonden en zondigheid, maar laat uw gebed op dit feest zijn om de openbaring van den Christus Gods in uw hart, opdat ge Zijne heerlijkheid moogt aanschouwen, die Borgheerlijkheid, die Hem schooner doet zijn dan de menschenkinderen, en uwe voldoening voor God uw Rechter door U in Hem gevonden worde!
Volk des Heeren, verootmoedig U voor den Heere op dit feest!
Het „de Heere is waarlijk opgestaan” zij U tot vrijspraak en dies tot vrede en blijdschap voor het aangezicht van God!

L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Paschen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1931

De Wekker | 4 Pagina's