Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om verzocht te worden!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om verzocht te worden!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.”     Matth. 4 : 1.

Om verzocht te worden! Om op de proef te worden gesteld!
En dat Hij, van Wien de Vader bij den doop heeft gesproken: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in denwelke Ik Mijn welbelwgen heb!
Kon er dan iets in Hem gevonden worden, dat in strijd zou zijn met de eere des Heeren, de gerechtigheid van Zijn wet? De mogelijkheid, dat er iets zondigs in Hem zijn zou, is uitgesloten?
Staat het zoo ook met de mogelijkheid, dat iets zondigs in Hem zou inkomen? Gewis, die mogelijkheid is er niet. Christus Jezus is Gods èèngeboren Zoon, het vleeschgeworden Woord, Hij is de Heilige!
Wat ontzaglijke vernedering dan, die over Hem komt! De leugenaar van den beginne zal zijn mond opendoen tegen Hem, die van den beginne is het Woord, de Waarheid! Die in de waarheid niet staande is gebleven, zal de hand uitstrekken naar Hem, die het uitgedrukte beeld der zelfstandigheid Gods is!
En toch — het moet, hoe vernederend het ook zij. Er is hier een goddelijke noodwendigheid, schuilende niet in de eerste plaats in het wezen van Jezus Christus, Zoon van God en Zoon des menschen, maar in de relatie, de verhouding, waarin de vleesch geworden Zoon van God staat tot den Vader, volgens het verbond, dat van eeuwigheid is tusschen den Vader en den Zoon, om met behoud van het volle recht Gods genade te kunnen verleenen aan zondaren.
Alle gerechtigheid te vervullen betaamt ons, sprak Jezus tot Johannes den Dooper, toen deze zwarigheid maakte om Jezus te doopen. Dus werd Jezus gedoopt in den Jordaan als Degene, die de zonden der wereld droeg. En nu wordt Hij door den Geest geleid, den Heiligen Geest, opdat Hij ook in dezen alle gerechtigheid vervulde, dat Hij zich zou laten verzoeken van den duivel.
Hoe duidelijk komt hier uit, dat Hij, die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te staande is gebleven, zal de hand uit- zijn, Zichzelven heeft vernietigd (ontledigd, daarvan afstand heeft gedaan), de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende en den menschen gelijk geworden, en in gedaante gevonden als een mensch, zichzelven heeft vernederd.
Zoo volgt Hij niet de hoogheid Zijner afkomst, maar den wil, het welbehagen des Vaders in alle opzichten. Hij, de mede-Schepper van hemel en aarde, wordt geleid, als ware Hij niet meer dan schepsel. Dat dient het doel, waartoe Hij Zich vernietigde. Niet in heerschers- maar in knechtsgestalte moet het heil der verheerlijking Gods en der zaliging van zondaren verworven worden. Daarom is de eeuwige Christus geworden als onzer één!
Als zoodanig moet Hij verzocht worden, opdat het voor hemel en aarde en hel openbaar zoude zijn, dat Hij als de tweede Adam in de wereld gekomen, staande blijft in de verzoeking die over Hem komt. Daarom komt ook tot Christus de satan in eigen persoon. Het gaat er om den Christus Gods ten val te brengen en daarmede het eeuwig raadsbesluit Gods tot zaliging van zondaren te breken.
Een onmogelijk werk, zeker! Maar het is den satan de proef wel waard. Alles heeft hij in ’t werk gesteld om zijn doel te bereiken.
Menschelijkerwijs gesproken stonden de zaken voor den eersten Adam voordeeliger dan voor den Tweeden.
De eerste had overvloed, de Tweede leed gebrek.
De eerste stond in heerlijkheid met de belofte der heerlijkheid, de Tweede stond in de vernedering met de zekerheid van een weg van ellende en smadelijken dood voor Zich.
Maar zooveel te schandelijker ook de val des eersten, onze val; zooveel te grooter en heerlijker de overwinning des Tweeden en in Hem de overwinning dergenen, voor wie Hij gekomen is!
Er zijn voor het Koninkrijk Gods critieke oogenblikken geweest in het leven van den Heere Jezus. De verzoeking in de woestijn behoort er toe. Stel u eens een oogenblik voor, dat Jezus hadde toegegeven aan de verleidende stem des satans, om buiten den Vader om gebruik te maken van Zijn goddelijke kracht en de steenen te veranderen in brood, daarmede Zijn knechtsgestalte verlatende; stel u een oogenblik voor, dat Hij op satans aandringen Zich hadde geworpen van de tinne des tempels, om daarmede het bewijs te leveren dat Hij Gods Zoon was, alweder buiten den Vader om; stel u een oogenblik voor, maar neen, ge kunt het niet! dat Jezus Zich zou hebben laten vervoeren door den gemakkelijken weg om te komen tot de heerschappij! Wat ware er gebeurd! Wat ware duidelijk aan den dag getreden! Dit, dat Jezus de Zoon van God niet was; dat Jezus dus geen zaligmaker zijn kon; dat Hij in geheel Zijn bestaan een leugen ware, en dus ook leugen alle vertrouwen op Hem gevestigd!
Maar neen! Jezus is de Zoon van God, Hij is de Christus, de Zaligmaker der wereld. Als overwinnaar is Hij uit den strijd met den vorst der duisternis te voorschijn getreden. De beleedigende verzoeking heeft Hij opgevangen op het schild des Woords en met het zwaard des Woords heeft Hij den satan afgewezen! In alles is Hij den broederen gelijk geworden, doch zonder zonde, schrijft de apostel. En elders, dat Hij in alles is verzocht geweest. Zeker, om als de tweede Adam daarin het bewijs te geven Zijner goddelijke zending, maar is ’t ook niet, opdat Hij behoorlijk medelijden zou hebben met onze zwakheden? Opdat Hij ons in onze verzoekingen zou te hulp komen?
Christus heeft in de woestijn der verzoeking het kruis gewilliglijk op Zich genomen; de afwijzing des satans was als een hernieuwde onderteekening en bevestiging van het Verbond der Verlossing. En die dadelijke gehoorzaamheid van Christus komt ten goede aan allen, die zich in waarheid schuldig kennen aan de verbreking des verbonds; die tot den Heere leeren vluchten uit kracht van Christus’ werk door den Heiligen Geest met den nood hunner zielen. Hoe dekt de verbondshouding van Christus dan onze verbondsbreuk!
Zoo we daar deel aan mogen hebben, dan zal in al onze verzoekingen Hij ook onze Voorbidder zijn aan ’s Vaders rechterhand en we zullen in de hitte van den strijd niet ondergaan, maar in Hem meer dan overwinnaars zijn.
Zalig, die in Hem zijn Borg en Middelaar heeft!
                                                                              L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1932

De Wekker | 4 Pagina's

Om verzocht te worden!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1932

De Wekker | 4 Pagina's