Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lisse en het buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lisse en het buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb voor eenigen tijd een stukje aangehaald van Ds Bouwman, Gereformeerd predikant te Leiden. Hieruit bleek wel, dat het exclusivisme van een Blad als „De Reformatie” nu niet weerspiegelt het standpunt der Gereformeerde kerken.
Al schijnt „de Reformatie” zich soms in te beelden de taal van het Delphisch orakel te vertolken, waarvoor eens heel de Grieksche oudheid boog, toch blijkt het gedurig, dat het ook niet veel meer is dan „schijn”.
Telkens komt weer in de pers der Gereformeerde kerken „de zaak Lisse” om den hoek gluren, toen een kerkeraad der Gereformeerde kerken het heeft durven bestaan een deputatie te zenden naar de intree van een predikant in de Chr. Ger. Kerk.
Nu weer verschillende candidaten in de Theologie deze ure tegengaan en ook Middelharnis met andere plaatsen het voorrecht mag smaken een eigen Herder en Leeraar te krijgen, komt telkens weer het „geval Lisse” als een schrikbeeld voor dit gereformeerd exclusivisme oprijzen.
Hier is op zijn plaats wat Ds Bouwman heeft geschreven over het contact, dat de Gereformeerde Kerken onderhouden met onderscheiden Kerken in het buitenland.
Het vraagstuk van de buitenlandsche kerken roept ook in de Chr. Ger. Kerk om nadere preciseering, en ook in dit licht acht ik het stuk van Ds Bouwman van meer dan gewone beteekenis. Het vinde hier een plaats als weerlegging van een geforceerd exclusivisme en als bezinning op het vraagstuk der verhouding tot de buitenlandsche kerken.
Ds Bouwman bespreekt de kerkelijke situatie in Noord-Amerika en schrijft dan:
Daar staan naast elkaar de Dutch Reformed Church (Hollandsch Gereformeerd Kerk) en de Christian Reformed Church (Christelijke Gereformeerde Kerk),
't Is bekend, dat, toen Van Raalte met zijn kolonisten in Amerika kwam, dezen zich hebben aangesloten bij de aldaar reeds sinds een paar eeuwen bestaande Hollandsche Gereformeerde Kerk (Dutch Reformed Church) en als Classis Holland van deze kerk optraden.
Maar reeds enkele jaren later, in 1857, gingen velen hunner het verband met die kerk weer verbreken, en met andere later tot hen overgekomen kolonisten de Christelijke Gereformeerde Kerk (Christian Reformed Church) stichten.
Velen der oude kolonisten van Van Raalte echter bleven in de Dutch Reformed Church, zoodat er tusschen de uit Nederland geëmigreerde broeders en zusters in Amerika een kerkelijke breuk ontstond, die tot op den huidigen dag voortbestaat.
Nu houden wij ons niet op met de oorzaak van die breuk, en met de bezwaren, welke de Christelijke Gereformeerden tegen de Hollandsche Gereformeerde kerk aldaar hadden.
En evenmin met de klacht, welke broeder Warnaar over laatstgenoemde kerk uitte, n.l. dat er in haar zoo merkbare verslapping intrad inzake de handhaving der Gereformeerde belijdenis in de prediking.
Evenals in de jaren 1850—1857 de uit Nederland komende kolonisten, die eerst ’n tijdje in ’t Oosten van Noord-Amerika vertoefden, in de Hollandsche Geref. Kerk aldaar opvattingen en practijken waarnamen, waartegen zij bezwaar hadden, en waarvan zij bij hun trek verder westwaarts aan hun broeders en zusters in Midden- Amerika mededeelden (waar het dan ook in 1857 tot bovenvermelde breuk kwam) zoo schijnt ook nu het kwaad met name in het Oosten te schuilen. In Midden-West- Amerika. waar de nakomelingen der (in de Hollandsche Ger. Kerk achtergebleven) kolonisten nog steeds de kern schijnen uit te maken, wordt in de prediking en het kerkelijk leven met veel meer ernst en getrouwheid de Geref. Belijdenis gehandhaafd.
Wij begrijpen het, dat prof. Waterink gretig luisterde, toen broeder Warnaar mededeelde, wat hij hier in de prediking van de Hollandsche Ger. Kerk (en dat betrof het Oosten) had opgemerkt.
Een kerk, al heeft zij dan ook officieel de Ger. Belijdenis als accoord van kerkelijke gemeenschap aanvaard, kan in de handhaving van deze Belijdenis zoodanig verslappen en ontrouw worden, dat onze kerken de gemeenschap of correspondentie met haar moeilijk kunnen voortzetten. In hoeverre dat nu reeds al of niet het geval mocht zijn, laten we rusten.
Heel deze kwestie toch kunnen we uitschakelen in het geding, dat ons thans bezig houdt. Want thans gaat het over afvaardiging naar de Chr. Ger. Kerk, die de Ger. Belijdenis wèl getrouw begeert te handhaven.
En zoo staan we dus voor het nuchtere feit, dat de Geref. Kerken in Nederland geregelde gemeenschap door z.g.n. correspondentie, door gedurig officieele afvaardiging, etc. onderhouden met twee kerken, die beide de Ger. Belijdenis tot grondslag hebben en nochtans op alle plaatsen zelfstandig naast en tegenover elkander optreden.
En…… als een kerkeraad eener Geref. Kerk in datzelfde Nederland slechts bij een zeer bijzondere gelegenheid op nadrukkelijke uitnoodiging een Deputatie zendt naar de Chr. Ger. Kerk ter plaatse, om een bijzonderen dienst in de week bij te wonen ……dan wordt daarover een kabaal gemaakt, alsof er ik weet niet welke doodzonde bedreven is!.....
Is dat dan geen meten met tweeërlei maatstaf?
Indien men mocht zeggen: ja, maar die twee kerken in Amerika kunnen niet vereenigen, want de eene kerk handhaaft niet de Geref. Belijdenis…… dan zou dat desniettemin laten bestaan van den officieelen band en het oefenen van de officieele gemeenschap met beide al heelemaal bedenkelijk zijn.
Nemen we echter maar het gunstigste geval, dat ze beide wel de Ger. Belijdenis vasthouden…… moeten we dan om de’ termen van Prof. W. over te nemen, niet aannemen, dat één dier beide kerken (of beide) „in de zonde leeft, en dat heel haar bestaan slechts mogelijk is op grond van het volharden in een zondigen toestand?
En toch met haar wel officieele gemeenschap?
En te Lisse is zoo iets een vreeselijke misstap?......
Dit stuk van Ds Bouwman spreekt voor zich zelf.
De Geref. Kerken onderhouden correspondentie met kerken in het buitenland, die van de Ger. Belijdenis afwijken.
En te Lisse zocht een Geref. Kerkeraad niet eens correspondentie, maar gaf gehoor aan een vriendelijke uitnoodiging van een andere kerkgroep die de Geref. Belijdenis handhaaft (De Chr. Ger. Kerk) en men schreeuwt…… zonde, zonde, zonde. Maar groote oceanen doen veel.
En voorts: Wat weten de menschen in Holland van kerkelijke toestanden in Amerika?
Er schijnen tegenwoordig ook kerkelijke beginselen te zijn op zijn Amerikaansch.
Op deze manier is „zonde” nog wat anders op zijn Hollandsch, dan op zijn Amerikaansch.

Ai mij, „de Reformatie”.

Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Wekker | 6 Pagina's

Lisse en het buitenland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Wekker | 6 Pagina's