Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schoolopvoeding naar eisch des verbonds.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schoolopvoeding naar eisch des verbonds.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij allen herinneren ons het keurig rapport door de Ver. voor Chr. Geref. Schoolonderwijs, ingediend op de Synode van Apeldoorn in 1928.
Het is te vinden in de notulen dezer Synode als bijlage L. Wij weten tevens, wat deze Synode besloten heeft (Zie art. 27).
Hierom acht ik het nuttig, dat wij ook eens een levensteeken van bovengenoemde Vereeniging onzen lezers toonen.
Op de Jaarvergadering te Zwolle gehouden op 3 Aug. van dit jaar heeft de heer Veldstra van Groningen over bovenstaand onderwerp gerefereerd.
Hier volgt een korte inhoud door den referent ons toegezonden.
De opvoeding, de geestelijke verzorging der kinderen, staat in verband met de levensbeschouwing der ouders. Dat er verschil is, wordt aangetoond door te ”Wijzen op twee levensbeschouwingen, welke uitersten zijn, n.l. het Optimisme en het Pessimisme, de blanke onschuld en de radicale boosheid.
Geen van de beide beschouwingen kunnen wij aanvaarden voor het opvoeden der kinderen, maar stellen het doel der Chr. Opvoeding, door den Apostel Paulus aangegeven: „Opdat de mensch Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.”
Deze opvoeding moet geschieden door de ouders, omdat het kind ligt voor rekening en verantwoording der ouders. Christenouders hebben hun kinderen op te voeden naar den eisch van het Genade Verbond.
De belofte bij den doop afgelegd ligt er om hun kinderen op te voeden.
Dat moet dus geschieden naar eisch des verbonds.
Het gedoopte kind wordt beschouwd „als in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren, aan alle ellendigheid en der verdoemenis zelve onderworpen” en als kind van het Genade Verbond, d.w.z. dat het kinderen zijn, aan wie de beloften zijn toegezegd, maar die echter door genade persoonlijk daaraan kennis moeten krijgen. Op te voeden „in de voorzeide leer” en daarin te onderwijzen, dat is de eisch des Verbonds.
De ouders echter schieten te kort in het opvoeden.
Dit tekort wordt aangevuld door de school.
Dat is dus het verlengstuk van het gezin.
Omdat nu de ouders in het opvoeden en onderwijzen (een opvoedingsmiddel) tekort schieten, geeft de onderwijzer onderwijs in de school.
De ouders dragen zoodoende de bevoegdheid om op te voeden, over op den onderwijzer.
„De ouders hebben zich rekenschap te geven van de beste wijze, waarop zij hun kinderen behooren op te voeden.” (Dr Bavinkc, Paed. Beg.)
In de 2e plaats is het een overdragen van de verplichting der ouders om op te voeden. De onderwijzer krijgt de taak om kinderen op te voeden. Daarom moeten de ouders niet eerder rusten, voordat zij weten, aan wien zij de bevoegdheid en verplichting hebben overgedragen. Zij moeten weten, welke beschouwing de opvoeder heeft van het Verbond der Genade.
Zij moeten weten, hoe de onderwijzer de kinderen beschouwt. Door het opvoedingswerk moet een bepaalde lijn loopen. Ouders en onderwijzers moeten eenzelfde Verbondsbeschouwing hebben.
De ouders hebben er het grootste belang bij.
Doch niet alleen de ouders, ook de kerk heeft er belang bij. De gedoopte kinderen behooren tot de kerk. Het aan de school toevertrouwde kind is ook het kind der kerk.
De kerk heeft toe te zien, dat de kinderen een onderwijs ontvangen naar de Chr. Geref. beginselen.
Alzoo dus een samenwerking tusschen school en huis, maar ook tusschen school en kerk.
De ouders en de kerk moeten verlangen een onderwijs, waarin de kinderen wordt gewezen op het groote voorrecht, dat ze Verbondskinderen zijn, maar ook, dat dat niet alleen genoeg is, maar dat die beloften persoonlijk door genade gekend moeten worden.
Uit dit alles volgen eenige dingen, waarop wij hebben te letten.
In de eerste plaats: een afwijzend staan tegenover een schoolopvoeding, die op een andere Verbondsbeschouwing gebaseerd is. De Verbondsbeschouwing zooals de kerk die stelt moet ook uitkomen in ons opvoedingswerk.
In de 2e plaats: een opwekken om Chr. Geref. onderwijzer te worden. Op hem rust een groote verantwoording. Daarom de zuivere beschouwing van het kind worde door den Chr. Geref. onderwijzer uitgedragen, tot steun der ouders, tot steun der kerk.
In de 3e plaats: een vragen naar Chr. Geref. scholen.
De beginselen door ons beleden, vragen inrichtingen, waarop kan worden opgevoed naar eisch des Verbonds. Wij behooren te hebben Chr. Ger. schoolonderwijs.
Het ideaal zou zijn: Chr. Geref. onderwijzers in Chr. Geref. scholen.

Dat het ons waarlijk ernst moge zijn!

Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1932

De Wekker | 8 Pagina's

Schoolopvoeding naar eisch des verbonds.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1932

De Wekker | 8 Pagina's