Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals er in het nationale leven van onzen tijd concentreerende en ontbindende krachten openbaar worden, zoo kunnen wij die zelfde krachten constateeren in het kerkelijke leven van onzen tijd. Hoofdzakelijk in het protestantisme, al blijft het katholicisme er niet vrij van. In ons land ontdekken wij daar nog bitter weinig van. Dat wil niet zeggen, dat er in het Nederlandsche protestantisme geen ontbindende machten aanwezig zouden zijn. Wanneer wij straks de resultaten van de volkstelling van 1930 eens onder de oogen zullen krijgen, vermoed ik, dat wij schrikken zullen. Schrikken van het getal dergenen, die eenvoudig verklaard hebben, dat zij geen godsdienst meer belijden.
Nihilisten dus op godsdienstig gebied, maar tusschen het Nihilisme op godsdienstig en het nihilisme op staatkundig gebied, licht maar één schrede.
De achter ons liggende verkiezing heeft dit wel duidelijk in het licht gesteld. De communistische partijen zijn bij deze verkiezing met bijkans 100 % vooruit gegaan. Zij kwamen van 89.353 op 166.700; en wanneer deze moeilijke tijden nog wat aanhouden en wij kregen als gevolg daarvan tusschentijdsche verkiezingen, kregen zij stellig het hoogste percentage in de winst. Wij hebben dat in Duitschland gezien. De socialisten daalden, maar de communisten gingen met sprongen omhoog. En onder de communisten vinden wij heel weinig menschen die van huis uit katholiek waren, maar duizenden die van huis uit protestant zijn geweest.
In het protestantisme heeft het godsdienstig nihilisme juist heel sterk doorgewerkt, omdat de band aan de kerk daar veel losser is dan bij de Roomschen. De vrijheid die de protestant in de geestelijke aangelegenheden zich bewust is te bezitten, leidt heel spoedig tot losbandigheid en gevolg daarvan is, dat hij al te gemakkelijk de kerkelijke gemeenschap waartoe hij krachtens den doop behoort, loslaat en daarmede het geloof in God en Zijn woord en alles wat ons in dat woord geopenbaard wordt, langzaam maar zeker verliest.
Dat is de afval waarvan de apostel Paulus in zijn brieven herhaaldelijk spreekt en die de komst van den Anti-christ zal voorafgaan.
In dien afval leven wij thans.
Buiten de kerkmuren van onzen tijd ligt een van God vervreemde en aan het geloof in Zijn bestaan ontvallen wereld, een wereld waarvan die zelfde apostel zou zeggen: dat haar God de buik is en dat zij haar heerlijkheid in haar te schande stelt, een wereld die zich zelf rijp maakt voor het gericht.
Maar binnen de kerkmuren, vinden wij den afval en mijn overtuiging is, dat deze trots alle inwendige teekenen van stoffelijken en geestelijken bloei, die de kerken van den buitenkant gezien vertoonen, veel grooter is, dan wij vermoeden. En die afval neemt nog gestadig in diepte en uitbreiding toe. Die het lidmatenboek der verschillende kerken met het kerkbezoek vergelijkt, komt tot benauwende cijfers, vooral geldt dit voor de grootere kerkgemeenschappen in de groote steden. De cijfers over het kerkbezoek in de Ned. Herv. Gemeente van Amsterdam. Den Haag en Rotterdam zijn ontstellend in vergelijking met het aantal belijdende leden.
En nu is het wel zeer merkwaardig dat men juist in dezen tijd waarin de afval binnen de kerken zoo groot is, die vereenigingspogingen op groote schaal worden ondernomen of voorbereid.
Vooral in Engeland gebeuren er op dit gebied merkwaardige dingen, Daar is kort geleden door Dr C. Lang, de Anglic. aartsbisschop van Canterbury, primaat der Engelsche Staatskerk, en de Anglic. aartsbisschop van York een comité ingesteld (Church of England Council en Foreign Relations) met de opdracht om het contact en de relaties van de Kerk van Engeland met a. de R.-K. Kerk, b. de Oost.-Orth. Kerken, c. de Assirische, de Koptische en de Abessynische Kerk, de Syrisch-Orthodoxe (Jacobitische) Kerk en haar dochter-kerk in Zuid-Br.-Indië en de Armeensche Kerk, en d. de Protest. Kerken op het vasteland van Europa, te behartigen, en ter zake zoowel te adviseeren als te handelen in al wat zich voordoet en dit contact en deze relaties te bevorderen. De primaat is zelf voorzitter, de aartsbisschop van York vice-voorzitter.
Wat wel zeer opmerkelijk is, is dat hier de Roomsche kerk het eerst genoemd wordt en de protestantsche kerken het laatst. In verband met de instelling van dit comité heeft het bezoek dat MacDonald aan den paus wel zeer de aandacht getrokken en de protestanten, die niets van deze toenaderingspogingen moeten hebben, voelen zich alles behalve gerust. Zij vreezen dat het uiteindelijk nog uitloopen zal op een vereeniging met Rome, waardoor de macht van de Roomsche kerk in de wereld geweldig vermeerderd zou worden.
Wij gelooven niet dat dit direct gebeuren zal, maar toch vreezen wij, dat het er in de toekomst van komen zal. De groote moeilijkheid zit in het erkennen van den paus en diens onfeilbaarheid. Daarop zijn de onderhandeling die tijdens de oorlogsjaren onder leiding van kardinaal Mercier eenerzijds en Lord Halifax anderzijds gehouden zijn, voornamelijk afgesprongen.
Maar er zijn teekenen, die er op wijzen, dat men in Engeland niet zoo onverzoenlijk meer staat tegenover het vraagstuk van den paus als 15 jaar geleden. Een andere vraag zal uit dit pogen echter geboren worden en dat is deze: of al de kerken waarmede contact gezocht zal worden onder Engelsche of onder Roomsche leiding komen zullen. Want indien men dat in Engeland verwacht, zal men zich deerlijk vergissen. Rome kan en zal nooit dienen, maar het moet altijd heerschen. Toch zal het goed zijn om het oog op dit streven naar eenheid gericht te houden.
Ook in Duitschland zijn er in de protestantsche kerken zeer belangrijke besprekingen gaande over een geheel nieuwe orde van zaken op kerkelijk gebied.
Daarover willen wij in een slotartikel” nog iets medeedelen.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1933

De Wekker | 4 Pagina's