Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons gedenkjaar (XIX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons gedenkjaar (XIX)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 5.3. Licht ten tijde des avonds

Toen Maandagmorgen 13 October Ds de Cock zijn besluit aan den Kerkeraad meedeelde, was deze zeer verheugd dit te vernemen. Zij zagen daarin, dat de Heere het hart van hun leeraar had overgebogen tot den stap, dien zij hem reeds dikwijls aangeraden hadden. Neen, niet lichtvaardig was hun leeraar daartoe gekomen. Hij wist nu echter, dat in Januari de afzetting feit zou worden. En mocht hij dan zwijgen, mocht hij dan, waar het volk hongerde naar de woorden des levens, zich door vijandige kerkbesturen den mond laten dichtsnoeren. Mocht hij dan de Kudde des Heeren overgeven in de klauwen van wolven in schaapskleederen getooid? De prediking van Ds Smith Zondagmorgen over de zaligsprekingen had hem doen hooren, hoe aan de gemeente, zijne gemeente, die hij liefhad, steenen voor brood werd gegeven.
Daarom werd door hem eene acte van afscheiding of wederkeering opgesteld en door hem en den Kerkeraad onderteekend. In deze acte verklaart de Kerkeraad, dat het hem meer als duidelijk geworden is, dat de Ned. Herv. Kerk, niet de ware, maar de valsche Kerk is, volgens Art. 29 onzer geloofsbelijdenis, daar zij loochent de leer onzer vaderen, gegrond op Gods Woord, de Sacramenten niet bedient naar Gods Woord en de Kerkelijke tucht verzuimt, weshalve de Kerkeraad zich afscheidt van degenen, die niet van de Kerk zijn en geen gemeenschap meer wil hebben met de Ned. Herv. Kerk, totdat deze terugkeert tot den waarachtigen dienst des Heeren.
Aan het slot der acte verklaren de leden van Ulrum’s Kerkeraad, „dat wij onzen onrechtmatig geschorsten Predikant, als onzen wettig geroepen en geordineerden Herder en Leeraar blijven erkennen.”
De acte was geteeekend: Ulrum, den 13den October 1834 en daaronder de handteekeningen van:
J.J. Beukema, ouderling.
K.J. Barkema, ouderling.
K.A. van der Laan, diaken.
D.P. Ritsema, diaken.
Geert K. Bos, diaken.
Deze acte van afscheiding is een document van groote waarde niet alleen voor ons, maar ook als bewijs, dat de tegenstanders der Afscheiding dwalen, als zij ons van separatisme beschuldigen. De Cock wilde geen separatie van de Kerk des Heeren, maar reformatie door wederkeering tot de zuivere leer van Gods Woord en breken met een genootschap, dat naar Art. 28 en 29 onzer belijdenis de kenmerken der Ware Kerk had verloren.
Gaarne hadden wij hier heel de acte van Afscheiding opgenomen, doch het zou te veel plaatsruimte innemen. In het gedenkboek dat reeds ter perse is, is de acte van afscheiding in haar geheel opgenomen.
Dinsdagavond 14 October werd aan de saamgeroepen gemeente van Ulrum de vraag gedaan of zij instemde met de acte van afscheiding. Deze samenkomst had plaats in het huis van de Wed. Hulshof. Doordrongen van het gewicht van het oogenblik, overtuigd dat het besluit der gemeente groote gevolgen zou hebben voor de toekomst, werd er vooraf knielend gebeden. Welk een aangrijpend gezicht. De geheele gemeente bijna was daar vergaderd en daar lagen de broeders en zusters op de knieën, smeekende aan den troon der genade om licht en wijsheid. De meerderheid der gemeente verklaarde zich te vereenigen met het besluit van den kerkeraad en dus te breken met de Hervormde Kerk, zooals die sedert 1816 bestond.
Men brak dus niet met de Geref. Kerk, zooals die sedert de Reformatie der zestiende eeuw in ons land bestond, maar met eene Kerk, die in 1816 was ontstaan, door de invoering van het Algemeen Reglement der Hervormde Kerk, waarbij de Kerkorde van Dordrecht werd opzij gezet. In het Kerkeraadsboek, dat toen werd aangelegd, staat van dien avond door Ds de Cock eigenhandig aangeteekend: „Dinsdagavond den 14den October, hebben wij na biddend en knielend opzien tot den Heere, ons afgescheiden van de valsche Kerk en in de mogendheden des Heeren het ampt aller geloovigen aangenomen, hetwelk Hij, de Heere, de Almachtige, de Eenige en Drieëenige God, bevestige!”
Met psalmgezang en dankzegging is de samenkomst besloten, een samenkomst, die den grondslag legde voor ’s Heeren uitgeleide Kerk, maar ook de oorzaak werd van eene verdrukking als sedert de inquisitie niet gezien was.
Van die verdrukking en benauwdheid hopen wij nu iets mede te deelen.

d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Ons gedenkjaar (XIX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1934

De Wekker | 4 Pagina's