Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Behoud u naar het gebergte henen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Behoud u naar het gebergte henen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Behoud u naar het gebergte henen, opdat gij niet omkomt.Gen. 1: 17a.

Als de Heere een zondaar met zijn zielsgevaar bekend maakt, leidt Hij hem niet slechts uit de wereld; vermaant hem niet slechts om behoudenis te zoeken; waarschuwt hem niet alleen tegen de verleiding; maar wijst hem ook den weg des behouds aan.
We zien dat in de geschiedenis van Lot. Hem wordt door den Heere ook de wijkplaats aangewezen, waar hij met de zijnen heen moet vluchten, als ‘t hem toeklinkt: Behoud u naar’t gebergte henen. Dat is voor Lot de door God aangewezen wijkplaats. Dat gebergte dat Lot in de verte ziet verrijzen, wordt hem door den Heere Zelf als reddingsoord aangewezen. Het ligt ver van Sodom verwijderd. Het is nog een gansche afstand dien zij moeten afleggen om er te komen. Maar juist daarom is het straks een veilige schuilplaats, ver van de plaats des oordeels gelegen.
Zie hier echter weer een beeld van Gods weg met den zondaar, dien God, na zijn trekking uit het Sodom der wereld, ook zelf de schuilplaats aanwijst, waar hij heen moet vluchten. Zelf heeft Hij aan allen, die Hij zaligmakend ontdekt heeft, ook in zijn Woord laten bekend maken, dat in Christus Jezus, de enige, maar ook veilige schuilplaats is, voor een schuldig en verloren zondaar voor de oordeelen Gods. Dat mag hem met hope vervullen, als hij ziende de oordeelen Gods, die vanwege de zonde hem dreigen, de bange vraag doet hooren: „Is er nog een weg, om deze welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen?” En wat dan wel het grootste is? Dat is: de door God Zelf beschikte schuilplaats! Voor Lot had de Heere Zelf dat gebergte hem tot een wijkplaats beschikt. Dat deed Hij vrijmachtig! God had ook dat gebergte en Zoar in Sodoms oordeel kunnen betrekken, zoodat Lot nergens een schuilplaats had kunnen vinden. En wie zou dan zijn hand tegen den Heere hebben kunnen opheffen om te zeggen: Wat doet Gij? Dan had ook Lot de hand op den mond moeten leggen en zwijgen voor het aangezicht des Heeren. Maar nu was het Gods souvereine genade, die voor Lot in die plaats een toevlucht beschikt had, om te ontkomen aan de oordeelen Gods.
Maar zoo is het nu ook op geestelijk gebied met den zondaar. Vrijmachtig heeft de Heere voor schuldigen en verlorenen Zelf een wijkplaats beschikt in zijn Geliefden Zoon en den zondaar ook Zelf Deze schuilplaats aangewezen, en hem toegeroepen: Behoud U, naar Jezus henen! O! indien God niet zijn Geliefden Zoon Zelf tot een Zaligmaker van zondaren had geschonken, maar ook niet Zelf als den Eenigen Rotssteen ter ontkoming had aangewezen; nooit zou een zondaar een plaats der behoudenis hebben kunnen vinden. Maar bij de eerste belofte in het Paradijs, toen Hij Hem als het komende Vrouwenzaad aankondigde en bij alle nadere beloften aan en door Patriarchen en Profeten, was het altijd weer de evangelierijke boodschap: Behoudt U naar Jezus henen! Indien de Heere dat niet gedaan had, en nog niet deed, nooit zou één zondaar ergens een wijkplaats ter behoudenis hebben kunnen vinden. Allen hadden onherroepelijk onder de oordeelen Gods moeten omkomen. Daarom wordt de Christus, als de Eenige door God aangewezen Schuilplaats voor Gods eeuwigen toorn en oordeel dan ook voor den ontdekten zondaar, zóó dierbaar dat hij leert uitroepen: „Al wat aan Hem is, is gansch begeerlijk!” Van Hem zingen alle uit het oordeel Gods bij aan- en voortgang bevrijden :

Nooddruftigen zal Hij verschoonen
Aan armen uit gena
Zijn huipe ter verlossing toonen!”

En dan vinden ze in Hem een veilige schuilplaats, evenals Lot straks in Zoar, aan den voet van het gebergte beveiliging vond. Daar toch kon naar Gods bestel, het verzengende vuur, dat straks van den hemel zou regenen, hem niet treffen. Daar zou de verstikkende zwavel, die de inwoners van Sodom doet sterven, hem en de zijnen den adem niet benemen. Daar is Lot veilig voor alle gevaar, want ‘t is de Heere Zelf, Die daar zijn veiligheid is. Ja de Schuilplaats, die God Zelf aan den zondaar geeft is een veilige schuilplaats. De schuilplaats, die we ons zelf tegen de oordeelen Gods zoeken, zal eens gelijk zijn aan een huis der spinnekoppen, wier ragfijne draden bij de minste aanraking zelfs, breekt. Maar de schuilplaats, die God ons ontsluit in Jezus Christus, is gelijk aan het Rotsgebergte, waar het vuur wel kan vallen, maar niet zengen. Waar de waterstroomen wel tegen aan kunnen bruischen, maar niet wegstormen, omdat Hij blijft tot in alle eeuwigheid.
Daarheen, o zondaar! die u bedreigd ziet, door Gods toorn en oordeel, moet gij vluchten, opdat gij niet omkomt. Zoo luidde het woord ook tot Lot. Zoolang Lot niet in de plaats der behoudenis was, was hij nog in gevaar van om te komen. Daarbij wordt hij door den Heere bepaald, opdat het hem een prikkel moge zijn, om onverwijld, zonder omzien of stilstaan, naar de plaats des behouds te vlieden.
Maar zoo luidt nog de roepstem des Heeren tot elken zondaar: „Behoud u naar Christus henen, opdat gij niet omkomt.” Ook tot u, die onbekeerd zijt, komt de vermaning: Behoud u naar Christus henen, opdat gij niet omkomt. ’t Is de Heere Zelf, Die het u weer laat toeroepen en nog geen lust heeft in uw verderf. O, sla zijn roepstemmen niet in den wind! Indien gij op zoo groote zaligheid geen acht geeft, blijft er geen slachtoffer over voor de zonden maar een schrikkelijke verwachting des oordeels en een hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. Als er êéne geschiedenis is in Gods Woord, die ons het woord des Heeren bevestigt, dat het vreeselijk is voor den goddelooze en zondaar om te vallen in de handen des levenden Gods, en dat de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, dan is het wel de geschiedenis van Sodom. . . . en van Lot. Ja, nauwelijks zalig! Dat mag wel het opschrift zijn boven Lots geschiedenis, maar ook boven de levensgeschiedenis van al Gods kinderen, al wordt het bij den eenen meer duidelijk aanschouwd dan bij den ander!
Moet gij dat niet reeds belijden, gij die aanvankelijk uit het Sodom der wereld door God uitgeleid werd? Klinkt niet telken dage u bij vernieuwing in de ooren: Behoud u naar Jezus henen, opdat gij niet omkomt? Moet ge niet elken dag weer bij vernieuwing vluchten naar den Rotssteen Jezus Christus, om beveiligd te zijn tegen de dreigende oordeelen Gods? Immers gij moet het belijden, dat ook gij door uwe zonden den dood verdiend hebt, en dat ge, zelfs na ontvangene genade, de schuld nog dagelijks meerder maakt. O! waar zoudt ge u bergen, indien gij niet vluchten kondt naar de door God Zelf aangewezen schuilplaats tegen de oordeelen Gods, n.l. Jezus Christus, Die u beveiligen kan voor het vlammend vuur van Gods oordeelen, omdat Hij Zelf dat oordeel, dat u moest treffen, op Golgotha opgevangen heeft; en er onder door gegaan is, om u er van te bevrijden. En zijt gij nu bij aanvang door Hem gered en in Hem geborgen, het zal uw dagelijksche behoefte zijn om steeds meer door Hem gered te worden, en in Hem geborgen te worden voor de dreigende oordeelen Gods, die eens in den jongsten dag over de gansche wereld komen zullen.
De voorteekenen daarvan worden dagelijks reeds gezien in de oordeelen, die de Heere in dezen tijd over de wereld en hare inwoners, uitgiet. Wat al gerichten gaan er over de aarde, die de harten der menschenkinderen met vreeze en ontzetting vervullen over de dingen die komen zullen. Dat kan ook den ontdekten zondaar bij oogenblikken met vreeze vervullen. Hoe noodig is het dus in Christus geborgen te zijn, en dagelijks, gelijk ons Doopsformulier zegt: de wereld te verlaten en in een nieuw godzalig leven te wandelen. Hoe gevaarlijk het is in die wereld te leven, zien we aan Lot. Door de begeerlijkheid overmand, heeft hij Sodom tot zijn woonplaats gekozen. Maar nu moet hij ondervinden, dat het schoone van deze wereld ons in vreeselijk gevaar brengt. Ach Gods kind begeert soms ook iets van hetgeen die wereld bezit. En hij beseft niet dat hij zich daardoor in namelooze gevaren stort. Helaas! ook de aanvankelijk begenadigde kan door eigen schuld in de strikken van zonde en wereld verward raken, evenals Lot? Want zeker! Lot is een geloovige! Ofschoon bij oogenblikken de gedachte ons bekruipt: zou het wel waar zijn? de Schrift telt hem onder de keurlingen Gods, als zij zegt, dat hij dagelijks zijn rechtvaardige ziel gekweld heeft bij het zien van Sodoms ongerechtigheid en dat hij vermoeid was van hun ontuchtigen wandel, 2 Petr. 6:7—9. Maar als wij met de wereld wenschen te leven en te genieten, zijn we in gevaar om met de wereld om te komen. Dat ondervond ook Lot. Wat een ure van angst en benauwdheid was het voor hem, toen Sodom door de vlammen van Gods toorn verteerd werd. Wat hem onderscheidde van en redde uit het oordeel was alleen Gods genade, die nooit laat varen de werken zijner handen! Wondere trouwe en genade Gods, die de voorwerpen zijner ontferming, niettegenstaande al hunne dwaasheden, redt en behoudt, en ze niet alleen heenwijst naar de Rots der ontkoming, Jezus Christus, maar ze ook zelf door Zijn Geest er heenleidt, zoowel bij aan- als voortgang en hen telkens bij vernieuwing toeroept: „Behoudt u naar het gebergte der behoudenis; naar Christus henen; opdat gij niet omkomt.” Welgelukzalig de zondaar, die een voorwerp mag zijn van zijne genade, en eeuwig in Christus mag geborgen zijn, zoodat hij niet omkomt.

v.d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Behoud u naar het gebergte henen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1934

De Wekker | 4 Pagina's