Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgisch orgelspel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgisch orgelspel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het orgelspel neemt bij den dienst des Woords een lang niet onbeduidende plaats in. Gelijk bekend geacht kan worden, was in de eerste eeuwen van het Christendom het orgel niet in gebruik in de samenkomsten der gemeente. In de Middeleeuwen is onder veel strijd en tegenkanting, het orgel allengs in de kerken ingevoerd. We kunnen ons best indenken, dat men lang tegenzin tegen instrumentale muziek in de gemeente Gods heeft gehad. Het gezang wilde men door het menschelijk natuurorgel ten gehoore brengen; God en de engelen moesten geen muziek, maar wel gezang uit de Kerk hooren opstijgen. Hier en daar vindt men nog een enkele
gemeente, welke dit standpunt wenscht te handhaven, en men zingt er zonder orgel begeleiding. Over het al of niet gewenschte hiervan zullen we thans niet uitweiden. Iets anders beoogt dit schrijven, namelijk nu eenmaal het orgelspel aanvaard is, dien: dit met de andere deelen van den (eigenlijken) dienst beslist één geheel uit te maken. Dat wil hoofdzakelijk zeggen, dat met de bediening des Woords en de Sacramenten het orgelspel in volledig harmonie dient te zijn.
Ik meen op grond van genoegzame ervaring te moeten constateeren, dat dit niet altijd en overal het geval is. Ja, soms verre van dien.
Wat ook onze kerk aangaat, zijn er inderdaad hier en daar gelukkige gevallen Wie b.v. wel eens het genoegen heeft gesmaakt, om een dienst bij te wonen Den Haag (Centrum), weet met mij, hoe daar de homiletisch wèlverzorgde preek met het keurig liturgisch orgelspel één harmonisch geheel vormen. Een model.En zoo zijn er nog meer te noemen.—
Nu meene men niet, dat ik hiermede slechts de psalmgezangbegeleiding op oog heb, ook dit, maar er is nog meer. Reeds vóór de dienst aanvangt. Dan is zoo iets als een ledige ruimte, welke gevuld moet worden. Een taak inzonderheid voor den geëerden organist. Deze dien een man te zijn, die zijn taak dan uitmuntend blijkt te verstaan.
Het orgelspel vóór den aanvang van den dienst; ziedaar een gewichtig puntje. Hoe weinigen geven daar acht op. Geven onze kerkeraden daar wel acht op??
Want dat behooren zij zeer zeker te doen. Of dacht ge, dat het onverschillig ware, wat in dit gedeelte vóór den diens gebeurt.
De organist heeft de taak n.l. om die ledige ruimte vóór den dienst te vullen op . . . . . .liturgische wijze.
Beter is het, dat er geen orgelspel zij dan een spel, hetwelk vloekt met de dingen, die hier over een kwartier staan te gebeuren. —
De organist dient hier mede te werken om de rechte, gewijde stemming op te roepen; een plechtig gewijd spel wordt hier geëischt.
Het vloekt b.v. ongemeen, als men eenige minuten vóór den dienst ten gehoore krijgt een stuk muziek, hoe schitterend ook uitgevoerd, maar dat toch eigenlijk beter in de comedie, of bij een luchtig feestgezelschap, of in een zaal van jolijt thuis behoorde. Ware dit zóó, dan diene de kerkeraad zulks absoluut te verbieden. Een organist, die zooiets zou bestaan, gaf blijk, „ongeschikt voor den dienst” te zijn. — Niet minder schrikkelijk is het, als (en wat heb ik zulks al meermalen mogen genieten!?) men vóór den dienst getracteerd wordt op een onbeholpen akelig gekras of gekerm, dat orgelspel heeten moet.
Dan denk ik altijd aan het oordeel, dat iemand eens gaf over een tweetal organisten, die elkaar verbeurtten; hij zei: de een die maakt muziek; en de ander maakt me ziek.
Denk u eens in, onder zulk gekras, of hoe ge 't noemen wilt, als iemand daar op het instrument bezig is, om de geluiden, het lijkt soms van katten of apen, enz. ná te doen; denk u eens in onder zulk orgelgespeel moet de gemeente, die opkomt, zitten bidden en rustig afwachten, dat 's Heeren Woord zal ontsloten worden. Och dat men toch deze ontstichtingskuren naliet. Men spele dan liever niet; of men spele eenvoudig het koraal van een psalm.
Neen, dat spel vóór den dienst moet „gezalfd” zijn. Een spel met eerbied, van gewijde tonen, ge moet al aanstonds gewaar worden, hier is een plaats van gansch anderen aard dan de wereld. — Wil dit nu zeggen, dat er enkel Psalmen moeten gespeeld?
Verkeerd ware het in geen geval. Toch is ook gewijde, deftige kerkmuziek toelaatbaar, mits maar met keur gekozen, en gespeeld door een man, die zijn taak verstaat. In de mineur? of in de majeur? Beide is dienstig. Al naar de dienst zal zijn. Zoo ook zacht of luider. 't Ware gewenscht, dat de organist te voren wist, welke stof de leeraar zal behandelen, opdat zijn praeludium dienovereenkomstig zij. —
Van veel belang is de goede verhouding tusschen leeraar en organist. Die twee moeten elkaar verstaan. De organist kome Zaterdagavonds eenige oogenblikken met den dienaar spreken over deze aangelegenheden. Uitnemende maatregel!
Hetzelfde geldt van het na-spel ná den dienst. Ook dit diene overeenkomstig den nu geëindigden dienst te zijn. Alle wildheid, bombarie, ijdelheid, schelheid, wereldgelijkvormigheid en al wat dies meer zij, blijve ten eenenmale geweerd. Dit orgelspel kan anders zoo gemakkelijk den indruk verstoren.
Wat het zingen zelf aanbelangt, de gemeente komt zingen en het orgelspel heeft „slechts” te begeleiden. Het vóórspel voor den psalm dient daarbij niet, om concert-stemmingen te wekken, of muzikale ontspanning toe te voegen aan het gehoorde woord; integendeel. Dies moeten alle voorspelen zonder onderscheid kort zijn, althans niet opvallend lang. Ik heb het wel bijgewoond, dat de menschen met ergernis op het gezicht zaten, en die goeie ziel daar op dat orgel maar zat voort te „roeien”; ellenlang getierelier; hij dacht misschien wel dat ze 't mooi vonden daar beneden; och arme! de man begreep niet, dat hij (hoe muzikaal-vaardig mogelijk ook) op dat moment een slechten liturgischen dienst bewees. —
Vooral midden in de preek, als de gemeente (hopelijk!) door het gehoorde woord tot ontboezeming is genoopt, tot uiting is geprangd, en in haar psalm haar ziel nu wil uitstorten, dan, dient m.i. de organist zonder vóórspel, of althans met slechts twee, drie vóórtonen in te vallen. —
En dan het tempo. D.w.z. vlug of langzaam. Neen, dat spelen, waarbij men de „smaak der woorden” niet kan genieten, wegens de auto-snelheid, o foei wat een onstichtelijkheid! 't Beste is, dat in zulk geval, als n.l, niets schijnt te helpen, de leeraar eenvoudig verzoekt, om den psalm nogmaals aan te heffen, maar dan „zonder orgelbegeleiding”; opdat men den psalm nu. . .. . . „zinge”. Heusch, dat is een best recept. Pas het, waar noodig, maar eens toe. Blijft de beste man daar achter het „gordijntje” onhandelbaar, dan moet hij als gebleken te zijn ongeschikt voor den dienst, zijn emeritaat krijgen. — Omgekeerd is een ellenlang, slepend muziekje ook verre van stichtelijk. Ook hier worde alles naar behooren en met inachtneming der uitersten, uitgevoerd. Natuurlijk alles met inachtneming van hetgeen de inhoud van het psalmvers eischt; zoo wat tempo, als geluidsterkte etc, aangaat.
Ja, ja, we kunnen het wel ééns zijn met wat eens een liturgisch man in zijn liturgisch boek neerschreef: dat ook daar op het orgel liefst een man behoort te zitten, die eveneens van Gods Geest gezalfd is.
Ons kerkgezang zal er wèl bij varen. De dienst in zijn geheel er door op waardig liturgisch hoogtepunt komen.
Waarlijk niet ieder die „goed spelen” kan, is daarom reeds bekwaam en afgericht, om in de kerk te spelen. Dat men aan deze zaak eens wat meer aandacht ging wijden. Op en onder het orgel.

WISSE.

P.S. Naar aanleiding van wat ik onlangs schreef over de onjuiste novatio, om het Avondmaalsformulier in tweeën te lezen, verwijs ik den lezer nog naar de Heraut van 24 Juni j.l. waarin Prof. H.H. Kuyper mijn zienswijze volkomen bevestigde met een alleszins zaakkundig artikel.

W.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Liturgisch orgelspel.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1934

De Wekker | 4 Pagina's