Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologische School

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologische School

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was Donderdag 13 Sept. dat de cursus 1934—1935 aan onze Theol. School geopend werd.
Ds. Hilbers, Voorz. van het Curatorium opende, nadat gezongen was Ps. 68:10 en gelezen 2 Tim. 4:1—10 met gebed.
Daarna sprak hij het volgende:
Hooggeleerde Heeren Professoren!
Weledele Heeren Studenten!
Zeergeachte Toehoorders!
Namens het Curatorium onzer Theologische School roepen wij U allen een hartelijk welkom toe.
De zoo heerlijke tijd van rust is wederom voorbij, tot arbeiden wordt gij opnieuw geroepen.
Ditmaal mag het ons niet ontgaan, dat thans voor 40 jaar deze onze Theol. School officieel geopend werd en wel te 's Gravenhage.
Met dankbaarheid mogen wij terug zien op deze 40 jaren, waarin de God der wetenschappen onze School geleid en gezegend heeft. Deze kleine planting ontving gestadige groeikracht en bracht heerlijke vruchten voort, tot rijken zegen voor den wijngaard des Heeren.
Van deze School zijn mannen gekomen, die door God begunstigd een krachtige uitbreiding hebben gegeven aan de in 1892 zoo zeer verzwakte kerk der Scheiding. Velen van hen hebben mede deel aan den arbeid van Gods Koninkrijk in den breeden zin des Woords, een tweetal werken niet ongezegend als Missionair Dienaar des woords in ons verre Indië.
Met eere hebben leerlingen onzer school als veldprediker het Vaderland gediend, terwijl zelfs een in 's lands vergaderzaal een plaats heeft. Van harte hopen en bidden wij, dat de Kerk des Heeren nog zeer vele jeugdige mannen van haar ontvangen mag, van wie een bezielende, opbouwende en leidende kracht uitgaat. Mannen des geloofs, maar ook tevens der liefde, die zich met ziel en lichaam hebben overgegeven voor den naam en zaak des Heeren. Ook in onzen tijd geldt voor den Dienaar des Woords wel de Apostolische vermaning: ,,Maar gij, wees wakker in alles, lijdt verdrukkingen, doe het werk van een evangelist, maak dat men van uwen dienst ten volle verzekerd zij".
Waakzame dienstknechten, die zich door de verleidende geesten van onzen tijd niet laten vervoeren, maar de waarheid Gods krachtig verdedigen en voorstaan, heeft de Kerk noodig.
Arbeidzame dienstknechten, die heilige activiteit toonen in den arbeid voor den Heere en voor wie niets te veel is. Zoo het moet ook voor Gods naam verdrukkingen dragen willen. Hierin zijn de Vaderen der Scheiding ons ten voorbeeld. Zulken hebben we noodig. Dit nu moet het kenmerk van den Student zijn.
Hierna gaf Zijn Eerw. het woord aan den aftredenden Rector Prof. G. Wisse voor het uitspreken van zijn rectorale rede:
,,Christus prediking bij het Modernisme".
Spreker begon met de opmerking, dat het verstaan van het modernisme als kerkelijk modernisme naar zijn philosofisch theologisch uitgangspunt een vrucht der Aufklarung is. Het zoekt een synthese tusschen religie en cultuur. Dit modernisme kent zijn phasen. In het historisch overzicht onderscheidde spr. het zgn. oudliberalisme (niet politiek te verstaan). De Groninger school (Hofstede de Groot CS.), met haar ,,historia universalis" is de „historia Divina institutionis generis humani", het oud-modernisme (Opzoomer CS.) natuurreligie en het nieuw-modernisme (Roessingh c.s.) met zijn pantheïstischen inslag. Bij al deze richtingen is kenmerkend, dat Christus niet als Borg in satisfactorischen zin geldt. Aangaande de historiciteit onderscheidde spreker: 1. Jezus heeft nooit geleefd (Dreus b.v.); 2. Jezus' historiciteit erkend zonder een eigenlijke Christologie, de zgn. Jezus Theologie Windisch b.v.); 3. Jezus' historiciteit verbonden met een zekere Christologie, na zijn dood ontstaan, de Christusidee uit de gemeente; 4. de voorstelling in Hegel-Bolland, v.d. Berg van Eisinga. Dat al dit modernisme geen Christus-prediking heeft in satisfactie-soteriologischen zin berust in laatste instantie op naturalistisch ongeloof, wat spr. breeder toelichtte. Vervolgens gaf hij een critische beschouwing van de hoofdmanieren waarop het modernisme zgn. Christus predikt, op de oudere wijze, waar Christus zelf niet de inhoud der Christologie is, maar de drager en prediker eener moralische religie. Hier vindt men geen oplossing voor het schuldvraagstuk. Daarbij is opklimmen tot die hoogte van Christus' eigen leven óf onmogelijk, óf we kunnen ook buiten den Christelijken cirkel zoo iets bereiken. Het Buddhisme is ook 'n verlossingsleer. De leer van de zonde is bij dit modernisme dan ook door en door onjuist. Het oud-modernisme kan nog spreken onder invloeden van de bestaande orthodoxie, van een zich conformeeren aan Jezus als iets schoons. Thans zouden b.v. mevr. Ludendorff c.s. u iets anders vertellen. Dan de Hegel-Bolland-methode. De religie wordt verfilosofeerd; of liever omgekeerd.

Stichtelijkheid en Waarheid.
De gansche zaak komt bij deze richting hierop neer, dat deze prediking alleen dan „stichtelijk" kan heeten in de taal der „gevoelvolle voorstelling" voorgedragen, wanneer wat de prediker zelf bedoelt niet waar zij. Van tweeën één: wie de begripsfilosofie zelf machtig is, blijft welhaast van onder deze Christus-prediking weg óf die de realiteit van zonde en godsgemis kent, zal ten slotte den inhoud missen, waar zijn ziel naar hijgt. Voorts de Christus-prediking naar de zgn. „Aftrekmethode" (Windisch e.a.). Waar hier de prediking enkel en alleen theocentrisch is geworden, kan een Jood ook zulk een Christus-prediking leveren. Men maakt hier feitelijk van Jezus eerst een modernen dominee, om dan te decreteeren, dit en dat is legende; en daarna Christus te prediken geheel humanistisch. Dat de „Jezus"-prediking hier de „Christus"- prediking vervangt als een toonbeeld hoe men door den dood tot leven heen moet is al evenmin van waarde.
Nietzsche zal ons dan leeren, dat de Jezus-figuur nog anders kan gewaardeerd dan als paedagogisch en bezielend en godsrijk-idealistisch. Zulk een waarde aan Jezus toe te kennen, kon alleen dan, als Hij werd erkend als een goddelijk persoon. Wie echter deze exegese verwerpt, kan niet volstaan met de Jezus-prediking. Bakounin b.v. zal het Christendom er juist om verwerpen als verlammend voor de sociale worsteling. Overigens kan men voor zulke idealistisch-moralische motieven van prediking ook terecht bij Brahmanen en Buddhisten.

„Christus alles en niets."
Ten slotte, de Christus van het nieuwe modernisme (Roessingh) met zijn ,,Christus is voor mij alles en niets", berust ten principale op pantheïstisch-theosofische beschouwingen, welke afgewezen worden op grond reeds van de immenente critiek, welke zulk pantheïsme treft, hetgeen spr. breeder uiteenzette, waarna hij het voorrecht prees, dat de aloude bijbelsche gereformeerde Christus-prediking ook aan deze Theol. School wordt gedoceerd, wijzende op de groote verantwoordelijkheid ten deze.
Hierop volgde de gebruikelijke vermelding van eenige schooldata, waarna Prof. Wisse het Rectoraat overdroeg aan zijn opvolger Prof. J.W. Geels.
Met de wensch dat de oogen des Heeren over deze Theol. School open mogen zijn, nacht en dag, opdat men hier in heilig conservatisme verre blijve van den geest onzer eeuw: noch een verdorrend intellectualisme den catheder beklimme, maar Geest en leven uit den vollen rijken Christus, naar de Schriften worde ervaren en beoefend, sloot Zijn Hooggeleerde, nadat gezongen was Ps. 119:65 met dankzegging.
Het was een goede morgenure. De aula was vol. Tot onze blijdschap zagen we onder de aanwezigen ook enkele Broeders Predikanten, die hun liefde en belangstelling voor de School daardoor toonden.
De Koning der Kerk bekroone ook dit jaar den arbeid der Hoogleeraren en Studenten met Zijn zegen, en doe Zijn gunstrijk aangezicht over de Theologische School lichten.

Ds L. DE BRUYNE, Secr.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Theologische School

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Wekker | 4 Pagina's