Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Tractaat - 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Tractaat - 15

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Tractaat heeft een wonderlijke bijna onbegrijpelijke onderscheiding gemaakt tusschen breuke met de bestaande organisatie en breuke met het bestaande kerkverband. Prof. Ten Hoor in zijn „Afscheiding en doleantie” schreef daarom, dat hij dit onderscheid niet vatten kon. En ongetwijfeld is deze onderscheiding door het Tractaat met een bepaalde doelstelling gekozen, want anders is het niet te verdedigen om de reglementaire organisatie in het Hervormd Genootschap nog te onderscheiden van het kerkverband. Hier zijn organisatie en kerkverband lijnen, die elkander dekken. Echter is dit voor het Tractaaat geenszins het geval.
De breuke met de bestaande organisatie raakt de reformatie van de plaatselijke kerk. dat is van die kerk, die ieder lid in de eerste plaats aangaat, (blz. 141).
Voor deze plaatselijke kerk draagt ieder onzer alleen rechtstreeksche verantwoordelijkheid, en het is in, door, en met haar, dat wij kerkelijk onze gehoorzaamheid aan God hebben te betoonen. Hier blijft de bestaande kerk en haar verband in tact; De breuke met het bestaande kerkverband geldt dan de verhouding tot andere kerken, waarbij men tot formeering van een nieuw kerkverband komt. Lijdt de poging schipbreuk om de andere kerken, met welke men in kerkverband stond, tot gelijke hervorming te bewegen, zoo sticht men toch geen nieuwe kerk, maar wel een nieuw kerkverband. De eerste breuke met de organisatie is tijdelijk. Hier is een wonde, die straks weer geheeld wordt. De tweede breuk is duurzaam, maar raakt in haar duurzaamheid niet de kerk, doch slechts het kerkverband.
Van de eerste breuke ligt het meest bekende voorbeeld ons op het historieblad geteekend in het reformeerend optreden der Gereformeerden tegen de Remonstranten. Te ’s-Gravenhage, Haarlem, en op vele plaatsen, ja zelfs in classis en synoden, ieidde dit tot een zeer bepaalde breuk, maar tot een breuke, die op de synode van Dordrecht weer geheeld is, en sinds vergroeide. (Blz. 136.)
Deze eerste breuk bedoelt dus een do-leerende kerk op te richten tot tijd en wijle de bestaande kerk en haar kerkverband weer van dwaling gezuiverd wordt.
De bedoeling van het Tractaat is hier om twee beginselen vast te leggen, die contra de Afscheiding moeten gesteld.
Vooreerst, dat men nooit tot afscheiding mag overgaan, dan nadat eerst beproefd is een doleerende kerk op te richten: het doleantie-princiep.
Vervolgens, dat men geen afscheiding moet stellen, maar de strijd moet gericht zijn op het kerkverband, niet op nieuwe kerkformatie; het confoederatief princiep. Omdat deze beide beginselen door de afscheiding van 34 zijn genegeerd, zouden deze kerken uit de scheiding als scheur-kerken moeten worden gebrandmerkt. Echter vindt het Tractaat het toch wel wat sterk om de kerken uit de afscheiding, als scheurkerken te blameeren, en daarom moet er dus wat anders op gevonden worden. Een boek als het Tractaat, dat overal de tooverstaf zwaait, heeft ook hier spoedig den uitweg gevonden, en noemt kortweg alle kerken der afscheiding doleerende kerken. Het deert het Tractaat niet, of deze kerken zelfs dit niet willen erkennen. Voor het Tractaat staat alleen vast de logische gang van eigen redeneering, ook al gaat dit ten koste van een groote kerkgroep, die naar onze stellige overtuiging is de zuivere openbaring van het lichaam van Christus in Nederland. Daarom betoogt het Tractaat „dat deze gescheiden kerken, of schisma-tiek zouden zijn, of wel, dat is onze stelling, als doleerende kerken van iets te zelfstandige organisatie door ons zijn te eeren.” (Blz. 199.)
De uitdrukking „dat is onze stelling” is hier sterk typeerend, en wijst er op, hoe hier een logisch denkproces, maar geenszins de eisch van ’s-Heeren Woord, de eisch van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan het woord is.
Wij komen nog wel op de typeerende uitdrukking van „doleerende kerken” voor kerken uit de Afscheiding terug. Hier moest alleen aangetoond, hoe zeer het doleantie-princiep wil heerschen tot over de kerken der scheiding, en hoe dus als eerste eisch dient gesteld in het Hervormd genootschap „doleerende kerken” op te richten”. Wij zullen thans eerst de kwestie onder het oog moeten zien, waarom de Gereformeerden in den tijd der Remonstranten doleerende kerken hebben opgericht? Wij achten deze vraag van zeer groot gewicht, te meer, nu het gouden gedenkfeest der doleantie nadert in 1936, en wij dan weer luide zullen hooren verkonden, dat de mannen van 1886 hun voorgangeren mogen zoeken onder de Gereformeerde vaderen in de 17e eeuw. Zou het waar zijn?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Het Tractaat - 15

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1935

De Wekker | 4 Pagina's