Uitgedaagd

In de Wekker van 7 Juni schreef ik, dat K. S. de Christ. Geref. Kerk heeft beschuldigd, dat twee harer leeraren tot de N.S.B. behooren.
Ik ontving daarop de volgende uitdaging van dezen redacteur van „de Bazuin” en „de Reformatie” :
„Is U bereid, volgende week in de Wekker te schrijven, dat ik nergens de Chr, Geref. Kerk ervan beschuldigd heb, dat twee van haar leeraren behooren tot de N.S.B. en dat U daarom alles, wat op die bewering gegrond, of er aan vastgeknoopt is, terug neemt?”
Nadat ik nogmaals de twee stukjes uit de Bazuin over deze zaak heb nagezien, moet ik erkennen mij in zoover vergist te hebben, dat niet K. S. de beschuldiging heeft uitgesproken, maar de N.S.B. in „Volk en Vaderland”, en dat K. S. die uitspraak in de Bazuin heeft overgenomen. Vond hij misschien die mededeeling in „Volk en Vaderland” zoo belangrijk dat de lezers van de Bazuin dit moesten weten?
De Bazuin van 7 December 1934 meldde onder het opschrift: Christelijk Gereformeerde predikanten en „Volk en Vaderland”.
Men weet hoeveel munt de nationaalsocialisten hebben geslagen en nog slaan uit het wonderlijke optreden van negentien predikanten, die een manifest de wereld inzonden, dat de N.S.B. buitengewoon veel genoegen deed. Thans draagt in „Volk en Vaderland” (orgaan der N.S.B.) een ijverige broeder een heel getal van nieuwe domineesnamen aan. Het overgroote deel hervormd; natuurlijk. Voorts uit andere niet-gereformeerde kerken. Eindelijk…… ook enkele Christelijk-Gereformeerden.”
In de Bazuin van 11 januari 1935 nam K.S. het volgende op:
„Maar intusschen zwijgt ook de Wekker in alle talen over een Congres van ook Christelijk-Gereformeerde predikanten met prof. Haitjema e.a. onder den naam „Congres van Gereformeerden” en over de Christelijke Gereformeerde predikanten wier namen prijken in Volk en Vaderland van wege hun adhaesie, betuigd aan zeker politiek manifest van predikanten.”
Aan onze lezers te beoordeelen of deze berichten jn de Bazuin niet tot de vergissing kunnen leiden dat K.S. en niet V. en V. de berichtgever is. Alleen reeds de opname in de Bazuin, wat V. en V. meldde, stelt ons voor de vraag: Is dit nu iemands naam en goed gerucht bevorderen? Zelfs kent K.S. onzen naam niet eens goed, want hij schrijft ook in deze stukjes nog van de Christelijk-Geref. Kerk in plaats dat hij haar waren naam noemt: Christelijke Gereformeerde Kerk.
Aan het slot van zijn brief, schrijft K.S. mij: „Komt het bericht (n.l. dat ik mij vergist heb) niet, dan zal ik natuurlijk zelf moeten spreken. Voor dat geval behoud ik mij het recht voor, dezen brief voor een gedeelte publiek te maken.” Of dit nu nog geschieden zal of niet laat mij koud. Ik zal er verder het zwijgen aan toe doen.
Intusschen schrijft de Bazuin van Vrijdag 14 Juni reeds: Ik heb heden Woensdag (12 Juni) nog geen antwoord ontvangen. Schrijvers brief ontving ik eerst Zaterdag 8 juni namiddag toen ik gereed stond van huis te gaan, en de Pinksterdagen waren geen dagen om naar oude Bazuins van Dec, en Jan. te gaan zoeken, welke niets eens ten mijnen huize waren. welke niet eens ten mijnen huize waren.
P.S. In het hervormd weekblad „de Gereformeerde Kerk” schrijft Dr. J.Ch. Kromsigt van Rinsumageest: ’k Mag niet verhelen dat het mij zeer ernstig afgeraden werd n.l. (te polemiseeren). Polemiek in het algemeen.
In ’t bijzonder polemiek met Prof. Schilder. Wij zullen ons verder aan dien verstandigen raad houden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen