Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor vijftig jaren (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor vijftig jaren (3)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel ons doel niet is een volledige geschiedenis der Doleantie te schrijven, doch slechts in vogelvlucht de voornaamste zaken te bezien, moeten wij toch om goed begrip derzelve te hebben, eenige jaren terugblikken. In de Herv. Kerk was reeds lang fel gestreden tusschen orthodoxen en onrechtzinnigen. De eersten wilden de kerk in de kerk herstellen. De Herv. kerk was in hun oogen nog altijd de oude historische kerk der vaderen, hoewel zij sedert 1816 een genootschap was geworden, waarin allerlei wind van leer werd geduld.
Belijdeniskerk was zij niet meer. Hare belijdenis, uitgedrukt in de drie Formulieren van eenigheid, werd wel in Art, 11 van het Algemeen Reglement genoemd, maar niet meer gehandhaafd. Zij was eene belijdenislooze kerk geworden.
Toen Dr. Kuyper, predikant te Beesd, de Geref. leer aanvaardde voor de moderne, die hij aan de Leidsche Universiteit had geleerd, werd hij spoedig naar Utrecht beroepen en van daar in 1870 naar Amsterdam. In zijn intreepreek profeteerde hij reeds: „Wij moeten verbouwen of verhuizen." Wij noemden deze woorden profetisch. Inderdaad werd daarin reeds weergegeven het verschil tusschen afscheiding en doleantie, tusschen Ds. de Cock en Dr. A. Kuyper, tusschen de uitleiding door den Heere van Zijn volk uit het diensthuis en de verandering van het diensthuis in een doleeren de kerk.
Ds. de Cock was verhuisd uit de liberale of valsche kerk, zooals hij in de acte van Afscheiding zegt, en teruggekeerd naar het huis, waarin de Gereformeerde kerk vóór 1816 woonde.
Kuyper daarentegen koos voor verbouwen. En waarin bestond die verbouwing? Hij drukt het zelf uit door de woorden: „De valsche band van het on g e re formeerde kerkbestuur zal eindelijk springen, zoo wij de leus maar moedig opnemen, die in de autonomie, d.w.z. het zelfbestuur en . het zelfbeheer der gemeente ligt." Schreef Ds. de Cock in de acte van Afscheiding: „Wij scheiden ons af van de liberale of valsche kerk, Dr. Kuyper bedoelde wat anders, geen afscheiding van een valsche kerk, maar verbreking van een valschen band, waardoor de autonome Gereformeerde kerken bevrijd werden van het synodale juk van 1816. Hierin wordt de afscheiding veroordeeld. Dit werd dan ook duidelijk door de doleerenden uitgesproken.
De oude Ds. Winckel, die één der eerste doleerende predikanten was, stichtte te Gouda een doleerende kerk. Bij de bevestiging der kerke- raadsleden, zeide hij: Er is sedert 1816 in Gouda een gedeformeerde kerk geweest, doch thans is er weer eene Gereformeerde kerk na zeventig jaar in Gouda te vinden, daarmee miskennende de Christ. Geref. Kerk, die daar al kort na de Afscheiding geïnstitueerd was.
Het program der doleantie was dus: herstel der Herv. Kerk door afwerping van het synodale juk en daarna was het de roeping der Christelijke Gereformeerde Kerk terug te keeren tot de Geref. Kerk, die zij sedert 1834 verlaten had. Men sprak dan ook van doleerende zijde niet van vereeniging, doch van hereeniging door terugkeer van het standpunt der scheiding. Doch niet in eens kwam de doleantie tot stand. Het program moest nader ontwikkeld worden. Om daartoe te komen moesten er meer Geref. predikanten komen in de Herv. Kerk.
Daarom moest opgericht eene Vrije Universiteit, die dan ook in 1880 tot stand kwam. De leeraars, daar opgeleid, zouden de kerk tot reformatie brengen. De Herv. Kerk echter weigerde aan de daar opgeleiden den toegang tot de kansels. Toen de eerste candidaat geslaagd was, n.l. de bekende Houtzagers mocht hij in de Herv. Kerk niet beroepen worden. Een uitweg werd gevonden door de doleantie, want door het ontstaan van de doleerende kerk van Kootwijk kwam Cand. Houtzagers tot het ambt. Hoe dit toeging bespreken wij de volgende maal. Zoo ontstond de eerste doleerende kerk, en wel die van Kootwijk op de Veluwe.
Van deze doleantie zeide Dr. W. Geesink, hoogleeraar aan de V. U. deze voor de Chr. Geref. Kerk onvergetelijke woorden: „Men bedoelde geen separatie, want niet de kerken dezer landen waren „valsche" kerken geworden, maar slechts de over deze kerken gekomen Hiërarchie was anti-Christelijk. Op vrijmaking van de oude historische kerken werd dan ook gedoeld."
Geen afscheiding wilde 1886.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Voor vijftig jaren (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1936

De Wekker | 4 Pagina's