Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodale bepalingen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodale bepalingen (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De leer.
Nu wij „Onze Kerkregeering” geëindigd hebben met de bespreking van Art. 86 der D.K.O. blijven nog over de Synodale bepalingen, achter de K.O., welke wijlen prof. H. de Cock noemde „bepalingen, waarvoor bij de artikelen der kerkorde geen plaats was te vinden.”
Bij nauwkeurig zoeken, zouden deze bepalingen nog wel geplaatst kunnen worden bij de verschillende artikelen der D.K.O. doch zij zijn nu eenmaal daarachter geplaatst. Men beschouwe ze echter niet als een bundel naast de D.K.O., zoodat wij dan naast de K.O. nog een reglementenbundel zou hebben, maar als een aanvulsel der K.O. welker bepalingen van gelijke waarde zijn als de artikelen der D.K.O.
Na 1834 was het een andere tijd als omstreeks 1618, zoodat er naar de gelegenheid des tijds ook weer andere bepalingen noodig waren. De Synode van Dordt had te bestrijden de Remonstranten en na de Afscheiding de Chiliasten en na de Vereeniging van 1892 de Neo-Gereformeerden.
Bepaling I gaat dan ook over de Leer en luidt:
„De Synode van Groningen, 1872, oordeelt. dat onze formulieren van Eenigheid zich duidelijk verklaren over de leer van de persoonlijke wederkomst van Jezus, en dat het gevoelen van de leer der wederkomst des Zaligmakers om 1000 jaren zichtbaar en lichamelijk op aarde te regeeren, geen leer der Gereformeerde Kerk is, maar daartegen, zoowel als tegen Gods Woord strijdt, waarom het niemand toegelaten wordt dat gevoelen te leeren of te verbreiden.” Syn. 1872.
Wij behoeven den strijd in de Christ. Geref. kerk tegen het Chiliasme of leer van het duizendjarig rijk niet opnieuw te beschrijven. De Synode van 1933 ligt nog te versch achter ons en het weggaan uit de Synodale vergadering en het verlaten der Chr. Geref. Kerk door Ds. Berkhoff is onder ons te zeer bekend, dat hiervan nog nader gemeld moet worden. Wij schrijven „onder ons”, want „buiten ons” inzonderheid bij een vijfstarschrijver in het „Gereformeerd Weekblad” van prof. H. Visscher schijnt nog een zeer verwarde voorstelling te leven in zake de veroordeeling van het Chiliasme in de Chr, Geref. Kerk en hare Synode van 1933. |
Nog kort geleden was te lezen in genoemd blad: „Wat te zeggen van eene kerk, die een leeraar uitwerpt omdat hij het chiliasme leert.”
Dit nu is geheel bezijden de waarheid en het is niet gereformeerd, al staat het ook in een „Gereformeerd Weekblad” om de waarheid te verdraaien.
De Synode van 1933 heeft alleen bepaald, wat de leer is der Chr. Geref. Kerk inzake de onbijbelsche voorstelling van het Chiliasme en het gevolg van deze uitspraak is niet geweest het uitwerpen van een leeraar, maar het wegloopen van een leeraar, van wien niet eens geëischt werd zijn gevoelens los te laten, maar ze niet meer openlijk te verbreiden.
Immers de Kerk heeft het recht hare belijdenis vast te stellen.
Dit recht is alle eeuwen door erkend.
Tegenover de dwaling van Arius stelde het Concilie van Nicea de rechtzinnige belijdenis van de Drieëenheid vast, tegenover de Christologische dwalingen stelden de Concilies van Efeze en Chalcedon de belijdenis vast van de twee naturen van Christus als onvermengd en onveranderd, ongescheiden en ongedeeld.
Mocht dan in 1933 de Chr. Geref. Kerk hare belijdenis niet vaststellen in zake het Chiliasme? Zij had daartoe het recht en de roeping. Hieraan voldeed zij door de bepaling van 1872 aan te vullen en te bepalen:
„Er is geen schriftuurlijke grond voor de leer eener lichamelijke opstanding der geloovigen vóór de algemeene opstanding, noch ook voor een regeering der heiligen op aarde gedurende duizend jaren, noch ook voor een periodieke aardsch-getinte Christocratie.
Mitsdien blijft de Chr. Geref. Kerk bij de bepalingen der Synoden van 1863, ‘72, ‘79 en 1931, waarom het ieder leeraar verboden moet worden zijn privé gevoelen omtrent het duizendjarig rijk en omtrent de leer van de tweeërlei opstanding in woord en in geschrift, te verbreiden als leer der Heilige Schrift.”
Deze bepaling van 1933 dient gevoegd te worden onder die van 1872.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Synodale bepalingen (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Wekker | 4 Pagina's