Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

W.R. te E. E.
heeft enkele vragen over de kerkelijke huwelijksbevestiging van een kerkelijk-gemengd huwelijk, waarbij de huwenden elk tot een eigen kerk behooren. Kan dat zonder bezwaar vraagt hij of mag (moet) de kerkeraad daarbij eischen stellen.
Wij zullen hierbij allereerst hebben te denken aan de groote beteekenis van de kerkelijke huwelijksbevestiging. Dit toch is geen aangelegenheid van de trouwende jongelui of maar een gewijde ceremonie zonder meer.
Zij behoort wel degelijk tot de weg, waarin een echt christelijk huwelijk tot stand komt.
Zulk een huwelijk komt n.l. in drie stadiën tot stand. Eerstens de verloving. Dan de burgerlijke voltrekking. Vervolgens de kerkelijke bevestiging. Het eerste raakt het persoonlijke en familieleven, het tweede het maatschappelijk, het derde het kerkelijk leven. Bij het laatste komen dus de belangen en rechten van de kerk aan de orde.
De kerkelijke bevestiging is, naast het afsmeeken van den zegen Gods over het huwelijk, een invoegen van het huwelijk in het kerkelijk leven der gemeente.
In de kerkelijke bevestiging vindt de opneming en de erkenning plaats van het door het huwelijk nieuw gevormde gezin in het leven der kerk, die bij dat gezinsleven zoo groot belang heeft. Immers in en door de gezinnen continueert God het genadeverbond. De kerk nu heeft tot taak een wachteres te zijn tot heilighouden des verbonds. Deze taak heeft ze ook bij de sluiting van een huwelijk.
Daarom wordt het voornemen tot huwelijkssluiting ook afgekondigd, en wordt er gelegenheid gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen de kerkelijke bevestiging.
Zien wij het zoo dan gevoelen wij, dat maar niet elk huwelijk zonder meer kerkelijk kan worden bevestigd. De kerkeraad heeft hier keur te oefenen. Hij heeft te onderzoeken, of ‘n huwelijk naar de ordinantieën des Verbonds is en of werkelijk verwacht mag worden, dat het nieuwe gezin een gezin der gemeente geacht kan worden. Twijfelt hij daaraan, dan is er wel degelijk reden om de bevestiging te weigeren.
Zoo b.v. mag een huwelijk met een ongeloovige niet kerkelijk worden bevestigd. Immers, daar ontbreekt de eenheid, die noodig is in het huwelijksleven.
Anders wordt de zaak. wanneer bruidegom en bruid niét tot één kerk behooren. Dan dient de huwelijksbevestiging aangevraagd te worden in de kerk, waartoe het gezin zal behooren. Doet men dit niet, dan is men niet eerlijk, wanneer men kort na het huwelijk het gezin doet behooren tot een andere kerk. Een kerkeraad, die van zulk een voornemen kennis droeg, zal aan zulk een huwelijk ook geen kerkelijke bevestiging willen verleenen.
Vraagt nu een bruidegom, die zelf tot een andere kerk behoort, huwelijksbevestiging aan in de Kerk waartoe de bruid behoort, dan zal de kerkeraad van hem mogen vragen, dat hij zijn gezin doe behooren tot de kerk, waarin hij huwelijksbevestiging aanvraagt. Immers hij vraagt de invoeging en bevestiging van zijn huwelijk in die bepaalde kerk.
Terecht schrijft Prof. Rutgers hierover;
Natuurlijk sluit dit dan ook in, dat zijn kinderen in die kerk zullen gedoopt worden, catechiseeren, ter kerk gaan enz. Wil het hoofd van het gezin dat niet, en wil hij een andere kerk, dan behoort hij ook in die andere kerk de bevestiging te vragen.
Geleerd door de praktijk hebben sommige kerkeraden dan ook de bepaling gemaakt, dat van den bruidegom, die tot een andere kerk behoort, en huwelijksbevestiging aanvraagt in de kerk van de bruid, de belofte gevraagd zal worden, dat hij zal doen ais boven gezegd.
De kerkeraad heeft daarin volkomen recht.
Algemeen geldende kerkelijke bepalingen zijn er in dezen niet, dit behoort tot de competentie van den plaatselijken kerkeraad. die over de gemeente te waken heeft.
Wanneer de huwenden zelf eenigermate beseften de groote beteekenis die hun huwelijk ook voor de kerk heeft zullen zij deze dingen in hun voorbereiding tot het huwelijk ook ernstig overwegen en bepalingen als bovengenoemd verstaan en billijken en deze niet zien als een soort slagboom bewaakt door een grimmigen wachter, die hun blijden huwelijksweg verspert. Het schrijven van mijn vrager deed mij vermoeden. dat er bij hem ook iets van die slagboomgedachte leefde.
Hij zie daarom de zaken eens van het standpunt der kerk, en niet alleen van zichzelf uit.
Hier zijn teere en heilige zaken aan de orde, die het welzijn der kerk raken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1936

De Wekker | 4 Pagina's