Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Romeinen 9:17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Romeinen 9:17

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit hoofdstuk in den Bijbel is een loflied op Gods souvereiniteit, die de kern der gereformeerde confessie vormt. Het is hier alles triomfeerende zonneklaarheid van Gods absolute vrijmacht, en eeuwige wilsbepaling.
Dit treedt ook voor het voetlicht in vers 17: want de Schrift zegt tot Pharao: Tot ditzelve heb ik u verwekt,opdat ik in u Mijne kracht bewijzen zou, en opdat Mijn naam verkondigd worde op de gansche aarde.”
Ziedaar een tekst, die schijnbaar de meening van het supra-lapsarisme steunt, en waarop dan ook telkens wordt gewezen om het supra-standpunt te verdedigen. Dr. Bavinck zegt in zijn dogmatiek deel 2, dat Paulus in het geheel niet denkt aan de onderscheiding van supra en infra, wanneer hij het in den brief aan de Romeinen heeft over den Raad Gods. Nu is het zeer zeker juist, dat dergelijke scholastieke onderscheidingen van later datum zijn. Vooral het supra-begrip gaat zoo zeer buiten de Schrift om, dat het veeleer aan de filosofie, dan aan de theologie ons herinnert. Echter mogen wij j ons nimmer door het filosofisch denken laten leiden, maar zoeken en graven naar de bedoeling van het Woord van God.
Zoo moeten wij hier onderzoeken naar de beteekenis van het woord „verwekt”God zegt van Pharao „tot ditzelve heb Ik u verwekt”.
Men zou dit woord kunnen lezen in den zin van „geschapen” of “in het aanzijn geroepen”, zoodat het zou willen zeggen, dat God Pharao tot de verharding geschapen heeft. Deze positieve daad Gods zou een steunpunt voor het supra-lapsarisme zijn.
Maar niets is minder waar.
Hier is drieërlei,dat ons tot duidelijkheid der Schriftbedoeling zal leiden.Vooreerst de Hebreeuwsche tekst. Vervolgens de tekst, zooals die door de Septuaginta of vertaling der zeventigen is weergegeven. En ten slotte het woord, dat Paulus gebruikt bij ons vertaald door „verwekt”.
Dat eerst de Hebreeuwsche tekst dient genoemd, vloeit uit het redebeleid van den Apostel Paulus zelf voort. Immers uitdrukkelijk wijst Paulus naar het Oude Testament, als hij schrijft „want de Schrift zegt tot Pharao”. Paulus doet hier, om zijn meening te staven, een beroep op de Schrift — ook een schoon bewijs voor de autoriteit van het Oude Testament —. en wijst naar Exodus 9 : 16, waar ongeveer letterlijk staat, wat Paulus schrijft. „Maar waarlijk, daarom heb Ik u verwekt, opdat Ik Mijne kracht aan u betoonde, en opdat men Mijnen naam vertelle op de gansche aarde.”
Het Hebreeuwsche woord, door ,.verwekken” vertaald is “Amad” in causatieven vorm. dat beteekent „doen staan” of .staande blijven”. Wij vinden bijv. datzelfde woord “amad” in ps. 102 : 27 „die zullen vergaan, maar gij zult staande blijven” of in Ex, 21 : 21 „zoo hij nochtans eenen dag of twee dagen overeind blijft,zoo zal hij niet gewroken worden, want hij is zijn geld.” Zoo wordt dit zelfde woord “amad” gebruikt van Jerobeam, als hij priesteren aanstelt, 1 Kon. 12 : 32, „hij stelde ook te Bethel priesteren der hoogten, die hij gemaakt had”.
Uit dezen Hebreeuwschen tekst blijkt dus overduidelijk, wat de bedoeling van dit woord „verwekken” is. God heeft Pharao doen staande blijven, hij heeft hem nog niet ten verderve geleid, God heeft Pharao nog tijd gegeven zich te-bezinnen, en nu komt ook zoo schoon tot zijn recht, wat de Schrift zegt “opdat men Mijne naam vertelle op de gansche aarde”. De verharding van Pharao, niettegenstaande Gods lankmoedigheid, zal de lof des Heeren nog grooter maken. Calvijn teekent zoo juist aan „Wanneer die verharding van dien aard is,dat ter wille van haar de naam Gods waardig is verkondigd te worden, is het goddeloos Hem van eenige onrechtvaardigheid te beschuldigen.”
Uit dezen Hebreeuwschen tekst vloeit nu voort de vertaling van de Septuaginta, een vertaling voor ons van de grootste beteekenis, omdat de schrijvers van het Nieuwe Testament telkens deze vertaling gebruiken bij aanhalingen uit het Oude Testament. Deze Grieksche vertaling geeft den zin aldus weer “en ter wille hiervan zijt gij bewaard (staande gehouden) m.a.w. God heeft Pharao nog in het leven gelaten, en daardoor zal zijn verharding onder de oordeelen Gods nog te vreeselijker uitkomen. Op de plaats, waar God dezen Heerscher gesteld heeft, kom” nu zijn boosaardigheid nog te duidelijker uit, en tevens zijn nietigheid tegen den Allerhoogste, die ook dwars door dr booze daan van Pharao heen Zijn Raad uitvoert.
Van zelf levert het woord „verwekken”, dat Paulus gebruikt, nu geen verdere moeilijkheden op. Het woord, dat de Apostel bezigt bedoelt „opwekken” uit een of anderen toestand, hetzij uit den slaap, of uit het oordeel. Dan begrijpe men. dat er een doodsgericht over Egypte gaat in de plagen des Almachtigen. Nu had de Heere ook Pharao in dat Gods-gericht reeds kunnen laten omkomen, maar hij heeft hem nog opgewekt, nog staande gehouden,niet tegenstaande Pharao’s verstoktheid hem nog tijd van beraad geschonken.
Ook hier is een stem Gods te beluisteren „indien de lankmoedigheid Gods u niet tot bekeering brengt, zoo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonde.
Ten slotte wijs ik hier nog op onze kantteekening, van zoo groote waarde, omdat wij het gevoelen van onze Gereformeerde vaderen er in weervinden. De Kant zegt, dit woord verwekkenkan genomen worden òf voor de verwekking van Pharao tot het koninkrijk, öf voor zijne behoudenis in het midden van al de plagen, die God over hem en zijn volk had gebracht. En ook wordt tevens daaronder verstaan zijne verharding tegen het volk Israëls, en Gods bevel, gelijk uit het besluit van Paulus in het volgende vers blijkt, niet, dat Hij hem tot zondigen zou hebben verwekt, hetwelk niet zijn kan, Jak. 1 : 13, maar, omdat Hij hem rechtvaardig in zijne zonden heeft verlaten en aan zijn eigen booze hoogmoedige begeerten overgegeven, waardoor Hij tegen God zoolang heeft geworsteld, totdat God over hem de verdiende straf heeft uitgevoerd en zijne eer en macht voor de geheele wereld alzoo aan hem betoond. Zie Spr. 16 : 4 Habak. 1 : 12.”
Wat is de kantteekening toch mooi!
Wie Bijbelschonderricht wil hebben over de kwestie „supra en infra” leze Rom. 9 en de kantteekening, en hij zal een rijke leerschool hebben en veilig gaan. Wat leert Gods Woord,dit blijve in het gezond gereformeerd kerkelijk leven de eerste en de laatste vraag.
Rom. 9:17 kan ons thans weer leeren, hoe voorzichtig men moet zijn, als gemeend is, dat hier een bewijs voor het supra zou zijn te ontdekken.
Wij moeten altijd voorzichtig zijn om een woord der Heilige Schrift op den klank af te aanvaarden. Gods Woord moet recht gedaan worden, en dan kunnen wij hier weer leeren, hoe rijk dat Woor Gods is aan barmhartigheid en lankmoedigheid, tot zelfs over den grootste der verstokte zondaren.

Uw Woord is mij een lamp mijnen voet.
Mijn pad ten licht om het donker op te klaren.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1937

De Wekker | 4 Pagina's

Romeinen 9:17

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1937

De Wekker | 4 Pagina's