Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodalia (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodalia (II)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste dag der Generale Synode was voor Kerk en School een hoogst belangrijke. Met weemoed werd kennis genomen van het verzoek om ontslag van Prof. P. J. M. de Bruin als hoogleeraar aan de Theologische School. Z. H, Geleerde vertegenwoordigt een stuk historie der Chr. Geref. Kerk vanaf 1892. Hij is 200 saamgegroeid met Kerk en School, dat beiden zonder hem schier niet te denken zijn. Alle predikanten, die heden de Kerk dienen, werden op een enkele uitzondering na door Prof. De Bruin opgeleid. Geen Gen. Synode of Prof. De Bruin trad als prae-adviseur op. En toch, de Kerk moet zijn verzoek om heengaan billijken, Het beteekent voor hem zelf een groot offer, maar dat hij in gehoorzaamheid brengt aan den Koning, die tot dezen dienstknecht zegt: „Kom!" en tot een anderen: „Ga!" Nog een jaar zal onze geliefde Broeder de colleges, D.V., blijven geven, en dan het afscheid. Maar aan de andere zijde: de Heere zorgt voor Zijn erfdeel. De vaderen gaan heen, maar de zonen treden in hun plaats. Reeds voordat de vacature er is, werd de opvolger van Prof. De Bruin aangewezen, Het was voor de Gen. Synode een groote vreugde van Ds. L. H, van der Meiden te mogen vernemen, dat hij onder biddend opzien tot God zijn benoeming aanvaardde. De Gemeente te 's Gravenhage verliest een trouw en hoogst gewaardeerd dienstknecht des Heeren, maar èn leeraar èn gemeente rest een geheel jaar om zich op het afscheid voor te bereiden. Een jaar van rustige bezinning tot voorziening in de vacature die komt. En ook hierin zal de Heere genadig voorzien, Hij doet geen half werk.
Dinsdagavond kwam de Synode niet bijeen. De afgevaardigden hadden geen vacantie, maar bijna alle leden werden in verschillende commissies ondergebracht om de verschiîlende rapporten en ingekomen stukken te onderzoeken en de Synode den volgenden dag met hun voor-lichting te dienen. Dat beteekende voor verschillende commissies, dat er hard en tot in den nacht gewerkt moest worden.
Woensdagmorgen opende de Voorzitter de vergadering met gebed, nadat gezongen was Psalm 133 : 3, en gelezen 1 Cor. 13. — Na het aflezen van den presentielijst was allereerst het woord aan de commissie, die te rapporteeren had over het verslag van deputaten van het Jubileumfonds. De handelingen en het beheer van de broeders deputaten van het fonds worden goedgekeurd. Bij in bespreking brengen van het rapport volgteen geanimeerde gedachtenwisseling.
Over het al of niet sluiten van verzekeringen blijken de meeningen nogal uiteen te loopen.
De instructie voor de deputaten tot het beheer van deze kas, wordt artikelsgewijze behandeld of goedgekeurd, Deputaten worden alle herkozen.
Ds, J. L, de Vries brengt namens de commissie rapport uit over voorstellen van deputaten voor de emeriti.
De voorgestelde instructiewijziging wordt in den breede besproken.
Er wordt gepauzeerd. Prof. J. W. Geels eindigt de ochtendzitting met dankzegging. Te 2 uur wordt de vergadering heropend met het zingen van Psalm 60 vs. 7 en gebed van den voorzitter.
Ds. J. Hovius doet verslag van de handelingen van Deputaten voor de Buitenlandsche Zending, Uiteen en ander blijkt, dat deputaten enkele voorstellen tot reorganisatie ter tafel brengen.
Na voorlezing van het rapport, waarmee geruimen tijd heenging, doch dat zeer duidelijk en overzichtelijk was, werd den secretaris bij monde van den voorzitter hartelijk dank gebracht voor diens groote accuratesse, welke arbeid door dien functionaris geheel belangeloos wordt gedaan.
Ds. K. Bokhorst brengt rapport uit namens de commissie van rapporteurs, Deze commissie stelt voor handelingen van deputaten goed te keuren wat betreft de benoeming van den heer S. Bakker tot archivaris en van den heer H. C. Noort tot administrateur van het zendingsterrein.
Resumeerende komt de commissie tot de conclusie, de Synode uit te noodigen de voorstellen van Gedeputeerden goed te keuren.
Deze voorstellen worden daarna punt voor punt besproken.
De benoeming van den archivaris wordt zonder bespreking goedgekeurd.
De benoeming van den heer van Noort tot administrateur geeft aanleiding tot een uitgebreide gedachtenwisseling.
Prof. J. J. v. d. Schuit wordt herbenoemd tot penningmeester der buitenlandsche zending.
De secretaris licht het voorstel toe om een Kerkordening voor het zendingsveld saam te stellen. Na re- en dupliek wordt het voorstel aangenomen.
Tot vertaling en bewerking van liturgische formulieren wordt besloten.
De voorstellen betreffende den Medischen dienst op het Zendingsterrein komen in behandeling. Deputaten wordt opgedragen dit terrein met groote omzichtigheid te verkennen en een volgende Synode voorstellen in te dienen.
Deputaten zullen dan ook met voorstellen komen tot organisatie der Zending naar het presbyteriale beginsel.
Enkele bijzonderheden op het zendingsveld doen de Synode deze in comite-vergadering te behandelen.
Als de deuren weer voor het publiek geopend zijn, leest Prof. J. J. v. d. Schuit het rapport van Deputaten voor de behartiging van de geestelijke belangen der militairen. Spr. gaf een nadere toelichting en deelde mede dat de Regeering, behalve de 7 tot de Chr. Geref. Kerk behoorende reserve-veldpredikers, nog 3 reserve-veldpredikers uit deze kerk wenscht aan te stellen. Deputaten vroegen terzake het oordeel van de Synode.
De Synode gaf deputaten machtiging met ev. benoemde predikanten in correspondente te treden. De aftredende deputaten werden herbenoemd,
Ouderling G. Rijksen van Zeist bracht hierna rapport uit over de controle op de kerkelijke kassen. Alies werd in orde bevonden.
Ouderling J. O. Vermeer van Noordeloos rapporteerde over de controle op het Synodaal archief, waarna Ds. P. J. de Bruin van Veenendaal rapport uitbracht als deputaat voor de archieven.
Prof. J. W. Geels van Apeldoorn bracht rapport uit namens deputaten voor de correspondence met de Hooge Overheid, waaruit bleek dat gemeenten gesticht werden te Den Haag-O., Nunspeet, Middelburg, Hasselt en Nijmegen.
Ouderling G. Rijksen bracht als penningmeester verslag uit van de kosten der Generale Synode.
Namens de commissie van redactie van het weekblad „De Wekker" bracht Prof. J. J. v. d. Schuit verslag uit. Met vreugde mocht hij constateeren, dat dit blad jaarlijks aan de Theol. School te Apeldoorn een bate van f 6.000 tot f 7.000 brengt.
Over jaarboekje en kalender rapporteerde Prof. J. W. Geels.
De Synode dankte alle rapporteurs voor hun arbeid en benoemde hen in hun resp. functies opnieuw.
Nadat Ds. W. Kremer van Leeuwarden rapport had uitgebracht over het opnieuw van de Generale Synode der Geref, Kerken ingekomen schrijven, ging de Synode in vergadering in comité-generaal.
Na opheffing hiervan, deelde de voorzitter mede, dat D.V. de volgende Synode in 1940 zal worden gehouden te Den Haag-Centrum.
De vergadering der Gen. Synode ving Donderdagmorgen aan met comité. In de openbare zitting wordt voorgelezen een schrijven van den Bond van Chr. Geref. Knapenvereenigingen. De Synode zal het hoofdbestuur antwoorden, dat met veel aandacht het jeugdwerk zal worden aanbevolen en gesteund.
In bespreking komt het rapport over de instructie van de Particuliere Synode van het Noorden.

De Part. Syn. van het Noorden spreekt uit, dat het thans op den weg der Gen. Syn. ligt een definitief, principieel oordeel uit te spreken over het lidmaatschap van kerkelijke personen, nl. predikanten en hoogleeraren, van den Gemeenteraad, de Provinciale Staten en Staten-Generaal.

Tegen dit rapport is ter tafel verschenen een bezwaarschrift van den kerkeraad te Hoogeveen.
De commissie van rapporteurs adviseert bij monde van Ds. K. G. van Smeden tot niet-aanvaarding van het bezwaarschrift.
Het wordt in bespreking gegeven, waarbij eerst het oordeel van de praeadviseurs wordt gehoord. In deze zaak wordt daarna het woord gevoerd door Ds. W. Kremer, Ds. K. Zuidersma, ouderling A. ten Broeke, ouderl. B. Nederlof en Ds. L. de Bruine, waarna de voorzitter de discussie sluit.
De voorzitter spreekt Ds. Geleijnse toe, daar deze de vergadering staat te verlaten. Hij dankt Ds. Geleijnse namens de Synode voor zijn aanwezigheid en adviezen in zendingszaken en wijst hem er op, dat bij al de zwarigheden in het zendingsleven, de liefde het hoogste is, en bidt hem toe, dat God hem die liefde in hooge mate moge schenken.
De vergadering zingt Ds. G. staande toe het laatste vers van Ps. 121. Ds. Geleijnse dankt met een kort woord en zegt dat dezelfde liefde van Christus. die hem bij zijn eerste vertrek bezielde, hem nog vervult en hem dringt om voor de tweede maal uit te gaan.
Ds. Salomons eindigt met dankzegging, terwijl de vergadering tegen kwart voor zeven weer bijeen wordt geroepen.
Na opening door den praeses ging de Synode aanstonds over in comité, dat ge-heel den morgen in beslag nam. In de namiddagvergadering werd voortgezet de behandeling van het rapport omtrent het Predikant-Kamerlidmaatschap, de instructie van de Part. Synode van het Noorden. en het bezwaarschrift van den Kerkeraad te Hoogeveen. Aan de discussie werd deelgenomen door Ds. W. Kremer, Oud. A. ten Broeke, Ds. W. Bijleveld. Prof, J. W. Geels, Ds. J. Jongeleen, Ds. J. Hovius, Na breedvoerige bespreking besloot de Synode het desbetreffend rapport naar de kerkeraden terug te zenden, aangezien niet alle kerkeraden gelegenheid gevonden hadden van deze hoogst belangrijke aangelegenheid kennis te nemen. De kerkeraad kan ook zijn bezwaarschrift aan kerkeraden zenden, maar voor eigen kosten.

Hierna rapporteerde Ds. W. Bijleveld inzake het lidmaatschap van de Chr. Dem. Unie en de N.S.B. Nadat Prof. v. d. Schuit prae-advies had uitgebracht en verschillende leden aan de discussie hadden deelgenomen, vereenigde de Synode zich met de navolgende conclusies:

a. De beginselverklaring in het program der C.D.U, is zeer vaag, onbelijnd, biedt groote aanleiding tot verwarring van gedachten en tevens ruimte voor onschriftuurlijke beginselen; b. de artikelen 1, 2 en 10 uit het program laten gemakkelijk allerlei afwijkende meeningen toe omtrent Overheidsgezag en burgerplicht, die tot fundamenteele dwalingen leiden; c. Art, 10 is een uitgesproken verwerping, van Rom. 13 en art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis; d. derhalve moet de kerk haar leden waarschu-wen zich niet aan te sluiten bij opgemelde politieke partij en de aangeslotenen door breede en lankmoedige onderwijzing daarvan terug zien te brengen.

In betrekking tot de N.S.B. nam de Synode de volgende conclusies aan:

1e. De beginselen van de N.S.B. zijn in het licht van Schrift en belijdenis absoluut te veroordeelen; 2e. het lid-maatschap van deze beweging houdt erkenning van deze beginselen in; 3e, bewuste aanvaarding van deze beginselen is loslating van Schrift en Belijdenis en doet vallen onder ver-maning en tucht der kerk,

Voor de kerkelijke behandeling van bij de N.S.B, aangesloten leden stelde de Synode de navolgende richtlijnen vast:
1e. De veroordeeling der genoemde beginselen is geen reden tot tucht op alle leden der gemeente, die lid zijn van deze organisatie, die deze beginselen aanhangen zonder meer. Elk geval zal op zich-zelf moeten worden beoordeeld. 2e. De tucht bedoelt, vooral in gevallen als de onderhavige, de behoudenis en terechtbrenging van de dwalenden. Men zoeke allereerst en vooral in een samenspreking over de beginselen de kracht van de tucht 3e. In voorkomende gevallen houde men er ook rekening mee of leden der gemeente in woord en daad propaganda voeren voor bedoelde beginselen, ja dan neen.

4e. Mocht men als gevolg van begonnen tuchtoefening zich als lid van genoemde organisatie terugtrekken, dan staat het den kerkeraad vrij een persoonlijke schriftelijke verklaring te vragen van de zoodanigen of zij met de beginselen gebroken hebben. 5e. De tuchtoefening ga uit van de gedachte dat het lidmaatschap van bedoelde organisatie ook verantwoordelijk stelt voor de propaganda van de beginselen daarvan.

Artikel 36

Ds. P. J. de Bruin van Veenendaal bracht hierna namens een daartoe benoemde commissie rapport uit over een vraag van de gemeente Veenendaal, ondersteund door de classis Utrecht: „Om de Generale Synode te verzoeken een commissie te willen benoemen om te onderzoeken wat art. 36 der Geloofsbelijdenis volgens de bedoeling der vaderen van de Overheid eischt". De Synode willigde dit verzoek in en benoemde tot deputaten: Ds. W. Kremer, Ds. J. Hovius, Ds. P. J. de Bruin en ouderling J. v. d, Meer van Aalsmeer, waaraan Prof. J. J. v. d. Schuit als adviseur werd toegevoegd.
Naar aanleiding van een instructie van de Part. Synode van het Noorden om het door een vorige Synode genomen besluit in betrekking tot de uitzending van pree-ken door de radio op Zondag terug te nemen en deputaten te benoemen voor het contact met de N.C.R.V.

sprak de Synode na ernstige overweging met meerderheid van stemmen uit. op Zondag geen preeken vanwege de Chr, Ger. Kerk uit te zenden.

Tot deputaten voor het contact met de N.C.R.V. werden benoemd de heeren Prof. J W. Geels, Ds, M. Holtrop, Ds W. Kremer, terwijl Ds. C. v. d. Zaal, lid van het hoofdbestuur der N.C.R.V. als adviseur aan deputaten werd toegevoegd.

Naar aanleiding van een instructie van de classis den Haag in betrekking tot de haardracht van vrouwen en meisjes, sprak de Gen. Synode zich als volgt uit: „De Gen. Synode waarschuwt ten sterkste tegen wereldgelijkvormigheid, waartoe het af-knippen van haar behoort".

De heeren Ds. L, H. v. d. Meiden, Ds. J. Jongeleen, Ds, W. Kremer, Ds, R. E. Sluiter, en de ouderlingen B. Nederlof en J. O. Vermeer, waaraan Prof. J. J. v. d. Schuit als adviseur was toegevoegd, werden herbenoemd als deputaten tot formuleering van het concept-antwoord aan de Gen. Synode der Geref. Kerken.

Hierna werd de rondvraag gehouden. De voorzitter sprak woorden van dank aan de praeadviseerende hoogleeraren, de leden van het moderamen en de gemeente van Hilversum, die allen hebben bijgedragen tot het welslagen van den goeden gang van zaken. Bovenal bracht spr. dank aan God, die de leden der Sy-node wilde bewaren en bekwamen. Spr. las enkele Schriftgedeelten uit 1 Cor. Ps. 46 en Openb. 22 en sprak naar aanleiding daarvan een toepasselijk woord.
De assessor, Ds. M. Holtrop, van Hilversum. dankte namens de Synode den voorzitter voor zijn voortreffelijke leiding en bad hem Gods zegen toe. Namens de hoogleeraren voerde Prof. v. d. Schuit het woord, die den voorzitter dankte voor zijn leiding en de leden der Synode voor hun arbeid.
Tenslotte sprak ouderling B. Nederfof van Rotterdam nog enkele waardeerende woorden. De voorzitter dankte allen voor hun goede woorden en constateerde dat deze Synode zeer gewichtvolle zaken haar beslag heeft doen krijgen.
Na het gemeenschappelijk zingen van Ps, 25 : 2 en dankgebed door ds, v. d. Meiden, werd de Generale Synode gesloten.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Wekker | 4 Pagina's

Synodalia (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Wekker | 4 Pagina's