Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers.

De wacht bij de internationale Zendingssituatie.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zendingsmethode van onzen tijd is niet zonder bedenking voor hen, die de Gereformeerde belijdenis willen hoog houden ook op den grooten zendingsakker. De ethische theologie met haar vervlakking en uitwisschen van grenzen, en haar spelen met beginselen, laat hier ongetwijfeld haar invloed gelden. De strooming wordt al sterker, dat het religieus-ethisch leven één is, en dat er alleen verschil is in graad en in helderheid van bewustheid. Zoo worden alom de antithesen verzoend, en staan de godsdiensten aanvullend naast elkander.
Wij zien belangstellend uit, hoe de internationale Zendingsconferentie in Madras zich zal uitspreken, als zij in een vijftal thema’s het getuigenis der Kerk zal behandelen. Reeds verscheen er een boek van de hand van Prof. Dr. H. Kraemer, getiteld „The christian Message in a non-Christian World”, „De christelijke boodschap in een niet Christelijke wereld.” Men zegt zelfs, dat dit het boek van de conferentie kan genoemd worden. Als dit juist is, dan zal de internationale Zendingsconferentie in Madras geen onzeker geluid laten hooren. Het Kerkblad van de Gereformeerde Kerken van Ned. Indië van 14 Juli heeft naar aanleiding van dezen gang der dingen het volgende geschreven:

Een van de vraagstukken, die op de internationale zendingsconferentie van Jeruzalem in 1928 aan de orde kwamen, was de verhouding van Gods openbaring in Jezus Christus tot de godsdiensten der wereld. Aan verschillende kenners dier godsdiensten was gevraagd praeadviezen te schrijven over de religieuse en zedelijke waarden van deze godsdiensten. Al deze praeadviezen gingen uit van de gedachte, dat er in deze godsdiensten gedachten en krachten werden gevonden, die eigenlijk denzelfden inhoud hadden als het Evangelie. Vooral de praeadviezen over het Confucianisme en Budhisme suggereerden de gedachte, dat men door bewust en trouw de hoogste idealen dezer godsdiensten te volgen vanzelf tot het Evangelie geleid werd. Een van de Chineesche afgevaardigden vertolkte dit aldus: „Het Christendom breekt het Confucianisme niet af, doch vervult het”.
Op de conferentie werden tegen deze gedachten ook allerlei bezwaren ingebracht. Men wees op de geheel eenige beteekenis van Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven, en had oog voor het gevaar, dat in zulk een syncretisme deze geheel eenige beteekenis teloor zou gaan. In dit spreken van „waarden” was ook ongetwijfeld een Americanisme aan het woord, dat de maatstaf der waarheid zoekt in de practische bruikbaarheid der dingen, in de mate waarin zij ons leven dienen. De mensch is daarin de maatstaf der waarheid.
De boodschap van Jeruzalem droeg in verband daarmee een tweeslachtig karakter, en sterkte de verwarring in het denken op internationaal zendingsgebied. Eenerzijds spreekt deze boodschap uit, (met de woorden van de wereldconferentie der kerken in Lausanne 1927), dat gelijk in het verleden, zoo ook in het heden het Evangelie de eenige weg der zaligheid is. Maar anderzijds ziet deze boodschap stralen van hetzelfde licht daar, waar Christus onbekend is of zelfs verworpen wordt. Om dit duidelijk te maken geeft deze boodschap een opsomming van allerlei „waarden” in de godsdiensten, die een deel van de ééne waarheid vormen. zooals b.v. het besef van de majesteit Gods en de daarin rustende eerbied voor God in den Islam, het diepe medelijden met het leed der wereld en het onzelfzuchtig zoeken van een weg der ontkoming in het Budhisme, het verlangen naar gemeenschap met de hoogste werkelijkheid in het Hinduïsme, het geloof in een zedelijke orde van het heelal en de nadruk op zedelijk gedrag in het Confucianisme, enz.
Soortgelijke gedachten waren en werden steeds meer gemeengoed in de internationale zendingswereld; min of meer gevarieerd vinden wij die bij Stanley Jones, Kagawa, Soendar Singh, en vele anderen. Ik wijs hier slechts op twee publicaties. Van Fr. Heiler verscheen „De openbaring in de godsdiensten van Br. Indië en de Christus-verkondiging”. In dit boek wordt de gedachte ontwikkeld, dat de geschriften en heel het godsdienstig leven van het Hinduïsme genoemd kunnen worden het Oude Testament dezer volken, terwijl het Evangelie komt om den inhoud dezer geschriften te vervullen. Menschen als Tagore en Gandhi kunnen eigenlijk ongedoopte Christenen worden genoemd, omdat ze groote waardeering voor Christus hebben en allerlei Christelijke gedachten in zich hebben opgenomen
Nog veel sterker zien wij dit alles in het bekende „Leekenrapport” over de zending. Na 100 jaar zendingsarbeid in Amerika achtte men het in allerlei kringen wenschelijk onderzoek te doen naar de vraag, of de zending moest voortgezet worden en zoo ja, op welke wijze. Alle groote kerken in Amerika wezen voor dit onderzoek commissies van „leeken” aan, mannen van wetenschap, medici, zakenmenschen, die op de groote zendingsgebieden een onderzoek instelden en van hun bevindingen in het zoogenaamde „Leekenrapport” in het jaar 1932 verslag uitbrachten. Naar hun oordeel moest het werk der zending voortgezet worden, maar vooral als een prediken van de cultureele en de sociale beginselen van het Evangelie, en als een gemeenschappelijk zoeken samen met andere godsdiensten naar de hoogste waarheid, waarbij een van de methoden is, het onder elkaar uitwisselen van religieuse inzichten en ervaringen. De uiteindelijke waarheid, die men vinden zal, die kan men dan het Nieuwe Testament van alle godsdiensten noemen.
Hieruit blijkt wel duidelijk hoe groot de verwarring in het denken over de zending geworden was op internationaal gebied. Het boek van Prof. Kraemer kiest nu positie tegen al deze bovengenoemde gedachten. We zouden dit boek een antwoord kunnen noemen op de boodschap van Jeruzalem en op het Leekenrapport in het bijzonder. Dr. Kraemer wijst er telkens op, dat het voor de zending een zaak van leven of dood is, die hier aan de orde is. Met profetische hartstocht roept hij de zending terug tot Gods openbaring in Jezus Christus, tot den Bijbel. De eenige bron van alle denken over de zending moet de Bijbel zijn.
De openbaring Gods in Christus is geheel eenig, en Christus als den eenigen weg der zaligheid te prediken is de apostolische roeping die aan de Christelijke kerk gegeven is. Met een bewonderenswaardig meesterschap, met groote klaarheid en kracht bestrijdt, de schrijver de gedachte, dat er in de niet-christelijke godsdienst „waarden” zouden zijn, die denzelfden inhoud hebben als het Evangelie, of die wanneer ze dieper doorgedacht worden, tot het Evangelie zouden kunnen leiden.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Uit de pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Wekker | 4 Pagina's