Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Karl Barth en de kinderdoop (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Karl Barth en de kinderdoop (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Barth zegt dus: “.Christen is men in het geloof. Kan dat ook al van een zuigeling gelden? Kan men spreken van een verborgen geloof, van een verborgen hooren van het Woord Gods? Zijn dat geen speculaties, die een slecht geweten bij den exegeet verraden?” Volgens Barth kan er dus geen sprake zijn van geloof bij onze kleine kinderen, bij hem is geloof alleen daad en geen hebbelijkheid, alleen acte en geen habitus, zaad, vermogen, of hoe men ‘t voorts ook noemen wil. Dan kan ik mij voorstellen, dat Barth, niets moet hebben van het werk der Reformatoren, die juist de geldigheid van den kinderdoop hebben aangetoond uit de geldigheid van de besnijdenis. Het waren de oude Wederdoopers, die in hun dagen ook kwamen aandragen met de vraag: „kan een zuigeling geloof bezitten, kan er sprake zijn van een habitus, een vermogen des geloofs, een verborgen geloof?”
De wederdoopers beantwoordden hun vragen met een radicaal „neen”.
Het is niet het minst Calvijn geweest, die wel heel sterk tegenover de wederdoopers „ja” gezegd heeft, die heele bladzijden in zijn institutie noodig heeft om toch maar aan te toonen, dat de Schrift ons duidelijk leert van een verborgen geloof bij kleine kinderen. Toen ik voor het eerst die bladzijden las heb ik alle moeite gehad om mij te ontworstelen aan de gedachte, dat Calvijn … eigenlijk leerde, dat de kerk doopen moest op grond van de veronderstelde wedergeboorte. Maar Calvijn doet nu eenmaal in zijn bestrijding van de wederdoopers, die de mogelijkheid van geloof bij zuigelingen ontkenden, soms zulke geweldig sterke uitspraken, dat men geheel zijn betoog tegen de wederdoopers moet lezen in verband met andere gezegden omtrent verbond en doop van hem, wil men hem m.i. niet iets toedichten, wat hij toch werkelijk niet bedoeld heeft te leeren. Doch genoeg.
De wederdoopers, die ook niets van den kinderdoop wilden weten, omrede naar hun meening het jonge kind nog geen geloof kan bezitten, schijnen voor Barth betrouwbaarders leermeesters dan de reformatoren.
Barth zegt wel: „de wederdoopers hadden ongelijk”, Waarin? Mogelijk bedoelt prof. Barth hiermee, dat ze ongelijk hadden in hun individueel en revolutionnair ageeren tegen de kerk, maar dat ze ongelijk hadden in hun leervoorstelling omtrent den doop, kan Barth, zooals we boven gezien hebben, niet bedoeld hebben. Verder zegt Barth dan ook: „Zooals in de Hervormingstijd gaat het toch niet met de verdediging van den kinderdoop.”
Natuurlijk op Barths standpunt de zaak bezien gaat het ook niet zooals in den Hervormingstijd, want toen des tijds gingen alle gereformeerde theologen uit van de gedachte, dat Oud en Nieuw Testament één zijn, dat Christus in het Oude Testament en onder de Oude Bedeeling wezenlijk tegenwoordig was, dat er niet bestaat, zooiets als een Godsopenbaring slechts van het jaar 1 tot het jaar 33 na Christus, een z.g. oergeschiedenis. .
Hier verschilt Barth, die gaarne voor reformatorisch gehouden wil worden, wezenlijk van Calvijn, die zegt, dat de kinderdoop rust op een bepaald gezag van God, en dat, wie deze heilige instelling omverwerpt, tevens den Insteller zelf, d.i. God, smaadt. Dat doet Barth door van een eerwaardige invoering der kerk. Ik weet. wel, dat godvruchtige mannen als Bunjan en Spurgeon dit ook wel gezegd hebben, maar die hadden toch weer een ander motief tegen den kinderdoop, die maakten geen scheiding tusschen Oud en Nieuw Testament, die loochenden de beteekenis van historia revelata en genadeverbond niet, zooals we later zullen zien, dat Barth eigenlijk wel doet.
Een tenslotte heeft Barth gezegd, dat de kinderdoop een terugvallen betcekent in een theologisch Judaisme! Een terugvallen in een theologisch Judaisme? Nu, dat slaat in! Want dat is een terugval van het christendom in de dwalingen van hen, die leerden aan de eerste christenen uit de heidenen: „gij moet evenals de Joden besneden worden, anders kunt gij niet zalig worden”. Dat ging recht-draads in tegen de leer van Paulus. Hij wilde de Joden tot Christenen maken, maar zij de Heidenen tot Joden. Met name de Ebionieten weerstonden Paulus’ leer en wilden de Mozaïsche wetten handhaven. De handhaving van den kinderdoop is dan Judaistisch, volgens Karl Barth.
Maar ten eerste, de doop is niet een Mozaische wet.
Ten tweede, de doop, ook de kinderdoop is in de plaats van de besnijdenis, dus was juist niet naar den zin der Judaisten.
Ten derde, de Judaisten, die de besnijdenis wilden behouden, verwierpen daardoor den volkomen Zaligmaker (sommigen gingen zoover, om Hem op één lijn met Mozes te plaatsen en een gewoon profeet in Hem te zien), terwijl juist de in de plaats van de besnijdenis gekomen doop ook den kinderen beteekent en verzegelt, dat onze behoudenis in de volkomen offerande van Christus gefundeerd is. En dan, de eerste christenen keerden zich al meer af van de besnijdenis, niet omrede ze zich afvroegen: mag een kind het teeken van de gerechtigheid des geloofs wel ontvangen, kan het wel geloof hebben, maar omdat de zuivere verbondsleer al duidelijker belicht werd en dieper wortel schoot in het geheiligd denken der godvruchtige voorgangers en gemeenteleden, Dat er zullen geweest zijn, die ook in de leer van den kinderdoop hun Judaisme overdroegen is mogelijk, maar dan deden ze dat niet vanwege, maar ondanks, de goede doopsbeschouwing der kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Karl Barth en de kinderdoop (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1939

De Wekker | 4 Pagina's