Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Nieuwe Vertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Nieuwe Vertaling

Het Nieuwe Testament

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitgave van het Nederlandsche Bijbelgenootschap, Heerengracht 366, Amsterdam prijs f 1.90, geb. Er is reden om met verhoogden nadruk de aandacht van ons volk op deze uitgave te vestigen. Zij is een gebeurtenis in Nederland, zooals in geen tijden is geboekt. Wij hebben hier een nieuwe vertaling. Dit zou op zich zelf nog niet zoo opzienwekkend kunnen geacht. Immers er bestaan velerlei vertalingen, en wij zouden dus hebben te constateeren, dat weer weer met één vermeerderd is. Zoo echter staan de zaken hier niet. Tot nog toe hadden wij vertalingen, die óf een sterk persoonlijk stempel droegen óf een bepaalde kerkgroepeering te veel vertegenwoordigden. Dit nu is hier overwonnen, en het gemeen bezit van den Bijbel als behoorende aan heel de Christenheid komt in deze vertaling veel meer uit. Niet minder dan een twaalftal jaren heeft een Commissie van onderscheidene kerkgroepeering zich aan dezen arbeid gewijd. Deze Commissie uit verschillende kerken heeft op last van het Bijbelgenootschap, dat immers door heel Protestantsch-Christelijke Nederland en zelfs door de Oud-Roomschen wordt gesteund, den arbeid ter hand genomen. Zij heeft ons na 12 jaren een vertaling van het Nieuwe Testament gegeven, die waard is onder ons volk gemeen bezit te worden. Neen, wij stellen ons niet voor, dat heel spoedig deze vertaling ingevoerd zal worden, en de plaats van onze algemeen geachte Statenvertaling zal innemen. De Voorzitter der Commissie, Prof. Dr. F. W* Grosheide verwacht dat ook niet, gelijk hij het in zijn rede bij de overhandiging van deze vertaling aan het Bijbelgenootschap openlijk heeft gezegd. Wel hoopte de Voorzitter, dat de Kerken, mocht deze vertaling waardeering vinden, haar zullen aanbevelen, en, als het mogelijk was, invoeren.
Een woord van hartelijke aanbeveling te schrijven valt ons gemakkelijk, al zien wij den tijd nog niet komen, dat wij een kerk zullen kunnen noemen, die deze vertaling sanctioneert. Niet alleen, omdat dan ook eerst het Oude Testament zou moeten verschenen zijn, maar bovenal, omdat dan de jammerlijke verbrokkeling van kerken in Nederland nog grooter zou worden, en, wat men als een dankbaar teeken van eenheid bij de vertaling had genoteerd, zou dan in de praktijk juist de verdeeldheid vergrooten.
Maar toch is door deze vertaling bereikt, dat de eenheid in Nederland is gedemonstreerd, wat de Protestantsche Christenheid en haar Bijbel betreft. En ik ben het eens met den Voorzitter der Commissie, dat wij daarin hebben een feit, waarvoor wij God kunnen danken.
Vier honderd jaren ruim geleden is het Luther geweest, die ons een vertaling gaf ook eerst van het Nieuwe Testament. Toen hij den Wartburg verliet had deze balling, als een andere Johannes op Pat-mos, een boek geschreven, een werk ver-richt, dat Gods Kerk tot rijken zegen is geweest.
En wij gedenken hier niet minder den arbeid dier mannen, die ons eens de Statenvertaling geleverd hebben, en die het Gereformeerd belijden als een Banier van Gods Waarheid in Nederland hebben hoog gehouden. Thans na zooveel eeuwen heeft Protestantsch-Christelijk Nederland weer een taak verricht, die Gods Waarheid al meer tot klaarheid heeft willen brengen. Immers, ieder lezer of lezeres van den Bijbel heeft er recht op, dat zij zoo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke worden gebracht, en dat zij zoo zuiver mogelijk de gedachten der Schrift en de voorstelling van den Bijbelschrijver zich eigen maken. Nu behoeven wij hier niet te verwachten, dat wij groote afwijkingen vinden van de zoo bekende Statenvertaling. De vertalingscommisie heeft er juist naar gestreefd, om telkens rapport te bewaren met onze Statenvertaling. Zij zegt het zelf in de voorrede, “trouwens bij haar geheelen arbeid heeft de Commissie voortdurend de Statenvertaling in het oog gehouden”.
Ik leg hier den nadruk op, omdat eenvoudigen wel eens zouden kunnen gaan twijfelen, of we hier een nieuwigheid hebben, die niet anders wil dan “de oude palen verzetten”. Dit nu kan hier geheel uitgeschakeld worden, en wij kunnen dankbaar zijn door deze nieuwe vertaling.
Het lijkt mij van buitengewone beteekenis als bijv, ook aan onze huistafel en ook op onze vereenigingen begonnen wordt met deze vertaling te lezen. Wat mij betreft ben ik van plan één maal per dag aan den huiselijken disch deze nieuwe vertaling te gebruiken. Niet om wat nieuws in te voeren en nog veel minder om onze oude Statenvertaling te kleineeren — dat zij verre — maar om al dichter te komen tot het verstaan van Gods waarheid, waartoe deze nieuwe vertaling onder Gods zegen het middel kan zijn.
Laat ik eens iets mogen noemen.
Daar hebt ge den tekst uit de Openbaringen 22 : 11. Heeft U dat nooit eens moeilijkheid gegeven, als daar staat „die gerechtvaardigd is, dat hij nog gerechtvaardigd worden”. Hebt gij bij dit Bijbelwoord nooit gevraagd, of dan het gereformeerd belijden zich vergist heeft, toen werd gezegd, dat de rechtvaardiging des zondaars een rechterlijke daad Gods was, die niet herhaald wordt, en ook niet kon worden. En nu leest ge in de Openbaringen, dat iemand gerechtvaardigd kan zijn, en dan opnieuw gerechtvaardigd moet worden.
Maar nu lezen wij deze nieuwe vertaling en zij zegt zoo juist naar de gedachte van den oorspronkelijken Griekschen tekst: wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid”. Zie, dat verstaat ieder dadelijk, en vindt de verklaring in het woord, dat een goede boom ook goede vruchten zal voortbrengen, of hij denkt aan het woord van den Catechismus, dat ieder, die Christus door een oprecht geloof is ingeplant, ook zal voortbrengen vruchten der dankbaarheid.
Zoo kies ik een anderen tekst: 1 Cor. 9 : 6. Onze vertaling heeft daar: „Of hebben alleen ik en Barnabas geene macht van niet te werken?” Wanneer wij dat zoo lezen, dan zou men kunnen vragen, of wij hier te doen hebben met leegloopers, terwijl de Schrift zegt: wie niet werkt, zal ook niet eten.
Nu lezen wij de nieuwe vertaling: Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid om vrij te blijven van handenarbeid? Zie nu is het op eens voor ieder duidelijk.
Zoo is er meer, dat mij bijzonder aantrekt, en dat als een aanwinst kan worden aangemerkt tot goed verstaan van Gods Woord.
Natuurlijk stelt zich de Commissie niet voor, dat zij een feillooze vertaling heeft geleverd. Zij weet, hoe moeilijk het soms geweest is een beslissing te nemen. Zoo was het mij bijv. nog niet geheel duidelijk, of de tekst uit 1 Cor. 6 : 20 „Gij zijt duur gekocht” beter vertaald is door: want gij zijt gekocht en betaald”. Het woord in het oorspronkelijke doet mij denken aan een publieken koop op de markt. De verlossing van Christus is in geen hoek geschied, maar was een koop als in 't publiek voor het aangezicht van engelen en menschen van hemel en aarde, van God en van Satan. Het was een kooping van een volk, dat als in slavenboeien was, en dat nu als op de slavenmarkt vrij werd gekocht voor een hoogen prijs.
Onze statenvertaling legt daarbij veel meer den nadruk op den prijs, die betaald is, als zij zegt „duur” gekocht, dan op het betaald worden. En nu komt o.i. in de nieuwe vertaling niet voldoende uit, dat hier een prijs, een „dure prijs” betaald is, d.w.z. een prijs, die overeenkomt met de eere Gods. Maar ieder, die iets aan vertaalwerk gedaan heeft, weet, hoe moeilijk het vaak is om de juiste gedachte in een duidelijken en beknopten zin weer te geven, Wij hebben groote waardeering voor dit vertaalwerk, en wij sluiten ons gaarne aan bij den hartelijken wensch, die de Commissie deze nieuwe vertaling op haar weg meegeeft: „Moge deze nieuwe vertaling onder Gods zegen den Bijbel nader brengen bij de menschen van onzen tijd, ook in de Kerk”.
Het lijkt mij toe, dat bij een dergelijk beteekenisvolle uitgave een meer uitgebreide recensie gerechtvaardigd was.
Mag ik er ten slotte nog op wijzen, dat de Fr. W. D. Meinema te Delft mij een recensie ex. toezond, welke firma ik hier gaarne onder Uwe aandacht breng.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Een Nieuwe Vertaling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1939

De Wekker | 4 Pagina's