Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

P. V. te W. zou graag weten, wat met den band des verbonds in Ezechiël 37:20 wordt bedoeld.
Onze Kantteekenaren zeggen hiervan: „Dat is tot de gehoorzaamheid, die gij mij schuldig zijt, uit kracht van het verbond, dat ik met u gemaakt heb.
In deze toelichting is de gedachte van dit woord juist weergegeven.
Israël, hoewel onder het verbond, wil zich daardoor niet laten binden, vrs. 32, het stelt zich een eigen weg voor. Nu zal de Heere zelf den band van het verbond — er zit een woordspeling in — leggen.
Hij zal dat doen als de herder, die des avonds zijn kudde in de kooi brengt. Bij de eenige nauwe opening in de omheining van de kooi, staat de herder en laat de schapen onder de staf of roede doorgaan. Op deze wijze zondert hij af, die niet bij zijn kudde hooren. Zoo zal de Heere van Israël in ballingschap ook zijn kudde afzonderen en brengen onder de gehoor-zaamheid zijns verbonds. Hij zal ze wezenlijk binden aan zich, afzonderende die de afgoden willen na wandelen.
De Heere zelf zal op deze wijze Zijn verbond heilig houden. De band des verbonds zal daarin naar twee zijden werken. Inbinden tot de gehoorzaamheid des Heeren zal zij hen, in wien de Heere Zijn gehoorzaamheid werkt. Afbinden zal zij hen, die door hunne ongehoorzaamheid de wraak des verbonds over zich hebben gebracht, in ongehoorzaamheid weigerende den nek te buigen onder het zachte juk des Heeren. Een rijk inzicht geeft dit woord in de bediening des verbonds als het ons doet zien, hoe de eisch des verbonds door een belovend God zelf ook wordt geschonken en er dus bij de ware bondelingen een vervullen van de eisch des verbonds mag worden gevonden, omdat de Heere zelf de beloften vervullen gaat.

A, B. te D. vraagt, of er in het begeeren van een predikant van een andere gemeente, bij gelegenheid van een beroep, ook overtreding van het tiende gebod schuilt. Wij dienen bij het tiende gebod en zijn uitlegging rekening te houden met de onderscheiding in goede en kwade begeerten.
Gods hand heeft den mensch niet geschapen zonder begeerten. Het ligt in zijn aard te begeeren. Dit zonder meer is niet zondig. Vooral niet wanneer zijn begeerten zich uitstrekken naar het goede.
De begeerte van een gemeente naar een eigen predikant is geen kwade, maar een goede begeerte. Immers daarin strekt het hart zich uit naar wat de Heere zelf gegeven heeft tot opbouw voor Zijn kerk.
Ook het motief waardoor deze begeerte gedragen wordt is, als het goed is, zuiver. Daarin spreekt de behoefte om uit het Woord des Heeren geleerd en geleid te mogen worden ten eeuwigen zegen.
Evenmin kan van den weg, waarin deze begeerte vervulling verlangt, iets kwaads gezegd worden. Het uitbrengen van een beroep is een wettige weg. En is de gemeente daarbij biddend werkzaam, dan zal zij dat doen in onderworpenheid aan den wil des Heeren.
Dat een predikant begeerd wordt, die aan een andere gemeente verbonden is, verandert hieraan niets. Die gemeente weet, dat haar predikant niet haar onvervreemdbaar eigendom is. Hij staat in dienst van zijnen Zender. Roept Deze hem ergens elders, hij zal gehoorzamen. En hij niet alleen, ook de kerkeraad van de gemeente, die hij dient, zal daarin de beschikking des Heeren willen erkennen, zooals de desbetreffende bepalingen van onze Kerkenorde en de Acte van losmaking dan ook aangeven.
Dat hier geen onzuivere motieven kunnen insluipen èn van de zijde van den predikant èn van de gemeente, zal niemand durven beweren.
Dit neemt echter niet weg, dat in deze wijze van begeeren op zichzelf geen overtreding van de heilige wet des Heeren gelegen is.
Beiderzijds zal dan gewaakt moeten worden voor een insluipen van allerlei bijoorzaken.

Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Wekker | 4 Pagina's